Pontificale Hoogmis, Maandag 15 augustus 2016, 10.30 u
Apok. 11, 19a ; 12, 1.3-6a.10ab / 1 Kor. 15, 20-27a / Lc. 1, 39-56
Broeders en zusters,
Ik was pas aangekomen in Frankrijk voor vakantie, toen het nieuws bekend werd van de moord op de 86-jarige Franse priester Jacques Hamel. Op maandag 26 juli werd hij in de parochiekerk van Saint-Etienne-du-Rouvray nabij Rouen door twee terroristen koelbloedig afgemaakt, terwijl hij voorging in de eucharistieviering. De daders beriepen zich voor hun wrede daad op de internationale terreurgroep Islamitische Staat. Het was een bijna rituele moord. De priester moest knielen bij het altaar, gekleed met albe en stola, voor zij hem met een mes het leven ontnamen. Het was de zoveelste aanslag in korte tijd, amper een week nadat in Nice 84 doden en meer dan 400 gewonden vielen, toen de chauffeur van een vrachtwagen op de menigte inreed, eveneens in naam van de terreurbeweging IS. De moord op de priester had een grote symbolische betekenis. Nu werd doelbewust een vertegenwoordiger van het christelijke geloof en van de katholieke Kerk getroffen. Heel Frankrijk was in shock. De aanslag op priester Jacques Hamel raakte een van de gevoeligste zenuwen van de Franse samenleving.
Wat trof mij in de dagen na de moord? Minstens drie beelden herinner ik mij van het Franse journaal. Vooreerst dat president François Hollande nog dezelfde dag van de moord naar Saint-Etienne-du-Rouvray trok om daar zijn absolute afkeuring en verontwaardiging uit te drukken, namens de Franse Republiek. De moord op een priester raakt niet enkel de Kerk in het hart, ze raakt ook de Republiek in het hart. 'Tuer un prêtre, c'est profaner la République', zei hij: 'Een priester vermoorden, is de Republiek ontwijden'. De Republiek of de Staat moet de uitdrukking kunnen zijn, en de waarborg, van het respectvol samenleven onder burgers van verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke gezindten. Het tweede beeld dat mij trof, waren het diepe verdriet en de oprechte woede van de burgemeester van Saint-Etienne-du-Rouvray, Hubert Wulfranc, verkozen op de lijst van de communistische partij. Hij reageerde niet namens de parochie, maar namens heel de plaatselijke gemeenschap, namens alle mensen van goede wil. Als burgemeester verloor hij met de priester een prominente medestander in zijn inzet voor een meer solidaire en begripvolle samenleving. Het derde beeld dat mij bijblijft, zijn de wederzijdse betuigingen van medeleven tussen christenen en moslims de dagen na de moordaanslag. Katholieken gingen op vrijdag het gebed van de moslims bijwonen, terwijl moslims op zondag de eucharistieviering van de katholieken gingen bijwonen. Voor velen was het de eerste keer dat ze in de gebedsruimte of de gebedsdienst van de ander aanwezig waren. Samen wilden ze uitdrukking geven aan hun overtuiging dat geloof nooit een vrijgeleide voor geweld kan zijn, juist omdat God geen God is van geweld of haat, maar een God van vrede en verbondenheid.
Aan wie wil ik vandaag mijn dank en die van de kerkgemeenschap betuigen? Vooreerst aan allen die instaan voor onze veiligheid. We moeten realistisch zijn: er dreigt inderdaad nog meer geweld. Op de fanatieke verbeeldingskracht van haat en vernieling staat geen grens. Zij kan op elk ogenblik en elke plaats toeslaan, zoals de laatste maanden hebben aangetoond, ook in ons land. We hebben de laatste gewelddaad nog niet gezien. Daarom wil ik mijn en onze dank betuigen aan allen die vandaag in verhoogde staat van paraatheid zijn, extra werkuren kloppen en bijkomende risico's nemen: medewerkers van bewakings- en beveiligingsbedrijven, de leden van onze lokale en federale politiediensten, de militairen die sinds maanden twee per twee strategische plaatsen bewaken, de inlichtingendiensten en het parket, de burgerlijke overheden en besturen die de bijkomende last van hun verantwoordelijkheid ernstig nemen. Velen hebben hun vakantie voor onze veiligheid overgeslagen of ingekort. Ze verdienen op deze feestdag een teken van onze dank en waardering.
Vervolgens wil ik mijn waardering uitdrukken voor allen die werken aan concrete netwerken van ontmoeting en waardering tussen de religieuze gemeenschappen van onze stad en provincie. Er is in Antwerpen geen straat, geen supermarkt, geen school, geen ziekenhuis, geen bouwonderneming, geen bank, geen zwembad, geen bestuursorgaan waarin geen burgers van verschillende religieuze gemeenschappen elkaar ontmoeten of met elkaar samenwerken. Voor zo’n samenleving kunnen afzondering of vervreemding geen enkel voordeel brengen. Integendeel. Onze samenleving heeft bruggenbouwers nodig, langs weerszijden van onze culturele en religieuze verschillen: mensen die werken aan verstandhouding en samenwerking, die liever verbinden dan verdelen, die liever in gesprek gaan dan zich in hun gelijk verschansen, die liever een deel zijn van de oplossing dan van het probleem. Wie de kaart van de verbinding trekt, heeft vandaag echter sterke zenuwen en stevige benen nodig. In tijden van geweld en spanning is het moeilijk stand houden tegenover cynische doemdenkers of populistische volksmenners. Daarom dank aan allen die, in het bijzonder vanuit de christelijke gemeenschap, blijven kiezen voor de weg van de dialoog en de samenwerking.
Tenslotte wil ik mijn overtuiging met u delen over de unieke betekenis van Jezus Christus voor het religieuze en maatschappelijke debat van vandaag. Niemand is en blijft de hoeksteen van het vertrouwen en de verbondenheid die we vandaag nodig hebben, als Hij. Wie Jezus wil kennen, moet in het Evangelie twee draden in het oog houden: de draad van zijn persoonlijk getuigenis en de draad van zijn omgang met anderen. Jezus wist waartoe Hij gezonden was, en dat was niet weinig: om het ware gelaat van de Vader te laten zien en zijn wil te volbrengen, om getuigenis af te leggen van de liefde van God, om mensen te herstellen in hun waardigheid als kind van God. Hij liet geen kans onbenut om die boodschap uit te dragen in woord en daad. Toen de weerstand tegen Hem groeide, bleef Hij trouw aan de weg van de geweldloosheid. Meer nog, Hij liet zichzelf veroordelen en kruisigen, liever dan terug te slaan. Juist door die keuze werd Hij een mens van verbinding, de hoeksteen van een nieuw Verbond, de ziel van een nieuwe familie. Wij hebben vandaag niet minder Jezus, maar méér Jezus nodig. Hoe zou Hij antwoorden op het geweld en de dreigingen waarmee wij vandaag geconfronteerd worden? Hoeveel is zijn antwoord ons waard? Dank aan allen die deze vraag ernstig nemen en het kompas van hun persoonlijk engagement erop afstemmen.
Broeders en zusters, op deze feestdag van de Tenhemelopneming van Maria mogen we ons gebed voor onze wereld en onze samenleving toevertrouwen aan Maria, Koningin van de Vrede. Zij is al thuis in de haven waarheen ons schip nog onderweg is. Dat is vandaag onze vreugde en onze hoop.
Amen.
+ Johan Bonny, Bisschop van Antwerpen