Op maandag 3 september klinken in heel Vlaanderen weer de schoolbellen. De poort gaat open, de speelplaats is geveegd, klassen wachten op leerlingen en leerkrachten. Na een eerste kennismaking of onwennigheid, zit ieder weer op zijn vertrouwde plek.
Een nieuw schooljaar kan beginnen.
In schoolverband spreken we van een leerkracht. Het is een van de weinige beroepsnamen waarin het woord ‘kracht’ voorkomt. We spreken niet van een garagekracht, een verpleegkracht of een brandweerkracht. Leerkrachten zijn op hun best wanneer ze in hun ‘kracht’ kunnen staan. De ‘kracht’ heeft uiteraard te maken met hun opleiding, hun vakkennis, hun pedagogische bekwaamheid en hun maatschappelijke ondersteuning.
Echter, hun echte ‘kracht’ schuilt in hun relatie met de leerlingen.
Een leerkracht die een goede band kan opbouwen met leerlingen, die creatief met leerlingen kan omgaan, die uit eigen hart en bezieling mag spreken, en die waardering daarvoor voelt, zal vanzelf in zijn of haar ‘kracht’ gaan staan. Die ‘kracht’ van leerkrachten hebben zowel de leerlingen als de samenleving vandaag erg nodig.
En de leerlingen dan? Ook zij moeten in hun ‘kracht’ kunnen staan. Hun ‘kracht’ heeft te maken met hun vaardigheden en hun talenten, hun familiale en maatschappelijke omgeving, hun ambitie. Maar dat niet alleen.
Hun ‘kracht’ heeft ook te maken met de waardering die ze ontvangen voor hun inzet, met het netwerk dat hen uitdaagt en draagt, met de kansen op werk die ze voor zich zien.
Voor bepaalde groepen of categorieën van jongeren is dat niet vanzelfsprekend. Symptomen van niet-welbevinden onder jongeren halen regelmatig het nieuws. Wat maakt dat leerlingen in hun ‘kracht’ gaan staan, heeft niet enkel met de school te maken. Het heeft ook en vooral met onze samenleving te maken.
Leerkrachten en leerlingen: zij zijn de hoofdrolspelers. De klas is van hen.
Gelukkig kunnen zij rekenen op een brede kring van ouders, van technisch, administratief en pedagogisch personeel, van schoolbesturen en directies, van diensten voor inspectie en begeleiding, van de onderwijskoepels en van de Vlaamse overheid. Samen maken zij van de school een krachtige leeromgeving. Allen staan vanaf 3 september weer klaar om de handen in elkaar te slaan.
Daar hopen we op: dat het maatschappelijk gesprek over ons onderwijs sereniteit en verbondenheid mag uitstralen. Ook Katholiek Onderwijs Vlaanderen wil daartoe bijdragen.
Op het Wereldkampioenschap voetbal zag ik tal van sterspelers een kruis maken voor of na de wedstrijd. Zo’n sportief kruis mag ook bij het begin van het schooljaar.
Aan allen een goed begin toegewenst!
+ Johan Bonny, bisschop referent voor het onderwijs