Wie woont in de buurt van een school kent de klank van een speelplaats: een mengeling van stemmen die doorheen elkaar roepen, lachen en zingen. Het klinkt als een muziekstuk zonder partituur of dirigent, vier keren per dag.
Op een school komen alle stemmen samen: alle stemmen die kinderen en jongeren kunnen laten horen, in hun bonte verscheidenheid.
Niet enkel op de speelplaats, maar ook in de klas. Kinderen en jongeren van zeer diverse sociale, culturele, religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond zitten er naast elkaar, bij dezelfde leerkracht, met dezelfde leeropdracht.
Een school is geen eiland of enclave. Ook scholen van het katholieke net ontvangen kinderen en jongeren van zeer uiteenlopende religieuze of levensbeschouwelijke herkomst. Die openheid brengt vele kansen en uitdagingen met zich mee. Tegelijk zet zij de vraag op scherp naar de eigenheid van ons onderwijs, in het bijzonder van het katholiek onderwijs.
Hoe kunnen eigenheid en verscheidenheid vandaag samengaan?
In de visietekst van en voor het bisdom Antwerpen ‘Een houtskoolvuur met vis erop en brood’ (2012) schrijft bisschop Johan Bonny: ‘Vanuit een christelijk mens- en wereldbeeld mag ‘eigenheid’ niet uitmonden in afgrenzing of uitsluiting. We staan open voor alle kinderen en jongeren die voor onze school kiezen.
Maar ‘openheid’ mag niet eindigen in een kleurloze ‘neutraliteit’.
Wij willen kinderen en jongeren opvoeden in een christelijke geest en met een christelijke levensstijl voor ogen. Het ‘verschil’ waar het in het Evangelie en de kerkgemeenschap over gaat, moet in een katholieke school tot uitdrukking kunnen komen’.
Hoewel de nieuwe beleidstekst Vieren op school vooral aandacht besteedt aan vieringen op een katholieke dialoogschool, vallen scholen van de andere netten niet uit beeld. Integendeel, ook directies en leerkrachten uit scholen van het officiële net zullen in de voorliggende tekst vragen en opdrachten herkennen waarmee ze dagelijks te maken hebben.
In een katholieke dialoogschool is ruimschoots plaats voor schoolvieringen: een brede waaier van verdiepende en bezinnende activiteiten die een school kan organiseren om betekenisvolle momenten of tijden te markeren. Ook op scholen van de andere netten kunnen vieringen doorgaan, minstens in het kader van de godsdienstles. Deze schoolvieringen kunnen een breed humaan karakter hebben zonder aparte verwijzing naar een religieuze traditie. Ze kunnen ook uitdrukkelijk religieus of kerkelijk zijn. Daartussenin zijn verschillende gradaties mogelijk.
Het eerste deel van de nieuwe beleidstekst geeft een overzicht van de verschillende soorten bouwstenen waarmee men een schoolviering kan opzetten. Het tweede deel gaat nader in op verschillende soorten schoolvieringen waarvoor men kan kiezen. Deel drie bespreekt verschillende manieren om aan een schoolviering deel te nemen. In deel vier bespreken we de speciale plaats die de Eucharistie in dit geheel kan krijgen. In het vijfde deel geeft de tekst beknopte voorbeelden van schoolvieringen naar aanleiding van diverse gelegenheden. Deel zes behandelt de vraag of een schoolviering best binnen of buiten de lestijd plaatsvindt en deel zeven de vraag wie de verantwoordelijkheid voor een schoolviering opneemt. Ten slotte volgt een voorstel om tot een jaarplanning te komen.