Nog een week en het is Kerstmis. De adventsliturgie geeft ons nog een week de tijd om te groeien in vertrouwen. Vertrouwen dat nodig is in elke menselijke relatie. Ook in onze gelovige relatie met God. We krijgen dat in de lezingen van de laatste aventszondag eerst op een negatieve wijze te horen. Koning Achaz (Jesaja 7,10-14) weigert God om een teken te vragen: Hij wil Hem niet op de proef stellen. Maar dat is slechts een uitvlucht. Hij voert liever zijn eigen plan uit dan een plaats te geven aan Gods wil.
Heel anders klinkt het in het verhaal van Jozef en Maria. Zowel aan Maria als aan Jozef wordt gevraagd om vertrouwen te geven. Vertrouwen om mogelijk te maken dat God werkzaam in deze wereld nabijkomt. Uit het evangelie van Lucas kennen we het antwoord van Maria op de aankondiging van haar zwangerschap. Daar resulteert het in haar Magnificat, de lofzang waarin ze ja zegt op Gods vraag.
In het evangelie van Matteüs horen we het antwoord van Jozef (Matteüs 1,18-24). Ook zijn antwoord getuigt van een groot vertrouwen in Gods plannen. Jozef is een rechtschapen man, hij is een rechtvaardige. Dat wil zeggen dat hij recht wil doen aan Gods plaats in de geschiedenis. Dat is een grote eretitel. Ik zou willen dat we van heel veel mensen in onze geschiedenis en ook van onszelf mochten zeggen dat ze ‘rechtvaardigen’ zijn. Jozef is zo iemand. Hij laat toe dat God tot hem spreekt. In de Bijbel gebeurt dit spreken van God nooit zomaar rechtstreeks. Gods spreken is geen rechtstreekse lijn vanuit de hemel. Gods spreken klinkt op een heel eigen wijze. Het is juist de opgave van iedere gelovige mens om te ontdekken hoe God tot hem of tot haar spreekt. Dat kan zijn in de stilte van je hart, in iets dat oplicht in jouw bestaan en dat onvervreemdbaar eigen is aan jou. “Niet als een storm als een vloed, maar als een glimp van de zon, een groene twijg in de winter, zo komen de woorden van God” zingen we in een lied. Bij Jozef is het in een droom. Dromen hebben hun eigen taal. Alle angsten en noden die leven in een mens, al onze kwetsbaarheid uit zich in onze dromen. Vertrouw je maar toe aan mij, lijkt God in zo’n droom aan Jozef te zeggen. Het is de kracht van Jozef dat hij er zich voor openstelt. Hij laat toe dat God zijn werk zal doen in Maria en zo in de geschiedenis der mensen.
Als je thuis een kerststal hebt, mag je Jozef vandaag eens op een meer voorname plaats zetten. Hij overwint zijn twijfel. Hij geeft vertrouwen. Mochten wij dat van Jozef willen leren.
Jos Houthuys