Het interieur
Noordzuid-georiënteerde 3-beukige neogotische kruisbasiliek met schip van 5 traveeën, koor van 3 rechte traveeën, 5-zijdige sluiting en lager aangebouwde sacristie, ingebouwde zuidtoren en ten westen doopkapel.
Bakstenen gebouw met sober gebruik van natuursteen onder leien zadeldaken. Vijfledige afgeknotte toren gemarkeerd door kordons, versneden steunberen en hoekspitsjes; aanleunende polygonale traptoren aan zuidzijde. Travee-indeling door versneden steunberen, de puntvormige voor- en transeptgevels met kordons en hogels; alle gevels met spitsboogvensters met maaswerk. Uitgewerkt neogotisch portaal, rechthoekige deur met gesculpteerd timpaan door Jan Gerrits.
Bepleisterd en beschilderd interieur; spitse scheibogen op zuilen met achtzijdige sokkel en kapiteel, via colonnetten verbonden met kruisribgewelf. Neogotisch meubilair. Glasramen door Edward Steyaert, Joris Van den Broeck, Armand Panis en het duo Frans Calders-Charles Elaerts.
Het orgel is beschermd en dateert mogelijk uit de 1ste helft van de 19de eeuw. Het is vervaardigd door orgelbouwers Delhaye, maar het is in 1955 volledig getransformeerd door Gerard D'Hondt uit Herselt.