In heel de provincie Antwerpen is geen heilige zo vermaard als Sint-Gummarus. De volkstoeloop en de verering van onze stadspatroon is dan ook telkenjare zeer groot. Van uit alle aanpalende landen kwamen vroeger bedevaarders naar Lier om Gummarus' bescherming af te smeken tegen ongelukkige huisgezinnen en tegen breuken.
De vereerders gaan biddend rond de Sint-Gummaruskas, die in het midden der kerk is opgesteld. de grootsten onder hen trachten een der draagberries aan te raken. In een zijbeuk laat een priester de reliek kussen en de band aandoen.
In de Sint-Pieterskapel gaan de gelovigen bidden voor het zilveren borstbeeld van Gummarus, dat in het midden is tentoongesteld, of gaan driemaal rond het altaar, waaronder zich het graf van de heilige bevindt.
De eerste zondag na 11 oktober is het Sint-Gummaruskermis. dan gaat de grote processie uit, dan staan de straten vol volk, dan luidt Salvator en speelt de beiaard, dan steken al de vlaggen uit, tot boven op Gummarus zijn hoed, dan zijn de straten bestrooid met veelkleurige papieren snippertjes, dan zijn de lui op hun paasbest, dan is er kermisvolk, dan is er muziek en feest en plezier!
's Maandags en 's dinsdags is het een echte begankenis naar 't Sint-Gummarus fonteintje (Emblem, geboorteplaats van Gummarus). Het volk stroomt er heen te voet, per tram, rijtuig of autobus. Driemaal gaan de bezoekers rond het kerkje, treden er binnen en offeren kaarsen; daarna dalen ze neder tot aan de fontein, drinken van het water en dragen het mee naar huis voor de zieken.
's Zondags daaropvolgend is het na-kermis, welke gewoonlijk door een prachtig vuurwerk wordt besloten en dat telkens duizenden ouders met hun kinderen naar de Grote Markt doet stromen.En dan is de kermis uit.
(St. Verhelst in Lier, vroeger en nu, Jaargang 1, 1927, nr. 10)