Tamara Lavaert, sociaal werker, was negen jaar straathoekwerker in Antwerpen. Concreet betekent dat: de straat optrekken en op pleinen, in cafés, wassalons, vzw’s en andere plekken op zoek gaat naar mensen in een kwetsbare positie, en met hen een relatie aan. Nadat het straathoekwerk werd afgeschaft in Antwerpen werkte ze bij SAAMO, samenlevingsopbouw, aan warme en toegankelijke buurtwerken. Sinds een jaar werkt ze bij SAM, steunpunt Mens en Samenleving. SAM is gericht op al wie als professional maatschappelijk kwetsbare mensen ondersteunt. Dit werk brengt Tamara opnieuw bij het straathoekwerk, omdat ze straathoekwerkers en mensen die outreachend werken mag vormen en ondersteunen.
Zelf leerde ze de presentietheorie een jaar of twintig geleden voor het eerst kennen. Haar eerste ervaring deed ze op tijdens een stage. In een opvangcentrum zat ze ’s middags mee aan tafel. Zo zat ze ook bij een gast, die nooit een woord zei. Ze vertelt: “Een hele uitdaging voor een hyperkinetische, enthousiaste, net afgestudeerde sociaal werker. Ik trok op een gegeven moment toch mijn stoute schoenen aan en vroeg: vind je het eigenlijk wel OK dat ik hier zit? En de man zei: zeker wel, ik apprecieer het enorm, maar je moet leren zwijgen. En dat was voor mij een boodschap, die ik altijd heb meegenomen. Het voorval gaf me aan dat er iets was in mijn opleiding dat ik ofwel nooit begrepen had ofwel er aan ontbrak. Achteraf pas kreeg dat een naam: presentie.”
Ze is de geknipte persoon om het boek Presentie: Samen mens worden, dat werd voorgesteld op de Trefdag van Attent op 25 maart 2023 voor te stellen. Voor haar reflectie haalde ze uit het boek tien zinnen die haar raakten en waarbij ze extra toelichting geeft.
1. “Eén van de wezenskenmerken van presentie is aandacht. Aandachtig luisteren, kijken en aanwezig zijn. Mensen aankijken en vragen naar hun leven. Luisteren om zo op het spoor te komen van wat de ander nodig heeft om dat leven aan te kunnen. Er bij blijven en de ander niet aan zijn/haar lot overlaten.”
Tamara Lavaert vindt het bijzonder om voor een publiek van pastores te staan, want Andries Baart heeft precies bij buurtpastores de grond voor zijn presentietheorie gevonden. Ook hij was verrast toen bleek dat zijn uitvoerige beschrijving van hun werk ook voor veel andere, sociale professionals beter te herkennen was in hun praktijk dan in de eigen methodiek-boeken met afvinklijstjes. Tamara citeert als voorbeeld straathoekwerker Joost Bonte: “Het boek van Andries Baart werd voor mij en het straathoekwerk in Vlaanderen een soort bijbel, een professioneel kompas. Goede zorg ontstaat door het zorgvuldig aansluiten en afstemmen op de cliënt. Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt en zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat.” Dit soort fragmenten vindt Tamara ook terug in het jeugdwerk, in de gezinsondersteuning en vele anderen, waar het presentiewerk goed is binnen gesijpeld.
2. “Zij, die wij de marginalen noemen, staan in feite in het centrum van de wereld, als een uitdaging voor hen die de mond vol hebben van vrede, rechtvaardigheid, liefde en broederschap.” (Karel Staes)
Dit citaat geeft voor Tamara heel goed aan dat zij die voor de samenleving “sociaal overbodig” zijn, dat helemaal niet zijn. Presentie richt zich op mensen die geconfronteerd worden met onrecht: armoede, racisme, uitsluiting, … Het zijn mensen die het etiket krijgen van: onbehandelbaar, uitbehandeld, opgegeven. Presentie herleidt mensen niet tot hun kwetsbaarheid, maar ziet dat elke mens ook talenten en mooie kanten heeft. En daarmee gaat de presentiewerker aan de slag. Het boek vertelt daarover vele mooie verhalen en brengt zo ook een heel diverse groep van ‘sociale overbodigen’ naar voor: mensen met of zonder huis, met of zonder een verslaving, met of zonder papieren, met of zonder mentale of fysieke problemen. Ook de werkplaatsen zijn divers: gevangenissen, ziekenhuizen en plekken binnen de kerk. Er wordt ook naar de mensen toe gegaan, naar de wijken waar deze mensen graag komen. Vaak blijkt het dan te gaan over mensen in armoede, mensen met een klein netwerk en in eenzaamheid, mensen die op andere plekken niet (meer) welkom zijn of ontoereikend bereikt worden.
Kwetsbaarheid heeft in andere talen meerdere woorden en die verhelderen ook wat er onder kan worden verstaan. ‘Fragility’ wijst op het aspect van de vergankelijkheid en broosheid die ontstaat omwille van ziekte of ouderdom of ziekte. ‘Vulnerability’ is de breekbaarheid die iemand treft door gebeurtenissen als een scheiding, een alcoholverslaving en dergelijke meer. Tenslotte is er ook ‘precarity’. Dit aspect van kwetsbaarheid verwijst naar de breekbaarheid die ontstaat door de keuzes die de samenleving maakt. Mensen in een onwettig verblijf leven in een precaire situatie, omdat de samenleving beslist dat zonder papieren er op een aantal dingen geen recht is. Onder welke betekenis van kwetsbaarheid of sociale overbodig mensen kunnen vallen, de gevolgen zijn gelijk. Mensen komen niet meer tot hun (sociale) recht, zoals huisvesting of inkomen en ze horen er niet meer bij – of zo voelen ze dat aan. Er wordt ook vaak voor hen beslist. Ze hebben weinig aspecten van het leven nog in eigen handen.
3. “Als je present wil zijn, door presentie mens wil worden, dan betekent dat dat je zo nauw mogelijk bij de leefwereld van de ander aansluit. De schoenen van de ander willen aandoen, ook al zitten die soms te strak, of zijn ze veel te groot… (…) En die wereld is niet de jouwe, die schoenen passen je niet, ze zijn lastig om dragen, veroorzaken soms pijn of woede of eenzaamheid.”
Bij deze quote somt Tamara enkele van de acht kenmerken van presentie op, die in het boek aan bod komen. Voorop staat het relationeel werken. Dat is het hart van de presentie, dat ook bouwt aan een ruimer netwerk van vrienden, familie en buren. Het onvoorwaardelijke er-zijn vindt Tamara heel belangrijk, want er zijn weinig plekken waar mensen onvoorwaardelijk welkom zijn. Verder wijst ze op het kenmerk “verdunde ernst en latende modus komen aan bod. Dit wijst op de impact van niet te formeel werken en samen iets doen. Koken bijvoorbeeld. Bij zo’n activiteiten wordt niet alleen veel gebabbeld, maar worden ook dingen gezegd, die niet naar voor komen, zittend aan een bureau. Participeren in eenvoudige dingen, zoals samen koken, Tamara vindt het een echte aanrader. En omdat je aan plekken werkt waar ook anderen uit de buurt welkom zijn, werk je ook aan meer verbinding in de buurt. De latende modus helpt om te zwijgen en niet in een ‘reddende modus’ terecht te komen. Ook het afstemmen blijft altijd belangrijk: is dat wat ik hier doe, wat de persoon nodig heeft? Voor iedereen is dat anders en dus kan het soms ook wel eens niet lukken. Maar ook dat is oké. Presentiewerk is niet gemakkelijk, maar het is wel de kunst (het ambacht) om altijd de relatie te blijven aangaan.
Tamara gaat wat dieper in op het belang van aansluiten in leefwereld. Dat doe je om de niet-bereikte groepen toch te bereiken, door hen op te zoeken waar ze leven en vertoeven. Of ze nu een vraag aan je stellen of niet, op die plekken gaat het vlotter om aan de relatie te bouwen. Bovendien zie je in de leefwereld ook dingen die je gezeten achter een bureau kan zien. Stel dat je bij iemand thuiskomt en bijna struikelt over de blikjes en lege flessen. Vanuit presentie en de eerlijkheid naar de ander toe kan je daarover ooit wel eens het gesprek aangaan. Maar ook de foto’s aan de muur en de herinneringen in het huis: die mooie kanten zie je ook enkel in de leefwereld. Naar de leefwereld toegaan, kan ook betekenen: op een bankje in de publieke ruimte gaan zitten, langsgaan bij andere organisaties. SAM onderzoekt nu zelf of er online kansen zijn om niet-bereikbare groepen toch te bereiken, namelijk mensen die in anonimiteit willen blijven. Al is het de vraag of presentie online ook kan, of echt die fysieke nabijheid vraagt.
4. “Vanuit de overtuiging: ‘Ik ben niet meer dan een ander’, vind ik dat de ander er recht op heeft om mij helemaal te zien, authentiek, zonder maskers. Daarom blijf ik me blootstellen en doet presentie mij diep ervaren wat het betekent mens te zijn.”
Met deze quote haalt Tamara naar voor wat de acht presentiewerkers vertellen in het boek over hoe ze aanwezig zijn bij mensen. Als ze dat allemaal bij elkaar zet, is het een indrukwekkend lijstje. Want presentiewerkers zijn: geduldig, eerbiedig, niet opdringerig, niet gehaast, trouw, betrouwbaar, aanwezig, stil, zelfkritisch, open, onbevangen,… Hoe lang de lijst ook, eigenlijk komt het op één ding neer en dat is: de basishouding van open staan voor de ander en jezelf gegeven hebben.
5. Omgaan met onmacht doe je door liefdevol en verstandig aan te modderen. Doorgaan, ondanks de weerstand die je ondervindt. Stappen zetten terwijl je de beperkingen heel goed ziet.” (Andries Baart)
Presentie is ook een confrontatie met onrecht, pijn en lijden. Het is ook niet altijd gemakkelijk om te zien dat een samenleving zo georganiseerd is dat sociale overbodigheid bestaat. De onmacht is ook een confrontatie met drempels bij jezelf en bij je organisatie. Financiële drempels om een koffietje aan te bieden, dat toch centen kost… Binnen mogen komen in een kathedraal, waar je inkomgeld moet betalen… En het ook een hele uitdaging als je alleen maar mee in de modder kan gaan zitten, dat dan ook te kunnen doen. En ook dat komt duidelijk naar voor in het boek.
6. “Tijd opent deuren maar vooral monden en harten. En dan komen de verhalen. (…) Je bent er ongehaast, aanklampbaar, onderbreekbaar en ontschot aanwezig.”
Presentie is maar mogelijk als er tijd is. Ook tijd om een babbel nog eens te doen en zelfs meerdere jaren vol te houden, al wat nodig is om het vertrouwen van mensen op te bouwen. Hier komt ook zelfzorg om de hoek kijken. Als het genoeg is, is het ook nodig dat je stop kan zeggen, dat je ondersteuning vindt bij collega’s en werkgroepen zoals deze van presentie. Dat er ook intervisie is en vorming en vrije ruimte om af en toe af te wijken van de regels, omdat de mens veel belangrijker is dan de regeltjes die er soms zijn.
7. Als laatste kenmerk haalt Tamara het politiserend werken naar voor, wat gewoon wil zeggen dat we het onrecht bespreekbaar blijven stellen. In het boek vond Tamara dit citaat, van een stagiair:
“In de presentiebenadering heb ik een vorm van verzet gevonden. Ik verzet me in het klein. Door het planten van kleine zaadjes. Door bewuste handelingen die ogenschijnlijk onbelangrijk lijken. Zo groeit het verzet. Daar ben ik van overtuigd. Mijn verzet is gericht op alles wat ik onrecht noem en sterkt degenen die niet tot hun recht komen.”
Wie vanuit presentie aan structurele oplossingen wil werken, vertrekt vanuit een mens- en maatschappijbeeld, dat zegt: “Wij zijn tegen sociale overbodigheid, iedereen hoort er bij, de mens primeert”. Samen kunnen we op veel manieren werken aan een “fatsoenlijke samenleving” waar geen sociale overbodigheid bestaat. Maar ook dit politiserend werken is niet eenvoudig en ook dat beschrijft het boek heel mooi. Iedereen, ook het sociaal werk, wordt beïnvloed door de heersende maatschappelijke tendensen, zeker wanneer er een afhankelijkheid is van subsidies, die verbonden zijn aan de politieke visie die sterk focust op het individueel schuldmodel, wat leidt tot meer voorwaarden, meer activering en meer controle. Dan komen er ook meer regels, meer grenzen, hogere werkdruk, veel meer registreren, … Tamara ziet dat deze tendens in de praktijk er toe leidt dat de hulpvragers zelf meer afstand gaan nemen. Ze vindt dat niet alleen jammer om te zien, het is ook een oproep om er in het sociaal werk zelf heel kritisch naar te blijven kijken.
8. “In ‘t Vlot kan je terecht voor een tas koffie en warme soep. Voorts kun je er ook wel wat materiële hulp krijgen. En dat is erg belangrijk. Want het is noodzakelijke hulp die je nergens anders krijgt. Maar veel belangrijker is het feit dat je er gewoon kunt zijn en kunt landen. Er is altijd wel iemand van de medewerkers die tijd maakt om een praatje met je te slaan. Dat praatje, dat lijkt banaal, maar dat is het niet.” (Arianne)
Deze quote onderstreept voor Tamara prachtig wat het belang is van presentieplekken voor gasten. Ze heeft ook uit alle plekken die in het boek beschreven worden een aantal gemeenschappelijke kenmerken bij elkaar gezet: een warme welkom en gastvrij onthaal, de praktische gastvrijheid die er bij komt kijken om een warm welkom te kunnen geven, het bij naam begroet worden, een aanbod hebben van ontmoeting, het bewust zijn over de eigen drempels, en het geluk te kunnen werken met warme, hartelijke vrijwilligersploeg.
9. Het zijn de vele verhalen, groot en klein, die in het boek aantonen wat het belang en de meerwaarde is van presentie. Ze vertelt daarom zelf ook nog een klein verhaal. “Toen ik stopte als straathoekwerker kreeg ik van één van de gasten, een beer van een man, waar veel mensen wel wat schrik van hadden, een kaartje, zo eentje dat je geeft bij een overlijden. Er stond op: “Het verlies van een jong leven”. Toen hij dat aan mij gaf, toen pas besefte ik wat presentie kan betekenen in het leven van een persoon.”
10. Wees dus trots en fier op dat stevige (pioniers)werk. Koester dat presentiewerk als ambacht. Weet dat jij echt een verschil maakt en dat niks zo krachtig is als met velen “samen mens worden”. Zelf gaat het boek ook gebruikten in het opleiden, vormen en coachen van straathoekwerkers en vooral in het blijven sensibiliseren van sociale professionals om meer aan die presentie te werken. Laat het ons maar samen doen!
Wil je een exemplaar van het boek bestellen? Klik hier.
Redacteur: Rita Boeren