Allerheiligen 1 november
Op je eigen manier
Heilig, dat woord ligt nu wel niet zo goed meer in de markt, maar toch roepen heel wat mensen één of andere heilige aan, als ze in nood verkeren. Ook de zaligsprekingen hoort de moderne mens liever niet. Het programma van Jezus ziet er immers niet zo populair uit. Het vereist een levenswijze van soberheid, eenvoud en onschuld om de harde, harteloze wereld radicaal te veranderen.
Heiligen zijn mensen die zich geven: aan God en aan de mensen. Ze prijzen en danken God; aan de mensen bieden ze het evangelie, vergiffenis en brood aan. Alle heiligen hebben dat gedaan, elk op hun manier, met hun eigen temperament. Op het feest van Allerheiligen kijken we naar hen.
Allerzielen 2 november
Niet vergeten
Eens per jaar, op 2 november, komt het kerkhof weer tot leven. Dan worden er levende bloemen neergelegd bij de doden. Dan worden er namen genoemd van hen die hier niet meer zijn. En daardoor gaan die mensen weer voor ons leven. En bij het noemen van iedere naam zien wij telkens weer iemand voor ons: misschien een moeder zoals zij altijd maar bezig was, een vader zoals hij liep te sjouwen, een man zoals hij zwaaide naar zijn vrouw, een vrouw zoals zij uit het raam keek, een vriend of een vriendin zoals zij fietste langs de wegen, een kind zoals het zat te spelen. Eens per jaar noemen wij hun naam, roepen wij hen, alsof wij tegen ze willen zeggen: wij zijn je niet vergeten.
Wij noemen hun naam met eerbied en genegenheid. En wij steken bij het noemen van hun naam een kaars op alsof wij hen levend voor God willen stellen met de bede: Heer, geef hun de eeuwige rust; Heer, laat ze leven voor uw aanschijn; Heer, U hebt hun naam geschreven in de palm van uw hand.