We verzamelen ons met het gezin rond de adventskrans die klaar staat op een zichtbare plaats.
De ruimte kan tijdens het gebedsmoment enigszins verduisterd zijn.
Opening
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.
Toon ons, Heer, uw barmhartigheid.
En schenk ons uw heil.
Laten wij ons hart openen voor de woorden die God tot ons spreekt.
Bijbelse lezing
Vervolgens leest één van de aanwezigen een tekst uit de heilige Schrift, bijv.:
Genesis 1, 1-4
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
De aarde was woest en doods,
duisternis lag over de oervloed,
en over het water zweefde Gods geest.
God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.
God zag dat het licht goed was,
en Hij scheidde het licht van de duisternis;
het licht noemde Hij dag,
de duisternis noemde Hij nacht.
Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
of Jesaja 9, 1-2b:
Uit de profeet Jesaja
Het volkt dat in het donker wandelt,
ziet een groot licht;
een licht straalt over hen
die wonen in het land van doodse duisternis.
Gij hebt hun blijdschap vermeerderd,
hun vreugde vergroot.
Voor uw aanschijn zijn zij vol vreugde.
of Efeziërs 5, 8-9.13-14:
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efese
Broeders en zusters,
Eens waart gij duisternis,
nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer.
Leeft dan ook als kinderen van eht licht.
De vrucht van het licht kan alleen maar zijn:
goedheid, gerechtigheid, waarheid.
Alles wat aan het licht wordt gebracht,
komt in het licht tot helderheid.
En alles wat verhelderd wordt,
is zelf "licht" geworden.
Zo zegt de hymne:
"Ontwaak, slaper,
sta op uit de dood
en Christus' licht zal over u stralen."
[Korte stilte]
Onze Vader
Laten we nu samen bidden met de woorden die Jezus ons zelf heeft geleerd.
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Zegengebed
Laat ons bidden.
Gezegend zijt Gij, God,
Koning van het heelal,
want Gij zijt onder de mensen komen wonen
om licht te zijn voor de wereld.
Zegen deze krans en kaarsen
opdat ze ons in de dagen van de advent
doen uitzien naar de komst van het Christuskind,
die elke mens wil verlichten.
Help ons te groeien in liefde en verbondenheid,
zoals ook het licht groter wordt,
wanneer wij zondag na zondag
aan deze krans een nieuwe kaars ontsteken.
Open ons hart
en maak ons meer en meer bereid
om met Kerstmis uw menswording te vieren
en om Jezus, de Vredevorst te ontvangen
in ons gezin,
in onze kerkgemeenschap,
in onze wereld.
Kom, Heer Jezus, kom ...
Amen.
ofwel
Gezegend zijt Gij, God,
die ons leven en onze toekomst zijt;
verlicht de ogen van ons hart,
dat wij niet achteloos voorbij leven
aan het teken van uw liefde
maar doe ons bidden en werken
in de verwachting van de komende
hier in ons midden,
Jezus Christus,
die met U in de liefde van de Geest
leeft en leven geeft voor tijd en eeuwigheid.
(Thijs Ketelaars, abt van de Sint-Adelbertabdij te Egmond, in Van donker naar licht, Gebeden rond de kerststal, Adveniat/Halewijn, 2022.)
Vervolgens wordt de eerste kaars van de adventskrans ontstoken.
Wees gegroet
Richten we ons ook tot Maria met de woorden die de engel tot haar sprak, en bidden wij samen:
Wees gegroet Maria,
vol van genade.
De Heer is met u.
Gezegend zijt gij boven alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus.
Heilige Maria,
Moeder Gods,
bid voor ons, arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood.
Amen.
Lied
Het gebedsmoment kan worden besloten met een passend lied, bijv. ZJ 121 - 'O kom, o kom, Immanuël':
1. O kom, o kom, Immanuël,
verlos uw volk uw Israël,
herstel het van ellende weer,
zodat het looft uw naam, o Heer!
Weest blij, weest blij, o Israël!
Hij is nabij, Immanuël.
2. O kom, Gij wortel Isaï,
verlos ons van de tyrannie,
van alle goden dezer eeuw,
o Herder, sla de boze leeuw.
Refrein
3. O kom, o kom, Gij Oriënt,
en maak uw licht alom bekend;
verjaag de nacht van nood en dood,
wij groeten reeds uw morgenrood.
Refrein
4. O kom, Gij sleutel Davids, kom
en open ons het heiligdom;
dat wij betreden uwe poort,
Jeruzalem, o vredesoord!
Refrein
5. O kom, die onze Koning zijt,
in wolk en vuur en majesteit.
O Adonaï, die spreekt met macht,
verbreek het duister van de nacht.
Refrein
Zegenbede
De Heer schenke ons zijn zegen,
Hij beware ons voor onheil
en geleide ons tot eeuwig leven.
Amen.
(Bron: Interdiocesane Commissie voor Liturgie)