Pastor Jef Meeusen is thuisgekomen bij de Herder.
Jef droeg volgende woorden van Johannes met kracht en begeestering in zich en trachtte ze met de mensen te beleven.
“Ik ben de goede herder: Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; Ik geef dan ook mijn leven voor mijn schapen. Ik heb nog andere schapen dan die uit deze hof. Ook voor hen moet Ik een herder zijn: ze zullen luisteren naar mijn stem. Zo wordt het: één kudde met één herder.” (Johannes 10,14-16)
Jef was ‘thuis’ op zijn Gooreind. Daar leefde hij als priester tussen zijn mensen. Hij kende ze letterlijk en figuurlijk bij naam. Hij kende hun wel en wee.
Met een warm hart zorgde hij voor de bewoners van het rusthuis. Hij droeg zorg voor de mensen en voor het kerkgebouw. Heel veel uren deelde hij tussen deze twee. Samen liturgie en eucharistie vieren, luisteren naar de levensverhalen van mensen.
Dopen, trouwen, begraven, tijd en ruimte maken voor verzoening, week- en zondag biddend en gelovig zich samen met ons richten op ‘de Herder’.
Worstelend met de uitbreiding van de pastorale opdrachten in een steeds kleiner wordende ploeg van pastores, maar meegaand in de nieuwe uitdagingen voor het Kerk-zijn vandaag.
Jef in het voetspoor van de Herder, was jij herderend onder ons.
Wij dragen je als priester, als mens, als man van ‘t Gooreind, verder mee in een gelovige verbondenheid. Blijf ons vanuit het Vaderhuis inspireren en oproepen om een zorgzame Kerk, pastorale eenheid, geloofsgemeenschap, uit te bouwen.
Ivo Van Hecken