Hans Vanackere werd geboren in Sint-Denijs-Westrem in 1941 als jongste van zes kinderen. Al vlug verhuisde het gezin naar Antwerpen en kon hij zijn basisschool voltooien in het Sint-Norbertusinstituut in de Groenstraat. Zijn secundaire studies deed hij in de Handelsschool Sint-Eligius. Nadien koos hij voor het seminarie van Mechelen. Op 26 juni 1965 werd hij in onze kathedraal tot priester gewijd door mgr. Daem.
De bisschop zond Hans naar de Katholieke Universiteit van Leuven om Sociale en Politieke wetenschappen te studeren. Het waren de woelige jaren van mei 1968, fenomeen dat natuurlijk niet voorbijging aan zijn faculteit. Toch behaalde hij in 1969 behaalde zijn licentie, wat men tegenwoordig master noemt.
Twee grote lijnen kleuren Hans’ leven: zijn stijlvolle, waardige omgang met mensen en met de Heer in de liturgie, en zijn grote belangstelling voor Kerk en samenleving in de meest brede zin van het woord. Van deze twee lijnen getuigt ook zijn inzet voor de Hospitaalridders van de orde van Sint-Jan van Jeruzalem. Hun prior omschrijft hun opdrachten als volgt: Biddend mediteren, met een open geest werken aan een bredere kijk op de samenleving van vandaag, door studie en gebed zowel in groep als individueel actief zijn om te helpen waar er nood is.
In 1969 startte Hans zijn actieve loopbaan als adjunct-proost van de sociale werken in Mechelen, en als docent aan de Sociale hogeschool van Heverlee. Al snel werd hij naar Brussel geroepen als nationaal proost van de VKAJ. Ondertussen integreerde hij zich ook in het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB), overtuigd als hij was van het belang van overleg en een vruchtbare samenwerking tussen leken en priesters. Daar kreeg hij de functie van secretaris-generaal.
In 1981 volgde hij professor pater Jan Kerkhofs op als secretaris-generaal van Pro Mundi Vita, een internationaal studie- en onderzoekscentrum, dat zich vooral richtte op de implementatie van de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie.
Waarschijnlijk daardoor geïnspireerd stichtte hij, onder voorzitterschap van wijlen Wilfried Martens, een Europees studiecentrum met de naam CAFED: Christelijke academie voor Europese dialoog. Hij wist hoe belangrijk de dialoog en de Europese samenwerking zou worden in de toekomst. De huidige moeilijke situatie in Europa heeft zijn intuïtie gelijk gegeven.
In 2005 werd hij benoemd tot deken van Zuiderkempen, een overkoepeling van vijf dekenaten. Daardoor werd hij automatisch lid van de bisschopsraad, waar hij ook moderator werd. Ook benoemde mgr. Bonny hem tot kanunnik van het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Dat hij in de Zuiderkempen als deken terechtkwam, was geen toeval. Gans zijn priesterleven was hij tijdens zijn vrije weekends actief in de parochie Noorderwijk, de parochie van zijn vriend Willy Notelteirs. Ook in de Chiro van die parochie was hij actief aanwezig.
Met de federatiecoördinatoren en vele geëngageerde christenen bouwde hij geduldig maar ook vastberaden, aan een dynamisch, maar groot dekenaat, en dat in tijden van verminderende kerkbetrokkenheid. Eén van de verwezenlijkingen was het project ‘Heilige Huisjes’, waarin zijn culturele interesse een uitweg vond. In dat kader patroneerde hij ook ‘De preekstoel’ in de kerk van Herentals. Met zijn rijkgevuld adresboekje kreeg hij verschillende vooraanstaande leken en priesters op die preekstoel om te getuigen wat het voor hen betekent te zeggen: ‘Ik ben christelijk gelovig’.
Na Hans’ emeritaat vertrouwde mgr. Bonny hem nog een speciale opdracht toe: Amandus Internationaal. Er waren nogal wat buitenlandse priesters aanwezig in het bisdom. Hen moest hij samenbrengen om elkaar te leren kennen, en hen als het ware wegwijs te maken in de gebruiken van onze samenleving en ons diocees. Mogen we zeggen dat het een soort ‘pastorale inburgeringscursus’ was? Dat was een kolfje naar zijn hand. Hij deed dat heel graag, maar moest in 2017 de fakkel doorgeven omwille van gezondheidsproblemen.
De laatste jaren vond hij een thuis in de parochie Sint-Norbertus, waar hij graag voorging in de liturgie. Een mooie liturgie met een zingende gemeenschap, zowel gregoriaans als polyfonisch, en geregeld ook verbonden met een Bachcantate, vond hij belangrijk. In die kerk wijdde hij dit jaar nog de palmen en vertelde hij het lijdensverhaal mee. Maar zijn hosanna heeft maar enkele dagen geklonken. Drie dagen later ging hij reeds Pasen vieren bij de Heer van alle leven.
Rik Aegten