|
KERKEN EN (HER)BESTEMMINGEN - Alle thema's
|
Kan je een (beschermde) kerk her- of nevenbestemmen? Als de neven- of herbestemming respectvol omgaat met alle aspecten die betrekking hebben op de beschermingsstatus, staat dit de wijziging van bestemming niet in de weg. Alleszins vragen ingrepen in de infrastructuur goede voorafgaandelijke besprekingen met het Agentschap Onroerend erfgoed: info@onroerenderfgoed.be. |
Kan je een kerkgebouw verkopen? Voor veruit de meeste parochiekerken is het antwoord: nee! (In een uitzonderlijk geval kan een kerkgebouw eigendom zijn van een religieuze gemeenschap. Deze gemeenschap kan na onttrekking aan de eredienst wel overgaan tot verkoop of erfpacht.) Maar veruit de meeste kerkgebouwen zijn geen gewoon eigendom zoals een privéwoning. Naast de kerkelijke betekenis, hebben ze vaak een sociale en culturele waarde die respect vraagt. Zolang een kerk voor de eredienst gebruikt wordt, kan ze niet verkocht worden. Alleen de bisschop kan – na zorgvuldige voorbereiding en via uitzonderlijke procedures – een kerkgebouw aan de eredienst onttrekken. De eigenaar van het kerkgebouw stelt via de kerkelijke hiërarchie de vraag tot onttrekking aan de bisschop. Voorafgaand aan de onttrekking moet vaststaan welke bestemming de kerk krijgt. Dit neemt de bisschop mee in rekening bij zijn definitieve beslissing. |
Wie beslist over de bestemming van een kerkgebouw? Zo gauw neven- of herbestemming van een kerkgebouw aan de orde komt, is het de bisschop die hier over beslist. De gevolgen belangen trouwens velen aan: de kerkraad, gelovigen, gemeente, pastorale eenheid, … Wijzigingen hier omtrent, vragen grondige voorbereiding met voldoende inspraak van alle sleutelbetrokkenen. Toch wordt de uiteindelijke beslissing van een bestemmingswijziging genomen door de bisschop. |
Vanaf wanneer kan je zeker zijn van een nieuwe bestemming? De uiteindelijke beslissing over de nieuwe bestemming wordt door de bisschop genomen, nadat hij akkoord gaat met de vooropgestelde bestemming. Daaraan gaan dus nog overleg en verschillende stappen vooraf. Nadat alle goedkeuringen en handtekeningen zijn bekrachtigd, hangt het nog van vele andere factoren af voor de uiteindelijke verbouwingen worden aangevat (zie: “Hoe lang duurt een proces van her- of nevenbestemming?”). |
Onze plannen zijn klaar om onze kerk te verbouwen tot een nevenbestemming: wat nu?Vooraleer je uitvoeringscontracten sluit, moet de bisschop hiertoe toestemming geven. Eens er duidelijkheid is over de investeringen, de bouwplannen en het initiatief, moet dus goedkeuring gevraagd worden aan de bisschop. Daartoe moet de eigenaar (Kerkfabriek of Gemeente) een dossier indienen dat verschillende onderdelen bevat: 1. De bestemmingsoptie vanuit het Kerkenbeleidsplan (met verwijzing naar het goedgekeurde plan); 2. Een helder plan van de werken die zullen uitgevoerd worden, met kosten-baten-analyse (eventueel kan een uitgebreid architecturaal model ook elektronische worden bezorgd); 3. Een stappenplan van de uitvoering; 4. Eventueel: de tijdelijke oplossing voor de liturgie tijdens de verbouwingswerken. Dit dossier wordt bezorgd aan de bisschop en het vicariaat (Kempen of Antwerpen). Pas na goedkeuring kan de start van de werken gepland worden. |
Ik zoek een kerk om een nieuw project in te starten: waar kan ik terecht? Zolang een kerkgebouw in zijn totaliteit toegewijd is aan de eredienst kan er geen ander (bouw)project in starten. Maar ook een kerk die al onttrokken is aan de eredienst is geen gebouw als een ander. Het blijft in de ogen van wie het kent de perceptie als ‘kerk’ behouden. En ook juridisch kan de eigenaar van een kerkgebouw niet zondermeer tot verkoop overgaan. Hier rond gelden bijzondere voorwaarden en is vooraf overleg met de betrokken vicaris en toestemming van de bisschop nodig. Denk je in aanmerking te komen en wil je toch contact leggen, vul dan eerst dit intakeformulier in. |
Waar vind ik de oppervlakte van ons kerkgebouw?Zeker in deze coronatijden zoek je wel eens naar de oppervlakte van je kerkgebouw. Daar is een heel handige tool voor op Geopunt. Klik in het rechtervlak op "Basiskaart GRB gebouw aan de grond" en zoom vervolgens in op het gebouw (i.c. de kerk) waarvan je de oppervlakte wil kennen. Klik vervolgens op het gewenste gebouw, en vervolgens op "GRB - GBG - Gebouw aan de grond": dat levert je onder meer de oppervlakte en de lengte ervan. Om bouwkundige informatie op te zoeken kan je, afhankelijk van het statuut, verschillende bronnen hanteren. Raadpleeg zeker de inventaris van onroerend erfgoed. Voor beheersplannen en onroerend erfgoedplannen kan je terecht op deze site. Een overzicht van archieven is terug te vinden via vai.be. Voor foto’s raadpleeg je best kerkeninvlaanderen.be. |
FINANCIES EN PATRIMONIUM - Alle thema's
|
Waar kan ik subsidies aanvragen? |
Parochie of kerkfabriek: hoe zit dat eigenlijk in mekaar?De juridische structuur van een Kerkfabriek is die van een openbare instelling. Een parochie daarentegen berust op een private structuur als vzw of stichting. We ontwikkelden een handig schema dat aan de hand van voorbeeld (St-Jan Baptist, Poederlee) de achterliggende structuren verduidelijkt. Klik hier om het te openen.Een tweede schema legt uit wat een kerkfabriek is, wat ze doet en wie er deel van uitmaakt. |
Wat is het verschil tussen verkoop en erfpacht? Bij verkoop verandert een onroerend goed van eigenaar en betaalt de koper een overeengekomen bedrag aan de verkoper. Bij erfpacht wordt het volle genot en de plichten van een onroerend goed overgedragen aan derden tegen een billijke, soms zeer bescheiden vergoeding (zgn. cijns). Een erfpachtovereenkomst loopt minstens over 17 en maximaal over 99 jaar. Iemand die onroerend goed in erfpacht heeft, kan dit nalaten aan rechtsopvolgers. Gedurende de looptijd van de erfpacht neemt de eigenaar zijn eigenaarsverplichtingen niet op: deze berusten dan bij de erfpachter. |
Kan je nog subsidies krijgen voor een kerk die (gedeeltelijk) geen kerk meer is?Enkel een beschermd kerkgebouw kan op gedeeltelijke subsidies beroep doen bij de uitvoering van instandhoudingswerken. Het toekennen van subsidies gebeurt door het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Afhankelijk van de conjuncturele atmosfeer kunnen hierin wijzigingen optreden. Algemeen geldt dat zolang er (gedeeltelijke) eredienst in de kerk blijft plaatsvinden, subsidies kunnen bekomen worden op voorwaarde dat er een goedgekeurd en ingediend Kerkenbeleidsplan is en ook een goedgekeurd en ingediend Beheersplan. Voor meer info hierover zie: www.onroerenderfgoed.be/nl/premies. |
Kan je het geld van de parochie gebruiken om het kerkgebouw te renoveren? Helaas niet. De parochiale beheert haar gelden en goederen in het raam van het bisdom. Dit gebeurt binnen het juridische kader van de dekenale vzw of een Stichting. Dit kader heeft een privé-statuut. De Kerkraad is daarentegen de Openbare instelling die de kerkelijke goederen beheert. Wat de Kerkraad met zijn goederen mag doen en moet laten werd vastgelegd door de Vlaamse Overheid. De twee kunnen geen eigendommen uitwisselen. |
Wie is de eigenaar van een kerkgebouw? En wat is de impact van dat eigenaarschap? Kerkgebouwen die dateren van voor Napoleon zijn meestal eigendom van de gemeente. Voor recentere kerkgebouwen kan de Kerkfabriek of de gemeente eigenaar zijn. Het vraagt wel eens wat gemeentelijk opzoekwerk in de archieven om hierin meer duidelijkheid te krijgen. In een Kerkenbeleidsplan wordt het eigenaarschap vermeld. |
Als een parochie ophoudt te bestaan, wat gebeurt er dan met het geld van die parochie? Als een parochie ophoudt te bestaan, wordt het patrimonium ervan samengevoegd in de nieuwe samengevoegde parochie. Bij het einde van een parochie, wordt ook het bijhorende kerkfabriek ontbonden. Voor het patrimonium van het kerkfabriek geldt hetzelfde als voor de samengevoegde parochie: het patrimonium wordt samengevoegd in het nieuwe kerkfabriek van de samengevoegde parochie. |
Wie zal dat betalen?De kosten die neven- of herbestemmingen met zich mee brengen, moet in de eerste plaats betaald worden door de eigenaar van het kerkgebouw. Deze kan in een aantal gevallen op subsidies beroep doen. Bij een gedeeld gebruik met een externe nevenpartner, moet deze partner betalen zoals contractueel afgesproken wordt voor diens gedeeltelijk nevengebruik. |
Wat gebeurt met de inboedel als onze kerk een nieuwe bestemming krijgt?In een kerk behoort zowel al het tastbare (roerende) als het ontastbare (immateriële) tot het gemeenschappelijke erfgoed. Het is dus geen privébezit. Symbolische voorwerpen verwijzen naar liturgische handelingen die voor mensen van grote betekenis zijn (geweest). Als je omwille van een herbestemming een kerkgebouw moet leegmaken vraagt dit een grondige voorbereiding. Neem hier rond in het bisdom Antwerpen ieder geval contact met Yordi Sollie op het nummer 032028430 of via mail. Stel jezelf vier vragen: wil je dat wel? mag dat wel? moet dat wel? en in welke mate kan dit? Het maken van een gedetailleerde inventaris is de eerste stap. Dit vraagt een grondige voorbereiding en competente aanpak. Klik hier voor meer info hier rond. Het Parcum en de Provincie kunnen aangesproken worden voor advies en ondersteuning. Soms zijn er erfgoedcellen actief in de regio van het kerkgebouw. Ook zij verlenen assistentie: klik hier voor meer info. Bij het maken van een grondige inventaris leert advies van specialisten je ook wat best ter plaatse blijft, wat naar een naburige kerk kan verhuizen, wat naar een museum of verafgelegen kerk kan gaan, wat afgestoten kan worden en wat vernietigd mag of moet worden. Het is raadzaam reeds lang voor een herbestemming met dit proces van start te gaan. |
Vind ik de kadastrale nummers van onze kerk enkel bij de gemeente?Nee! Online bestaat er een heel handig systeem dat je inzicht verschaft in elk kadastraal perceel in België. Je vindt er het nummer van de kadastrale legger, je kan er grosso modo een oppervlakte meten, je kan je selectie uitprinten, enzovoort. Zoek via je browser naar “Cadgis viewer” en klik op de link van minfin.fgov. Als je de pagina bezoekt, word je verzocht toestemming te geven om de app Adobe Flash Player te gebruiken. Je moet dit toestemmen en ingaan op de uitnodiging om de pagina te heropenen. Daarna kan je naar hartenlust in- en uitzoomen op de kadastrale landkaart van België. Wat zoekwerk leidt je snel naar jouw kerkgebouw. Als je de juiste zoom-snit hebt gevonden, klik je op het printericoontje in de gele balk bovenaan. Zo kan je een mooie afdruk maken van de kadastrale gegevens die je nodig hebt. Dat vermijdt een bezoekje aan de gemeente. Handig, toch! |
VOORWAARDEN EN GEVOLGEN - Alle thema's
|
Wat gebeurt er met een parochie die geen kerkgebouw meer heeft? Een parochie beschrijft een territoriaal gebied met daarbinnen één of meer kerkgebouwen. Een kerkgebouw hoort wezenlijk bij een parochie. Als twee of meer parochies worden samengevoegd, beschikken ze in eerste instantie over twee of meer kerkgebouwen binnen dezelfde (samengevoegde) parochie. Voor één van de kerkgebouwen kan vervolgens de procedure worden opgestart tot onttrekking aan de eredienst. Eens die procedure is voleind, blijft er dus nog altijd minstens één ander kerkgebouw over voor de betreffende parochie. De (nieuwe) parochiekerk zal voor sommige parochianen op een grotere afstand verwijderd zijn. Maar eigenlijk blijft er altijd een kerkgebouw beschikbaar. |
Wat is er nodig om twee of meer parochies samen te voegen? De beslissing om parochies samen te voegen ligt bij de bisschop. Het dossier en de aanzet om tot deze beslissing te komen wordt opgestart en grondig voorbereid door de Pastorale Eenheid, de deken en de vicaris. Deze aanpassing volgt een noodzakelijke kerkelijke procedure. De uiteindelijke samenvoeging van kerkfabrieken gebeurt bij een ministerieel besluit en verschijnt in het Belgisch Staatsblad. De samenvoeging van parochies gaat vooraf aan en staat los van de procedure van de onttrekking aan de eredienst van een kerkgebouw. |
Hoe maken we van de pastorie onze kleine nieuwe kerk?Gelovigen kunnen overal samenkomen om het stil te maken en te bidden. Immers Jezus zegt: “Waar twee of meer mensen samenkomen in Mijn naam, daar ben ik in hun midden” (Mt 18,20). De eerste christenen spraken onder mekaar af in een of ander huis. Dat kunnen we dus altijd in praktijk brengen. Maar wat een ‘kerk’ is, wordt beslist door de bisschop. En een kerkgebouw dient ook liturgisch te worden gewijd. En besef: als een kerkgebouw aan de eredienst wordt onttrokken, moet de Kerkraad blijven zorgen voor een burgerlijk gebouw zonder subsidies. Indien het oorspronkelijke kerkgebouw beschermd is, blijven na de onttrekking de premieregels van het agentschap Onroerend Erfgoed gelden. |
Hoe lang duurt een proces van her- of nevenbestemming? Er is een onderscheid tussen het begeleidingsproces om de bestemmingswijzing voor te bereiden (eerste stap) en de eigenlijke implementering ervan (tweede stap). De eerste stap kan 6 tot 12 maanden duren. De duur van de uiteindelijke implementering van een bestemmingswijziging hangt van vele onvoorspelbare factoren af: financieel kader, subsidiëringsaanvraag, materiële haalbaarheid, derde partners, … |
Wat gebeurt er met de parochianen als hun kerk wegvalt? Een kerkgebouw heeft een heel herkenbare functie voor gelovigen. Het is dan ook van ingrijpende betekenis wanneer een parochie omwille van pastorale motieven zou worden samengevoegd met een andere (cfr een noodzakelijke procedure). Op langere termijn kan vervolgens ook een kerkgebouw worden onttrokken aan de eredienst (cfr een noodzakelijke procedure). Dit kan meebrengen dat een heel lokaal kerkgebouw de deuren sluit. Dit hoeft geen einde te betekenen voor diverse parochiële verenigingen: OKRA of Samana, een catechese- of jongerenwerking, … Het vicariaat biedt begeleiding aan voor geloofsgemeenschappen die deze wijzigingen doormaken. |
|
|
Wat mag je aanpassen aan een beschermd kerkgebouw? Alles, op voorwaarde dat je respectvol omgaat met alle aspecten die betrekking hebben op de beschermingsstatus. Alleszins vragen ingrepen in de infrastructuur goede voorafgaandelijke besprekingen met Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed: info@onroerenderfgoed.be. |
Hoe te werk gaan als je geen professionals hebt in je team?Het begeleidingsproces om een bestemmingswijziging voor te bereiden wordt begeleid vanuit het vicariaat (i.c. bisdom). Het volstaat hiervoor aan te kloppen bij de bevoegde vicaris. Op de website van Parcum vindt u meer info over de mogelijke subsidies. |
Wie trekt het eigenlijke proces van her- of nevenbestemming? En wie zijn de sleutelpersonen? Het begeleidingsproces over de bestemmingswijziging van een kerkgebouw gebeurt op initiatief van de meest relevante lokale instantie: de Pastorale Eenheid en de lokale parochie. Begeleiding hierbij wordt aangeboden vanuit het vicariaat (i.c. bisdom). |
Kan je een altaar niet beter verplaatsbaar maken? In principe niet. In de liturgie staat het altaar symbool voor Christus en voor zijn Offer. Meer dan een stuk hout of steen, vertegenwoordigt het altaar Christus zelf. Daarom staat een altaar niet alleen centraal in de kerk, maar is het bovendien vaak vervaardigd massieve steensoorten. Een altaar verplaatsbaar maken betekent dus: Christus aan de kant kunnen schuiven voor andere activiteiten. Dat kan je dus best zoveel mogelijk vermijden. Voor een concert kan je beter de stoelen omkeren en het aanbod presenteren van achter in de kerk. |
Kunnen we in onze kerk burgerlijke uitvaarten doen? Nee, dat is niet mogelijk. Het is wettelijk vastgelegd dat burgerlijke en religieuze activiteiten van mekaar gescheiden moeten blijven. Een kerkgebouw is een religieus gebouw. Niet religieuze activiteiten zullen daarom toch nog als religieus aanvoelen, al is het maar door wat de ruimte in ons oproept. Een burgerlijke uitvaart of huwelijk zal dan ook meer tot zijn recht komen in een neutraal gebouw dan in een kerk. |
Zou een multifunctioneel gebruik van onze kerk een ideale oplossing kunnen zijn?De kerk behouden voor de eredienst en buiten de vieringen andere activiteiten aantrekken lijkt een handige oplossing. De vraag is echter: over welke activiteiten gaat het, hoe vaak vinden ze plaats én hoe lang lopen ze door? Multifunctionele activiteiten moeten hoe dan ook verzoenbaar zijn met de eigenheid van de christelijke gebedsruimte. Dit betekent dat ze niet op privé-of commerciële belangen of op partijpolitieke manifestaties gericht mogen zijn. Er kan ruimte zijn voor maatschappelijke doelen zoals b.v. tentoonstellingen, sociaal dienstbetoon, leslokaal, ... Wanneer deze activiteiten slechts occasioneel plaatsvinden, kan dit perfect blijven passen binnen een volwaardig liturgisch gebruik (valorisatie). Denk hierbij aan b.v een jaarlijks kerstconcert, een vastenactie, een muzische nocturne, ... Als multifunctionele activiteiten frequent voorkomen en een langlopend gebruik worden, blijft dit niet langer verzoenbaar met de identiteit als gewijde kerkruimte. Als het multifunctioneel gebruik een permanent karakter krijgt, is een gedeeld gebruik aangewezen, met daarbij de herinrichting van het kerkgebouw. In ieder geval moet elk voorstel tot bestemmingswijziging vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bisschop. Parcum biedt voorbeelden van gebruiksovereenkomsten bij occasioneel passend multifunctioneel gebruik van een kerkgebouw. |
Een pintje schenken in onze kerk: dat moet toch kunnen, niet? Zolang een kerk een kerk is, moeten alle activiteiten gebeuren met respect voor de christelijke gebedssfeer. Voor een écht feest met drank en maaltijden zoek je dus hoedanook een andere locatie. Een gemeenschappelijke viering t.g.v. de naamopgave voor een sacrament, of een lichtmisviering b.v. vraagt soms om een ontmoetingskans meteen na de viering. Daarbij iets aanbieden achteraan in de kerk kan de gezamenlijkheid versterken. Beperk de ruimte daarvoor tot een afgebakend gedeelte van de kerk en pas de indeling aan zodat altaren, tabernakel, kaarsen en kruisbeelden geen kinderspeeltuigen kunnen worden. Bied de drank gratis aan, vraag desnoods een vrije bijdrage en beperk de tijd tot maximaal een uur. |
Een mobiele of een vaste wand voor nevenactiviteiten in onze kerk?Het altaar, de lezenaar, de zetel van de voorganger en het tabernakel vormen het hart van een kerkgebouw zolang het voor de eredienst bestemd blijft. De bisschoppen schrijven hierover: “In principe wordt er niets gewijzigd aan de inrichting van de centrale liturgische ruimte.” Deze gewijde ruimte straalt immers de sfeer van heiliging uit en vormt zo immaterieel erfgoed. Voor zondagse misgangers die een kleine groep vormen, biedt de kerk vaak te veel ruimte. Het opdelen van de kerk (compartimenteren) biedt soms uitkomst. Maar welke wand is dan verantwoord? Hierover schrijven de bisschoppen: “Een gedeeld gebruik veronderstelt dat de liturgische ruimte en de andere ruimten bouwkundig volledig van elkaar gescheiden zijn; zodat een gedeeld gebruik mogelijk wordt, zonder dat de afzonderlijke activiteiten elkaar hinderen of doorkruisen.” Klik hier voor de volledige tekst van de bisschoppen. Dit stelt hoge en vaak kostelijke architecturale eisen aan zo’n wand. Die lijkt in vele gevallen moeilijk haal- of verantwoordbaar. Een meer bescheiden wand lijkt dan een uitkomst te bieden. Een mobiele wand biedt dan de kans om de ruimte alsnog ad hoc maximaal te benutten bij een uitvaart of grote misviering. Maar ook omgekeerd kan een flexibele wand makkelijk verwijderd worden als het nevengebruik met plaats tekort kampt. Denk b.v. aan een markt met kraampjes of kunsttentoonstelling. Het risico lijkt niet denkbeeldig dat er op de duur kraampjes naast of op het altaar staan, tentoonstellingspanelen het tabernakel omgeven en de zetel van de voorganger stapelplaats is. Zo wordt de immateriële betekenis van de gewijde ruimte geweld aangedaan. Daarom moet een scheidingswand hoe dan ook een vast karakter hebben zodat hij niet om de haverklap kan worden verwijderd. |