Het kerstverhaal van Lucas dat we hoorden met Kerstmis, vertelt ons hoe God zich in een klein, weerloos kind openbaart aan herders: arme, uitgestoten mensen die leven aan de rand van de maatschappij. Het kerstverhaal van Matteüs over het bezoek van de wijzen trekt de kring wijder open. Nu zijn ook mensen uit de vreemde uitgenodigd. De grens van eigen volk en godsdienst wordt overschreden. Allen zijn welkom die openstaan voor het licht van de ster en er zich in beweging laten door zetten.
God wil ons ontmoeten
Twee verhalen over hoe God ons wil ontmoeten. Maar twee verhalen die elkaar perfect aanvullen. Lucas’ verhaal over de herders vraagt ons: wil je God aanvaarden in je leven als de kleinste en de minste der mensen, wil je Hem herkennen in de naaste mens die je pad kruist? Matteüs’ verhaal over de wijzen vraagt ons: wil je God aanvaarden in je leven als de heel Andere, wiens liefde er wil zijn voor iedere mens zonder onderscheid?
Op zoek gaan...
Laten we ons komende zondag op het feest van Openbaring (of ‘Driekoningen’) extra bekoren door het verhaal van Matteüs, van de wijzen die hun dagelijkse leven achter zich laten om op zoek te gaan naar datgene waar het op aankomt. Deze wijzen heten in het verhaal van Matteüs ‘magiërs’. Het zijn sterrenkijkers. Ze kijken dus naar boven, ze durven dromen en laten zich op weg zetten door een licht. Een licht dat nu eens verdwijnt en dan weer verschijnt. Zoals het ons, mensen, ook wel overkomt in het leven: de ene keer zien we het helder in, de andere keer zitten we in het donker. Maar als echte wijzen geven ze niet op, ze moedigen elkaar aan verder te gaan. En waar nodig maken ze een omweg om de listen en lagen van despoten te ontwijken.
... en ontdekken
Matteüs laat de zoektocht van de wijzen eindigen bij de ontdekking van een kind. Het is een arm kind, van ouders zonder aanzien, en toch zal het groter worden dan alle wijzen en koningen. Dat kind straalt licht uit naar allen zonder onderscheid. Het trekt geen grenzen, het behoort niet toe aan één volk of één kerk, het reikt zijn handen naar allen die er hun heil willen bij vinden. Zo is onze God, liefde zonder einde.
Waar het verhaal van de wijzen eindigt, begint het onze. Aan ons om wijs genoeg te zijn om het licht te herkennen van de ster en wegen te gaan die ons brengen tot het Kind. Aan ons om er zo blij en overrompeld door te worden dat we het heel de schat van ons hart, van onze liefde aanbieden.
(jh)