Waar men gaat langs Vlaamse wegen…
Ontstaan van de veldkapel
Onze Germaanse voorouders vereerden Wodan en zijn Asen aan bijzondere bomen in het woud. De eerste christen-geloofsverkondigers hakten die bomen om tot grote woede van de bevolking.
Paus Gregorius de Grote (590-605) liet aan de bomen nissen met heiligenbeelden hangen zodat de verering van de bomen veranderde in heiligenverering. Zo’n houten nissen aan bomen alsook kleine gebouwtjes met nisvormige openingen noemt men kapellen.
De naam kapel komt van het Latijnse woord ‘capella’ het verkleinwoord van ‘cappa’, in onze taal mantel, oorspronkelijk de kapel waar de mantel van de St.-Martinus van Tours bewaard werd.
Ook een kruis werd gebruikt om sommige plaatsen een gewijde betekenis te geven.
Het wemelt in de Mei van blonde kleinen, nabij de veldkapel;
De takken van de grote linde deinen
rondom de veldkapel;
Maria hoort de zoete litanieën
Der boerenkind’ren en der honingbieën.
Ave Maria, Ave Maria!
Een paradijs van bloemen ziet men spruiten, nabij de veldkapel;
Terwijl de vogels in de takken fluiten, rondom de veldkapel.
Maria hoort in ’t heilig avondzwijgen
Een jubelpsalm van nachtegalen stijgen.
Ave Maria, Ave Maria!
Het koele dorpke ademt niets dan vrede, nabij de veldkapel;
Zijn sluimer is ’n enk’le reine bede,
rondom de veldkapel.
Maria hoort, terwijl de sterren glanzen,
de naklank van de laatste rozenkransen.
Ave Maria, Ave Maria!
Aanleiding tot de bouw van een kapel(letje)
Die is meestal de dankbaarheid voor het bekomen van een gevraagde gunst, het nakomen van een belofte, de herinnering aan een bijzonder feit: een sterfgeval, het einde van een oorlog... Het bouwen van een kapelletje hield ook soms verband met het voorkomen van ziektes en epidemieën zoals de pest. Uitzondering hierop vormen de kapelletjes in de nissen van de huisgevels of stallingen - de aanleiding hier is de bouw zelf van de woning of stal, uit zuivere devotie of om bescherming voor de bewoners en het vee te vragen.
Mariakapelletjes
De diepchristelijke traditie in Vlaanderen zorgde ook in onze streek en gemeente voor een overvloed aan (veld)kapelletjes en kruisen. De Mariakapelletjes zijn het talrijkst vertegenwoordigd, te danken aan de Vlaamse Mariadevotie, zo mooi vertolkt in dat alom gekende lied van August Cuppens en Lodewijk De Vocht, geschreven in 1910 voor het gekroonde Mariabeeld (uit 1860), nu bewaard in de kerk van het St. Barbaracollege te Gent. In het jaar 1860 werd dit beeld plechtig gekroond door de pauselijke nuntius, die speciaal daarvoor naar Gent was gekomen. Daarmee was dit beeld het eerste pauselijk gekroonde beeld in Vlaanderen.
Waar men gaat langs Vlaamse wegen,
Oude hoeve, huis of tronk,
Komt men u, Maria, tegen,
Staat uw beeltenis te pronk,
Lacht ons toe uit lindegroen,
Bloemenkrans of blij festoen,
Moge 't nimmer dier verand'ren,
O gij Lieve Vrouw van Vlaand'ren
Cultuurhistorische waarde
Kapellen behoren tot het erfgoed en vaak ook tot volkscultuur. Ze kunnen uit verscheidene standpunten benaderd worden: bijvoorbeeld historisch, kunsthistorisch, volkskundig, sociologisch en uit het standpunt van de kerkgeschiedenis. Ons mooie Vlaamse platteland wordt op vele plaatsen getooid met een veldkapel of een calvarie. Het zijn de tastbare tekenen van een grote volksdevotie die onze streek onmiskenbaar kenmerkt. Veel van die kapellen en calvaries zijn ware pareltjes in het landschap. Hoewel niet alle veldkapelletjes even waardevol zijn, hebben vele veldkapelletjes een grote emotionele waarde. Vele hebben in het verleden een belangrijke rol gespeeld in het dagelijks leven van vele mensen. Bij een groot aantal van de monumenten wordt vandaag de dag nog aan verering gedaan onder de vorm van novenen en processies.
Lievevrouw langs beemd en gaard
Lieve vrouwe van ons land,
met uw kroon of sleep van kant,
en getorst door ruwe hand
langs de vlakke wegen.
Lievevrouw langs beemd en gaard,
Lieve vrouwke bij de haard,
door geslachten vroom bewaard,
schenk ons volk uw zegen.
Ondanks de verminderde volksdevotie worden veldkapelletjes toch nog enorm gewaardeerd. Naast het feit dat ze waardevol materieel en spiritueel erfgoed vormen, hebben ze de dag van vandaag ook een nieuwe bestemming gevonden als rustplaats voor fietsers en wandelaars. Dat de kapellen en kruisen - ondanks de verminderde belangstelling voor de kerk - overeind zijn gebleven, is vooral te danken aan de bewoners van de buurt.
In Boutersem tellen we een hele resem kapelletjes en kapellen.... talloze plekjes van troost, en altijd ergens dichtbij.
In Bierbeek heeft men een grondige inventaris van al de kapelletjes op hun grondgebied gemaakt. Hierrond stippelde men ook kapelletjestochten uit per deelgemeente. Aangespoord door dit voorbeeld kwam Karin Plattau van parochie Boutersem tijdens de warme zomer 2020 op het lumineuze gedacht om dit ook in Boutersem uit te zoeken. Zo gedacht zo gedaan. Karin nam haar fototoestel, sprong op haar fiets en trok op tocht tijdens de lockdownperiode. In alle rust en 'eenzaam' speurde ze alle straatjes, hoekjes en huizen af naar kapelletjes. Karin wil haar ontdekkingen delen met ons. Maar terwijl is ze ook nieuwsgierig naar het verhaal achter elk kapelletje...
Daardoor is ons overzicht hier al flink uitgebreid.
Ontbreekt er toch nog een kapelletje? Laat het dan weten aan info@sjalom-boutersem.be.
Heb je een recentere foto, of ken je een verhaal dat vasthangt aan een of ander kapelletje? Stuur het ons door. Wij willen het hier publiceren.
Er hangen in Boutersem ook heel wat 'gevelkapelletjes', de zgn Regnum Mariae kapelletjes. Getuigen uit de jaren 1956-1965... Help je mee ze te 'verzamelen'?