Liefde is ... elkaars binnenkant beluisteren

Hieronder vind je een waaier aan gespreksvragen, die kunnen helpen om te bouwen aan leven gevende, duurzame en respectvolle liefde. 
Ze zijn samengesteld om koppels die kerkelijk willen trouwen te helpen om de fundamenten van hun relatie en huwelijk te versterken en om van de voorbereiding op hun huwelijk ook een tijd van persoonlijke en gelovige verdieping te maken.

De meeste vragen kunnen ook buiten de voorbereiding op een kerkelijk huwelijk mooie aanzetten zijn voor een gesprek ‘van binnenkant tot binnenkant’. Ze zijn geformuleerd als vragen aan ‘mij’ over mij-en-jou, om er nadien met elkaar over uit te wisselen. Ze zijn verdeeld over elf thema’s en kunnen in willekeurige volgorde besproken worden.

Pdf van de gespreksvragen

• Toelichting bij de gespreksvragen bij de voorbereiding van een kerkelijk huwelijk
• 1. Jij en ik: wie zijn wij?
• 2. De vijf talen van de liefde
• 3. Luisteren en spreken
• 4. Verschillen: eigenheid en eigenaardigheid
• 5. Conflict en vergeving
• 6. Trouwen
• 7. Affectiviteit en seksualiteit
• 8. God, geloof, kerk
• 9. Bijbel
• 10. Gebed en stilte
• 11. Trouwen en geloof

Bron: Universitaire Parochie KU Leuven, 2019. Vertaald uit het Frans door Nikolaas Sintobin SJ; aangepast en bewerkt door Jos Moons SJ. Vrij te gebruiken.

Toelichting bij de gespreksvragen bij de voorbereiding van een kerkelijk huwelijk

In de tijd van voorbereiding op het huwelijk gaat jullie aandacht als vanzelf naar de viering en naar het feest. Er moet ook veel gebeuren! Vanuit de kerk bevelen we aan om het daarnaast tot een tijd van persoonlijke verdieping te maken: om elkaar beter te leren kennen, om met elkaar in gesprek te zijn, om elkaar te beluisteren. Zo kan het bovendien een tijd van gelovige verdieping worden. Zo versterken jullie de fundamenten van jullie huwelijk.

Hieronder vinden jullie allerlei vragen die kunnen helpen om jullie huwelijk te verdiepen. Ze zijn geformuleerd als zelfreflectie, als vragen aan ‘mij’ over mij-en-jou. Vanuit de zelf-ontmoeting kun je in gesprek gaan met je partner. Enkele woorden van toelichting.

• De bedoeling is niet om verslag uit te brengen aan anderen of de pastor – het is voor jullie zelf. Als je vragen hebt of als je dingen opvallen, of tegenvallen, dan kun je natuurlijk dat wel ter sprake brengen bij de pastor.
• De vragen zijn geen examenvragen: je hoeft ze dus niet precies, stuk voor stuk, te beantwoorden; het gaat meer om wat ze thematiseren dan om de precieze vraag.
• De vragen zijn verdeeld over tien thema’s. Je kunt ze bespreken in willekeurige volgorde, maar idealiter zouden jullie ze wel allemaal doen.
• Je kunt het beste niet meer dan één thema per keer doen, en je kunt ook gerust meerdere keren aan één thema wijden.
• Vaak helpt het om een afspraak te plannen: een avond, een zondagmiddag, …. Misschien eens per week of eens per twee weken?
• Waarschijnlijk helpt het om eerst zelf de vragen te overwegen, en dan pas in gesprek te gaan; zo kun je echt aanvoelen wat er bij je leeft, voor jullie het samen delen.
   

 De vijf talen van de liefde

Volgens Gary Chapman (en velen na hem) kun je liefde op verschillende manieren uitdrukken.

1. Ten eerste: bevestigende en lieve woorden. Bijvoorbeeld in de vorm van een compliment over hoe je eruit ziet, over wat je gedaan hebt, over wie je bent.
2. Ten tweede: elkaar tijd en aandacht geven. Bijvoorbeeld in de vorm van een avondje uit eten samen, een wandeling door het bos, een kopje thee op de bank, een gesprek over een belangrijk thema.
3. Liefde kan ook uitgedrukt worden in de vorm van cadeautjes. Het gaat dan natuurlijk niet om het cadeau op zich – de lekkere chocolaatjes, de bos rozen, zomaar een verrassend avondje uit – maar om wat het uitdrukt: de liefde voor de andere persoon.
4. Ten vierde: dienstbaarheid. Bijvoorbeeld haar of zijn boterhammen smeren, het huis schilderen, de afwasmachine leegmaken, … Net als bij de cadeautjes gaat het niet om de dienst zelf, maar om de liefde die erin gelegd wordt.
5. Ten slotte kan liefde lichamelijk zijn: een knuffel, een kus, enz.

De meeste mensen blijven niet onberoerd bij elk van deze vijf dimensies. Toch is de kans groot dat er één of twee uitspringen voor jou en voor je partner. Het is goed om dat te weten. Dan kun je elkaar beter verstaan en je aan elkaar aanpassen. Daarom:

1. Liefde geven
   Welke liefdestaal gaat jou het beste af? Waar neig jij van nature toe? Wat doe je graag? Wat is je sterke punt?
2. Liefde ontvangen
   In welke taal ontvang je liefde het beste? Waar ben je gevoelig voor? Waar geniet je het meeste van?
    

Luisteren en spreken
 

1. Een goed gesprek
   Ik denk terug aan een goed gesprek met jou dat mij is bijgebleven. Wat was daarin voor mij belangrijk: welke onderwerpen; welke sfeer; …? Wat doet mij goed in ons spreken en luisteren?
2. Kwetsbaarheid
   Wanneer heb ik me in de voorbije tijd kwetsbaar opgesteld naar jou? Waar ging dat over? Hoe deed ik dat?
   
   En wanneer heb jij dat naar mij toe gedaan? Hoe heb ik dat beleefd?
3. Verlegenheid
   Wanneer is het voor mij moeilijk om te spreken? Welke onderwerpen kaart ik niet makkelijk aan?
   Welke dromen, gevoelens, … vertrouw ik niet gemakkelijk toe aan een ander, of aan jou?
   
   Wat kan ik doen om daarin te groeien? Hoe kun jij me daarbij helpen?
4. Moeite om te luisteren
   Wanneer is het voor mij moeilijk om te luisteren? Kan ik een situatie noemen waar het voor mij moeilijk was om naar jou te luisteren?
   
   Wat kan ons daarbij helpen? Wat zou ik, jij, anders kunnen doen?
    

Verschillen: eigenheid en eigenaardigheid
 

1. Aanvulling en verrijking
   Op welke momenten ben ik blij met hoe anders je bent: omdat je me aanvult, corrigeert, verrijkt, …?
   
   En andersom: wanneer ben ik blij met hoe anders ik ben: omdat ik jou aanvul, corrigeer, verrijk, …?
2. Manieren van doen
   Welke manieren van doen heb ik? Bijvoorbeeld in hoe ik kijk naar mijn verleden; in mijn omgang met de familie; in verband met mijn beperkingen? Hoe kan jij mij helpen om een vrijer mens te worden?
   
   En andersom: welke manieren van doen merk ik in jou (verleden, familie, beperkingen)? Hoe kan ik jou helpen om een vrijer mens te worden?
3. Moeilijk anders – I
   Waar ben ik anders dan jij, en vind ik dat moeilijk? Wat houdt me tegen om mezelf te zijn bij jou? Wat helpt mij daarin; hoe kun jij me daarin helpen?
4. Moelijk anders – II
   Waar ben jij anders dan ik, en vind ik dat moeilijk? Welke aspecten van wie jij bent, hoe jij bent, waar ik niet goed weet hoe er mee om te gaan: ideeën, voorkeuren, reacties, oordelen, gewoontes …?
   Wat adviseer je mij; hoe kan ik me het beste opstellen? Wat zou jij hopen van mij?
    

Conflicten en vergeving
 

1. Pijnlijke herinneringen
   Welke pijnlijke herinneringen draag ik met me mee; omdat ik jou gekwetst heb? Wat gebeurde er toen, en wat voelde ik daarbij? Kan ik dat onder woorden brengen?
   
   En andersom: Welke pijnlijke herinneringen draag ik met me mee; omdat ik me door jou gekwetst voelde? Wat gebeurde er toen, en wat voelde ik daarbij? Kan ik dat onder woorden brengen?
2. Vergeving schenken en ontvangen
   Schenk ik vergeving? Lukt me dat? En zo ja, hoe doe ik dat dan? Zeg ik wat, met woorden; of doe ik liever wat, in daden dus; of is het vooral iets van mijn binnenkamer?
   
   En kan ik vergeving ontvangen? Wat helpt me? Hoe ontvang ik het liefste vergeving: dat we gewoon weer verder gaan; dat we het uitspreken; dat je iets liefs doet; dat je me een tijdje met rust laat?
   
   Wat kan ik doen om jou te helpen? En wat kan jij doen om mij te helpen?
3. Verzoenen
   Is er iets dat tot op vandaag is blijven knagen aan mijn hart en waarvoor ik je vandaag vergeving wil vragen?
   
   En ook andersom: is er iets dat, tot op vandaag, is blijven knagen aan mijn hart en waarvoor ik je vandaag vergeving wil schenken?
4. Toekomst
   Wat hoop ik in dit verband van de toekomst? Wat hoop ik van mezelf? Wat hoop ik van jou? Wat hoop ik van ons samen?
    

Trouwen
 

1. Trouwen
   Hoe is in mij het verlangen gegroeid om met jou te trouwen?
   Hoe heb ik de knoop doorgehakt?
2. In goede en kwade dagen …
   Hoe stel ik me ons leven samen voor?
   Wat betekent trouw voor mij?
   Wat betekent voor mij de uitdrukking “in goede en in kwade dagen”?
3. Sacrament
   Volgens de kerk zijn het de echtgenoten die aan elkaar dit sacrament “geven”. Wat wil dit zeggen voor mij?
4. Ademruimte
   Wat heb ik nodig om te ademen? Hoe herbron ik? Denk aan ontspanning, sport, stilte, vrienden, bioscoop- of theaterbezoek, wandelen of lezen, vrijwilligerswerk, spirituele herbronning, ….
    

Affectiviteit en seksualiteit
 

1. Mijn geschiedenis
   Hoe is seksualiteit mij, in mijn opvoeding, voorgesteld? Beïnvloedt dit mij nog steeds?
   
   Welke positieve en negatieve ervaringen heb ik in het verleden opgedaan? Wat heeft mij geholpen om mijn vermogen tot liefhebben te ontplooien? Welke moeilijkheden heb ik eventueel gekend? Wat heeft me doen groeien?
2. Tederheid
   Op welke momenten voel ik me teder door jou benaderd?
   Wat zie ik in jou, in jouw lichaam? Wat valt me op?
   Wat zou ik je graag vertellen over mijn affectief leven, over mijn seksualiteit?
3. Groei
   Wat zou jou kunnen helpen om beter te verstaan wat ik voel, wat ik verlang, … ?
   Wat zou mij kunnen helpen om naar jou toe aandachtiger, tederder, vindingrijker, liever, vrijer te zijn?
4. Kinderen/vruchtbaarheid
   Heb ik een kinderwens, en zo ja, wat zijn mijn gedachten over kinderen krijgen? En over geboortebeperking?
   
   Vruchtbaarheid in de liefde heeft meer betekenissen dan het krijgen van kinderen; het gaat ook om het uitdelen van het goede dat je zelf bij elkaar vindt. Hoe zie ik dat?
    

God, geloof, kerk
 

1. Fundamentele waarden
   Wat zijn mijn fundamentele waarden, waar ik boven alles aan vast houd? Wat doet mij, in de diepte van mezelf, tot leven komen en maakt me gelukkig? Wat wil ik doorgeven aan onze kinderen?
2. God
   Wat is mijn beeld van God? Waar denk ik aan bij God?
   Wat zeggen mij de woorden van het kruisteken: ‘Vader’, ‘Zoon’ (of Jezus), ‘Heilige Geest’?
   Welke verhalen uit de bijbel zijn mij dierbaar? Welke vind ik juist vreemd of naar?
3. Geloof
   Wat zijn mijn concrete ervaringen met geloof: op school, in de familie, in dorp of stad, in mijn ziel?
   Welke ervaringen zijn positief; welke negatief?
   Welke voorbeelden van gelovige mensen ken ik? Welke zijn mij dierbaar?
4. Kerk
   Wat zijn mijn concrete ervaringen met de kerk? Ga ik wel bijvoorbeeld eens naar de viering in de parochie? Wat vind ik er dan? Wat vind ik er niet?
   
   Wat zou ik kunnen en willen bijdragen aan de kerk of de parochie? Welke talenten kan ik eventueel ter beschikking stellen van de gemeenschap?
    

Bijbel

Je gaat trouwen in de kerk. Daar wordt elke zondag uit de Bijbel gelezen, met de overtuiging dat die verhalen zinvolle dingen zeggen over God. Heb je zelf al eens de Bijbel ter hand genomen en een verhaal van dichtbij bekeken? We stellen je voor om een Bijbelverhaal te lezen met elkaar. Neem wat stille tijd voor jezelf en wissel dan met elkaar uit over wat het je zegt en wat het voor je betekent (of niet). Hieronder zijn wat mogelijkheden; je kunt natuurlijk ook andere verhalen kiezen.

Je kunt dit bijvoorbeeld een paar weken achter elkaar doen, met elke week één verhaal.

1. Oude Testament​
   • ​Genesis 2,5-24: de mens en haar/zijn wederhelft. God gunt de mens een ‘lusthof’, een tuin van geluk, en God gunt de mens elkaar. De precieze verwoording (met de schepping van de vrouw uit de man) verdient een feministische hertaling, maar het thema is wellicht herkenbaar: de mens die tochtgenoot is van een andere mens, van andere mensen?
     Wie zijn jouw tochtgenoten? Hoe ben je een tochtgenoot voor elkaar: waar vul je elkaar aan, waar niet?​
   • 1 Koningen 19,1-13: Gods stille stem. De profeet Elia heeft zojuist groot succes gehad (in de vorm van het verslaan (en vermoorden …) van de nepprofeten van Baäl) als hij moet vluchten voor zijn leven. Hij ziet het niet meer ziet zitten, en vindt uiteindelijk God in een zacht briesje.
     Hoe zit het met succes en mislukking in jouw leven? Heb jij soms het gevoel dat je voor een grote uitdaging staat? Hoe reageer je dan meestal? Waar steun je op? Welke successen ken jij in je leven? Heb jij soms het gevoel dat de grond onder je voeten weg is, dat je niet meer weet wat je moet doen? Welke mislukkingen ken jij? Welke zachte briesjes zijn er?
   • Ezechiel 37,1-14: het visioen van de dode beenderen waar weer leven in komt. Dit visioen gaat over het joodse volk in ballingschap maar dat weer toekomst heeft.
     Je mag het gerust actualiseren naar onze tijd, naar de kerk, of naar jezelf. Wat is er dood? Welk nieuw leven verhoop je? Wanneer vind je iets van wat je hoopt? Speelt de heilige Geest – Gods innerlijke kracht van liefde en verbondenheid, van licht en kracht – daar een rol bij?
2. Nieuwe Testament​
   • Lukas 9,10-17. Wonderbare broodvermenigvuldiging. Er zijn allerlei wonderlijke verhalen over Jezus: stormen stillen, mensen genezen of opwekken uit de dood, en dus ook deze. Ze drukken iets uit van enerzijds Jezus’ aandacht voor waar er nood was en anderzijds hoe heilzaam zijn aanwezigheid dan was.
     Wanneer zie ik honger om mij heen, en voorzie ik in voedsel – letterlijk of (vooral) figuurlijk? En wat mijn honger betreft, ziet God die? En doet God wat, of doen anderen wat?
   • Lukas 19,1-10. Jezus verandert Zacheüs. Op bezoek in Jericho, blijkt Jezus vooral geïnteresseerd in de ‘loser’ Zacheüs (die namelijk een vriendje van de Romeinse bezetter is): ‘Zacheüs, ik wil bij jou te gast zijn’. Jezus’ goedheid bewerkt verandering.
     Wat herken ik in dit verhaal? Wil God ook bij mij te gast zijn, of mij veranderen?
   • Lukas 24,1-33, Emmaüsgangers. Twee gedesillusioneerde leerlingen (want hun held Jezus is dood) luchten hun hart bij een vreemdeling, die luistert, dan spreekt en dan iets doet dat verdacht veel aan Jezus doet denken. Hun koude hart is weer warm, ze beginnen te geloven dat Jezus’ dood het einde niet is (‘Hij is verrezen’).
     Klaag jij wel eens bij God, en waarover? Luistert God naar je klachten? Wat doet je hart weer branden als het verkild is?
      

Gebed en stilte
 

1. Gebed?
   Neem ik wel eens tijd voor stilte?
   Bid ik wel eens?
   Zo ja, waar bid ik dan voor, of bij welke gelegenheden?
2. Hoe bid ik?
   Hoe bid ik: met vaste woorden zoals in het Onze Vader, of in eigen woorden?
   En wat zeg ik in eigen woorden: vraag ik, of dank ik, of luister ik?
3. Samen?
   Wat denk ik van het idee om voor jou te bidden?
   Wat denk ik ervan om samen stil te zijn? Of om samen te bidden?
    

Trouwen en geloof
 

1. Geloof en huwelijk
   Wat zegt het woord ‘mysterie’ mij? Werpt het licht op mijn ervaring met jou, en op onze liefde?
   Zie ik een plaats voor God in onze verbintenis? Bijvoorbeeld als voorbeeld of als kracht?
   Voegt het geloof iets toe aan ons huwelijk? Zo ja, wat dan? En hoe werkt dat?
   Heeft de kerk daar een plaats in?
2. Geloof en ongeloof
   Wat helpt mij om te groeien in geloof? Wat heb ik daarvoor nodig? En hoe heeft de ontmoeting met jou mij geholpen, of juist niet?
   
   Als onze geloofswegen verschillend zijn, wat hoop ik dan van jou? Hoe kun jij mij helpen om mijn geloof te beleven; of hoe kan ik jou daarbij helpen?

Pdf van de gespreksvragen