Op 14 maart 2018 richtte Attent een open avond over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de christenen in de huidige samenleving, in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen dit najaar. Als inleiding op dit brede thema sprak onze bisschop, Johan Bonnyn in acht punten – vier algemene en vier waarden uit het christelijk discours - over tendensen in de samenleving en over hoe politiek en politieke verantwoordelijkheid in deze samenleving haar rol toebedeeld krijgt en moet opnemen. Daaraan gekoppeld ging hij ook in op de vraag hoe christenen in het maatschappelijk - politieke bedrijf hun rol kunnen zien.
Vooreerst maakt het voor de bisschop een verschil uit hoe je vanuit je geloof kijkt naar het land waar je woont. “De joodse gemeenschap zal, met veel respect gezegd, zeggen: Nu leven wij hier in dit land. We zullen bekijken wat we kunnen doen. Kunnen we dat, dat is het goed. Kunnen we dat niet, dan gaan we naar een ander land. Een christen zegt: dit is mijn land, mijn dorp”. Ook in Syrië, waar de bisschop een maand geleden verbleef, zeggen christenen: “Dit is hier ons land, het land van onze ouders en grootouders. Wij wonen hier al tweeduizend jaar.”
Niet afzijdig blijven
Ook hier wonen christenen van oudsher. Ze zijn niet van elders gekomen, zijn geen exotische verzameling, noch een gedoogde minderheid. Al wat hier is, is door christenen mee uitgebouwd. De bisschop ervaart soms de tendens om het christelijke hier te associëren met andere exotische producten, maar dat is niet zo, zeker voor de katholieke gemeenschap. De bisschop waarschuwt wel dat het begrip eigen land/volk in een bepaalde richting kan worden geduwd en worden misbruikt, maar het staat onomstotelijk vast dat christenen een verantwoordelijkheidsbesef hebben voor hun land en voor wat er moet gebeuren. In het verleden hebben christenen hun verantwoordelijkheid opgenomen voor: ziekenzorg, onderwijs, economisch, sociaal, cultureel en wetenschappelijk leven. Hij besluit: “Christenen zijn er dus niet om afzijdig te blijven, niet om te klagen, nog minder om te vertrekken, maar om hun verantwoordelijkheid op te nemen”.
Ook politieke verantwoordelijkheid
“Politieke verantwoordelijkheid opnemen moet je doen met de middelen waarmee de politiek werkt: partijen, verkiezingen, coalities maken, en dus compromissen sluiten. Dit is nodig omdat je met velen bent, met vele verschillende meningen. Die zijn er ook binnen de christelijke gemeenschap, tussen de christelijke en andere gemeenschappen. Een gelovige, die verantwoordelijkheid opneemt in de politiek, gaat dus te werk met de dynamiek van de politieke middelen.”
“Wel hebben wij daarbij als christenen, samen met anderen, steeds gepleit voor het gaaf houden van de politieke middelen. Dat is een uitdaging, ook vandaag. Hieronder vallen vele onderwerpen, maar wereldwijd valt vandaag toch het discours over de integriteit van instellingen en personen op. Neem bijvoorbeeld de discussies over vergoedingen voor gemandateerde posten. Denk ook aan de noodzaak om de juiste informatie te geven: geen ‘fake news’, transparantie,…”
Hier hoort ook bij: het bewaren van het evenwicht tussen het particuliere en het algemene belang. “Je kan opkomen voor een groene waarde, een economische waarde, een sociale waarde en van daaruit vragen dat een zwakke moet meegenomen worden. Voor elk van die waarden of belangen, heb je hamers nodig om op de nagel te slaan, anders gebeurt er niets mee. Maar geen enkele particuliere waarde kan wegnemen dat men in een samenleving voor het geheel moet zorgen, dat het gehele huis moet bewoonbaar blijven. Het algemene en particuliere belang, ze moeten dus samen vooruit zien te komen.”
Tot politieke cultuur behoort voor de bisschop ook het zorgen voor een evenwicht tussen de politiek en het middenveld. Hij ziet een tendens om het middenveld te relativeren, en om zoveel mogelijk taken naar het politieke bestuur, op Vlaams of Belgisch niveau, toe te trekken. “In een gezonde samenleving heeft het middenveld een eigen verantwoordelijkheid te dragen”.
Redelijkheid verdedigen
Een christen die politieke verantwoordelijkheid opneemt, is er niet om het geloof te verkondigen, maar om de redelijkheid te verdedigen. Ook die redelijkheid staat vandaag onder druk. Redelijkheid heeft te maken met objectieve waarnemen, logisch denken en gezond verstand. Geen ‘fake news’ dus, geen ontkennen van feiten, noch het mateloos uitvergroten van details. Redelijkheid onderzoekt wat het probleem precies is, wat de cijfers aantonen. Wanneer je objectief weet over welk probleem het gaat, hoe groot het is en waar het zich voordoet, dan kan je het gesprek aangaan. Het gezond verstand stelt de vraag: zijn de dingen die je wilt mogelijk? En moeten ze ook kunnen voor iedereen? Bijvoorbeeld: is het voor hond mogelijk om op zijn achterste poten te lopen? Ja, maar moet dit dan ook kunnen voor alle honden? Zijn ze daarvoor geschapen? Neen, zegt het gezond verstand, dat ook een beetje te maken heeft met ‘schepping’. De bisschop vermoedt dat veel frustraties over politiek zouden kunnen worden vermeden indien het beetje redelijker was.
Verder waarschuwt hij ervoor op te letten voor diegenen die een soort gelovige politiek willen bedrijven. Een christen, die zich in de politiek engageert, is nog iets anders dan wanneer bijvoorbeeld vanuit een bepaalde evangelicale hoek argumenten naar voorschuiven, om een bepaalde politiek te verdedigen, zoals gebeurt rond president Trump. Heeft die politiek tekort aan evangelie? Neen, maar wel aan redelijkheid, gezond verstand, objectieve waarneming. Kardinaal Cardijn zou gezegd hebben: je moet zien – oordelen - handelen. Redelijkheid is een louterend criterium tegenover fake news, populisme en eenzijdige personencultus.
Subsidiariteit toepassen
Subsidiariteit, een principe zo oud als de eerste documenten uit de sociale leer van de kerk, betekent: de organisatie en beslissingen over de realiteit, het leven, de politiek, de samenleving zo dicht mogelijk bij het niveau daar waar het geleefd wordt houden. Het eerste niveau waarop mensen leven is dat van hun wijk of van hun dorp. Daar woont mijn buurman of buurvrouw. Daar staat mijn huis met zijn riolering, met zijn elektriciteit. Daar gaat mijn kind naar school. Daar moet opa of oma ook in de winkel geraken. Daar voel ik me ambetant als de wegen iedere keer vol zitten of als ik niet kan parkeren.
Systemen die teveel naar het centrum trekken, lopen ook het risico dat er meer geld en middelen gaat naar de discussie dan naar de oplossing van het probleem. De bisschop omschrijft zichzelf als een overtuigd Europeaan, maar ziet een tekort aan communicatie tussen de beslissingen die Europees genomen worden en de impact op het leven op het plaatselijk niveau. Subsidiariteit is een principe dat kan helpen om niet meer naar boven duwen dan nodig. Meteen is dit een pleidooi voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Verbondenheid of gemeenschap versterken
“Vanuit ons christelijk gedachtegoed gaan wij niet voor de individuele mens, die jaagt op eigen carrière en welbevinden. Christenen gaan voor de uitbouw van een menswaardige samenleving”. De bisschop haalt daarbij volgende uitdagingen naar voor. Hoe krijgen we de generaties bij elkaar? Nu hebben alle groepen opgesplitst: de kinderen op school, de ouders op het werk, bejaarden in het woon- zorgcentrum,… Hoe leggen we meer verbinding tussen de sociale gelaagdheid, van kansarm tot kansrijk?
En dan de vraag naar herkomst en identiteit: wie is van hier, wie komt van elders? Voor de bisschop ligt dit een thema bovenaan in de politiek, en dat in alle landen van Europa. Hij vindt het een delicaat thema, om te zien hoe we die identiteiten in de samenleving bij elkaar kunnen brengen en houden. Nu al is de basisschool, de middelbare school de beste voorafspiegeling van hoe het samenleven zal zijn binnen twintig jaar. Antwerpen zal dan een gemengde samenleving zijn. In de Kempen zal dit langzaam volgen. Om hiermee om te gaan, vermoedt de bisschop dat het criterium van de redelijkheid het meest dienst zou kunnen verlenen.
Werken aan gemeenschap betekent ook: inzetten op de middelen die een gemeenschap nodig heeft om daar concreet te kunnen van werk maken. Dat betekent dat er gastvrije ruimten nodig zijn, zalen (gemeentelijk en parochiaal). Wie mensen wil samenbrengen moet dat kunnen doen, zonder teveel te moeten betalen. Het opzetten en mogelijk maken dat mensen elkaar ontmoeten, mensen van hier en mensen van elders, dat is belangrijk. Dit betekent ook: middelen geven aan die groepen die daarmee bezig zijn – het middenveld: jeugdbewegingen, volwassenbewegingen, culturele bewegingen. Geld is hier niet te verdienen, maar het is in deze sector dat de samenleving aan elkaar hangt.
Een effectief armoedebeleid voeren
Uit de vele documenten over armoede haalt de bisschop de brochure van Welzijnszorg van 2017 naar voor: “1 op 7 heeft een inkomen onder de armoedegrens”. Hoewel armoede in zijn geheel min of meer stabiel blijft, is het erg onrustwekkend dat het gaat om 15% van de bevolking. Ook verwijst hij naar het document van Welzijnszorg over de inkanteling van de OCMW ’s in het gemeentelijk bestuur, waarbij kansen en risico’s worden belicht. Tenslotte vermeldt hij het onderzoekswerk van CEBUD (Centrum voor Budgetonderzoek van de Thomas More Hogeschool) dat het concrete instrument REMI – Referentiebudget voor een Menswaardig Inkomen – ontwikkelde, opdat de gemeentes kunnen berekenen over welke inkomsten iemand beschikt, en hoe die persoon best nog kan worden ondersteund, met het oog op een menswaardig inkomen.
“Die kloof tussen rijk en arm, de opdrachten die er in zitten, die moeten wij vanuit ons christelijk veld durven en willen naar voor blijven brengen, al is dat vandaag niet ‘bon ton’ en al wordt dat door sommigen afgedaan als ‘kumbaya’-politiek. Maar als wij deze zorg voor mensen, voor de zwaksten in de samenleving, niet meer zouden benoemen, wat houden we dan nog over uit het evangelie? Als christenen moeten we de moed hebben om hiervan de woordvoerders te zijn.”
Werken aan een integraal leefmilieu
Met dit punt combineert de bisschop het belang van ecologie van de natuur met die van de mens. De zorg voor de aarde en het leefmilieu vraagt terecht om onze zorg. Recent werd bijvoorbeeld duidelijk dat de luchtkwaliteit in een stad als Antwerpen erg rood inkleurt, waarbij rood staat voor vervuilde lucht. Zelf vindt de bisschop de files in Antwerpen een van de grootste milieuproblemen. Het fileprobleem toont hem ook dat pleidooien voor economische groei weinig zin hebben, omdat die economie zich letterlijk vastrijdt. Ook in de Kempen is erg dicht bebouwd. Misschien zijn er nog mogelijkheden om de militaire domeinen meer open te stellen, of tijdens het weekend meer recreatie op weinig gebruikte kanalen te ontwikkelen.
Een andere grote zorg, die de mogelijkheden van de politiek overstijgt, is de vraag naar de mentale druk in onze samenleving. We zitten bij de hoogste cijfers wat betreft het nemen van medicatie voor mentale problemen. Er zijn de zelfdodingen van jongeren en de levensmoeheid van bejaarden. Hoe kunnen we zin geven in het leven en zin geven om te leven? Voor de bisschop zit het antwoord in de richting van: zorgen voor meer verbinding tussen mensen.
Hij koppelt er ook het belang van de zondagscultuur aan vast. Die zondag is er niet alleen omdat men dacht: “God wil dat zo”, maar heeft ook te maken met het feit dat het goed is voor mensen om rust te nemen. Zo noemt hij kerken ook als plaatsen waar het niet gaat over werk en drukte, maar waar tot rust komen, bezinning en stilte een eigen bijdrage hebben in de zorg voor een gezonde geest in een gezond lichaam.
Toekomst van de democratie voorbereiden
De geloofwaardigheid van de democratie staat vandaag onder druk. Dagelijks komen wereldleiders, met een agressieve of zelfs gevaarlijke houding, in het nieuws. Wat is het effect op de jonge generaties? Dit roept christenen op om in te zetten op geloofwaardigheid van politiek. Daaraan gekoppeld pleit de bisschop er ook voor om jongeren met talent, met inzicht en gezond engagement, meer kansen te geven en mee te nemen in de politiek, bijvoorbeeld met een mandaat in de gemeente. Dat kan helpen om jonge mensen “goesting” in de goede zin te geven voor het maatschappelijk engagement in de vorm van politiek.
Redactie: Rita Boeren, stafmedewerker Attent