Digitaal…
Het bleef maar duren.. Wijselijk besloot ik daarom toch maar plaats te nemen in het knusse design-stoeltje van de enge wachtruimte in het bankfiliaal. De uittrekselprinter hield niet op continu documenten uit te braken. Intussen was de klant vóór mij al terug buiten gegaan: zijn geduld was op. Met “Straks is er geen papier meer” probeerde ik voorzichtig de lichtjes gespannen sfeer te ontdooien. De betrokkene haalde zijn schouders op en achter een verlegen grijnslach keerde hij zich halvelings om, binnensmonds stamelend: ”Hopelijk niet..”. Er kwam geen einde aan. “Waarschijnlijk lang geleden?” poogde ik opnieuw. Hij schokschouderde en stak nog maar eens een andere kaart in het apparaat dat eventjes verstomde. Intussen had ook een nieuwe cliënt in het lokaal plaatsgenomen en werd ik ongegeneerd stoutmoedig “’t Is voor de ganse familie zeker?”. Dit was raak. “Mijn vader is 87 en zijn zuster, die in een home zit, 2 jaar ouder. Ge kunt van die mensen toch niet verwachten dat ze met een computer werken om een afspraak te maken of betalingen te doen?’. De manier waarop hij het uitsprak was haast aandoenlijk: geheel en al oprecht.
Daar had je hét: de ‘Digitale Kloof’. Thema van de actuele campagne van Welzijnszorg. De affiche aan het raam rechtover het bankgebouw kon geen gepastere locatie vinden. Je kan er niet om heen: dit fenomeen houdt ieder van ons in zijn greep.
Bij mijn eerste aankoop via de computer maakte ik kennis met het verschijnsel ‘hacking’: de schade aan mijn pc kostte me een veelvoud van het beoogde artikel. Toen ik vorige zomer een nieuw model pc diende aan te schaffen bleek een massa opgeslagen informatie ‘onvindbaar’. Ik schaam mij niet toe te geven dat ik geweend heb. Zorgvuldig geklasseerde documenten, souvenirs, adressen, bewijsstukken, dierbare foto’s… wég. Verloren in de ‘wolken’ (cloud). Het voelde aan alsof er werd ingebroken: maar dan van op afstand. Het kan zó maar je onderbuur zijn of de kerel aan de overkant van de straat die je elektronische gegevensverkeer saboteert. Je voelt je machteloos.
De ‘digitale revolutie’ heeft inderdaad voor veel onheil gezorgd en treft de meest onschuldigen. Niet alleen bij de oudere generatie én jongeren maar ook en vooral bij kansarmen. Bovendien beïnvloedt het fenomeen de relaties tussen de mensen onderling.
De pas van een zware kankertherapie herstelde psychiater Dirk Dewachter stelt het zeer scherp: “Onze schouders moeten vandaag te veel dragen.(..) De wereld is niet meer klaar voor normale mensen.” (!?) Over de digitalisering stelt hij onomwonden: “De uitrol van het internet kun je vergelijken met de uitvinding van de boekdrukkunst, maar dan vermenigvuldigd met een miljoen!
Maar wat gebeurde er na de boekdrukkunst? Je kreeg de contrareformatie en er is toen veel gemoord. Je ziet nu ook al de gevolgen van het internet. De spanning stijgt,…”
Niettemin zou deze wereldwijde technologische communicatie-explosie ook zorgen voor nieuwe onvermoede mogelijkheden die de mensheid ten goede kunnen komen. Het is een tweesnijdend mes. Kernenergie heeft Hiroshima en Nagasaki dramatisch op de kaart gezet, maar zorgde anderzijds voor spectaculaire positieve ontwikkelingen in o.m. de medische sector en de exploratie van het heelal. D.D. geeft ook toe : “Tegelijk denk ik wel dat de mens de komende generaties meer mens zal zijn.”
Ondanks alles, dus.. tóch?
Marcel
“Op een bepaald moment rol je er toch in.
Je begint meer en meer te proberen en je wordt steeds beter.
Als ik denk aan wat ik vroeger allemaal niet kon, dat is toch verbazingwekkend.”
Kansen en troeven
Digitalisering kan ook voordelig zijn voor mensen in armoedesituaties.
Als de overheid de papierwinkel vereenvoudigt, blijft er meer tijd over voor hulp- en dienstverlening.
Ook voor mensen in armoede betekent minder verplaatsingen minder tijdverlies en minder onkosten.
Wie wil, moet de mogelijkheid krijgen om mee te zijn met de digitale toepassingen.
Maar ook een niet-digitaal aanbod blijft nodig voor wie niet online kan of wil.
We mogen niemand achterlaten.