Met 27 vrijgestelden, teamleden en leden uit de pastorale ploegen trokken we op maandag 7 november op 'recollectie' (herbronning) naar de abdij 'Ten Putte' in Gistel. Naast tijd voor ontmoeting en de gebedstijden (middaggebed, Rozenkrans, aanbidding en avondgebed), kwam bisschoppelijk gedelegeerde Stefaan Franco ons toespreken rond het thema: 'God beminnen boven alles: bron van kracht voor de geloofsgetuige'.
De grote wirwar aan wetten en regels die we lezen in het Oude Testament reduceert Jezus tot twee geboden: 'God beminnen boven al ... en je naaste liefhebben als jezelf' (Mc.12, 29-30). De naaste liefhebben als jezelf kunnen we best begrijpen en mee overweg. Maar God beminnen boven al ... Hoe doe je dat?
God beminnen wordt hier als een gebod, een soort verplichting, naar voor geschoven. Hoe kun je de liefde tot God als een verplichting bestempelen terwijl liefde toch een gevoel is? Jezus maakt hiermee duidelijk dat het om meer gaat dan alleen een gevoel. God beminnen is ook een bewust kiezen voor, een wilsdaad.
Daarbij komt ook een verbod: 'Gij zult geen andere goden hebben'. Het is een kritische waarschuwing om aan jezelf af te vragen wie jij als ultiemste persoon neemt om toevlucht bij te zoeken in alle nood. Is de persoon waar je je uiteindelijk volledig aan hecht God? Of zijn er andere afgoden tot wie we ons meer keren (zoals geld, aanzien, eigen belang, ... )?
God liefhebben is niet afhaken als dromen niet uitkomen of verwachtingen in God niet worden ingelost. Welk beeld maken we soms niet zelf van God? Het maken van godsbeelden moeten we dus steeds durven bij te stellen of meer nog: als een verwant verbod te zien. Het enige beeld dat de schrift ons over God geeft is de betekenis van Gods naam: "Ik zal er zijn". Dat klinkt misschien minimalistisch maar het is wel de reddende kern van liefhebben: de (A)ander als A(a)nder respecteren ... ondanks alles.
God beminnen heeft ook alles met "luisteren" te maken. De A(a)nder 'binnen laten' in je hart, ruimte maken, ontvankelijk zijn voor, ... want luisteren is een grondhouding van liefhebben.
Het lijkt ook vanzelfsprekend dat bij het beminnen van God we dan ook doen wat Hij vraagt. En toch is het ook misleidend als we ons daarbij beperken tot slechts het naleven van de regeltjes (de geboden). Je dient ook van binnenuit 'van harte' de geboden te onderhouden. God echt beminnen, betekent meer dan enkel het volbrengen van uiterlijke daden.
Jezus Christus is de geloofsgetuige bij uitstek om op het spoor te komen hoe we God ten volle kunnen beminnen en, zoals Jezus, geboeid kunnen raken door het Rijk Gods. In parabels helpt Jezus ons om het beter te verstaan. Zoals de parabel over de schat en de parel (Mt.13, 44-46). Het hele gebeuren gaat rond het willen verwerven van die kostbare parel die het rijk Gods is. De klemtoon ligt niet op de parel of de schat op zich, maar op de bewogenheid en de ijver om er te geraken; om de schat van Gods rijk te verwerven. Zo heeft Jezus ook zichzelf volledig gegeven voor zijn God en Vader; in totale overgave, in diepe menselijkheid en vanuit vervullende vreugde. Dat is de paradox van het christelijk geloof: je leven verliezen en daardoor gratuit de overvloed en de onvermoede rijkdom van Gods rijk als een parel in de plaats krijgen.
En wij?
Zijn wij met vreugde op zoek naar, geboeid, geraakt door de parel van Gods rijk?
Staan wij open om God volledig te beminnen? Zoeken we daarbij niet naar 'ontsnappingsroutes' of nemen we daarbij soms niet eerder toevlucht naar andere (af)godjes?
Stof tot nadenken onder de deelnemers aan de recollectie; maar ook voor ieder van ons.