De prilste herinneringen van Jan Peeters aan de abdij gaan terug tot zijn kindertijd. De abdij was een tussenstop voor het gezin Peeters-Huyge op hun bedevaart naar Scherpenheuvel. Naast de herinnering aan broeder Eduard in de kerk is vooral de stilte bijgebleven. De stilte en het gevoel: hier is het dat ik moet zijn. Dat stond de twaalfjarige Jan al zo vast als een paal boven water.
Maar eerst moest er nog een hele weg worden afgelegd: de middelbare schoolopleiding, begonnen in het Sint-Lievenscollege, voortgezet in het Sint-Lodewijksinstituut in Antwerpen en voltooid met een vijf schooljaren durende studie Latijn-wiskunde aan het Don-Bosco-instituut in Kortrijk, in de afdeling ‘late roepingen’.
Ook thuis moest Jan nog een hindernis overwinnen. Vader was er immers van overtuigd dat het beter zou zijn dat Jan zijn roeping zou volgen in de abdij van Tongerlo. Jan wist echter zijn ouders te overtuigen vanuit de mogelijke gevolgen die deze keuze zou hebben. De gehoorzaamheid zou hem ertoe kunnen brengen als missionaris naar Congo te moeten vertrekken. Brazilië leek hem méér haalbaar.
Zo kwam Jan dus naar Averbode op 16 augustus 1963 waar hij ingekleed werd op 28 augustus en de kloosternaam Benedictus kreeg. Het was een tijd van verandering en beweging. Het noviciaat viel samen met het tweede Vaticaans Concilie, dat een weerslag had op liturgie, spiritualiteit en het denken over het religieuze leven.
Na de priesterwijding door mgr. Paul Schoenmakers werd Jan gevraagd om mee te werken in de werkgroep voor levensverdieping, opgericht om op aangepaste wijze de werking van de eucharistische kruistocht verder te zetten. De bedoeling was dat Jan zich zou toeleggen op catechese voor kinderen, maar het liep anders. Bij de oprichting van de werkgroep voor levensverdieping werd het bezinningscentrum en zijn werking in deze werkgroep ondergebracht. In die werking van het bezinningscentrum ontbrak een aanbod voor volwassenen, iets waaraan vele gelovigen in het begin van de zeventiger jaren nood hadden.
Van 1973 tot 1989 richtte Jan meditatiecursussen in, waarbij zowel yoga als oosters christelijke meditatievormen aan bod kwamen. Deze cursussen waren een succes en telkens volgeboekt. In die periode verschenen van zijn hand twee meditatieboekjes, Er schuilt een juweel in jezelf en Zie je de lotusbloem.
Reeds tijdens zijn junioraatstijd had Jan een grote belangstelling ontwikkeld voor het oosters christendom. De Byzantijnse ritus, het oosters religieuze leven, en de traditie van het Jezusgebed. Een hoogtepunt in de ontwikkeling van deze interesse was het bezoek aan de berg Athos in 1975. In 1979 kreeg Jan het indult om ook in de Byzantijnse ritus te celebreren. In het aanbod van het meditatiecentrum vertaalde zich dat in Poustinia weken, met veel stilte, een plechtige dienst van het Jezusgebed en een viering van de liturgie in de Byzantijnse ritus.
Op 1 augustus 1981 werd Jan Peeters benoemd tot ziekenhuispastor in Stuyvenberg in Antwerpen. Daarmee eindigde ook zijn opdracht als ceremoniemeester van abt Koenraad Stappers, een taak die hij met veel verve volbracht.
Op 20 december 1987 werd hij aangesteld als pastoor van de Sint-Eligius parochie. Een echte stadsparochie, een gegeven waar Jan, als oud-parochiaan van Sint-Rochus in Deurne, wel voeling mee had. In 2003 werd Jan benoemd tot parochievicaris van Sint-Eligius, Sint-Amandus en Sint-Lambertus. In 2008 kon hij op rust gaan, hoewel hij verder dienst deed in Sint-Eligius. Ondertussen werd de Sint-Eligiuskerk toegewezen aan de Assyrische christenen in Antwerpen.
We hebben het geloof niet ontvangen om dat te verbergen, maar om het te verspreiden. Dit geloof kan immers een licht zijn op de levensweg van onze naasten: vanuit die ingesteldheid heeft Jan zich steeds ingezet op de verschillende pastorale terreinen waar hij dienstbaar is geweest.
Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen; maar als hij sterft, brengt hij veel vruchten voort. Jan, moge Christus, de Zoon van de levende God, zich nu over u ontfermen en u thuisbrengen in het huis van de Heer. Amen.
Prior Paul Van Herck