Allerheiligen en Allerzielen | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Vincentiusgemeenschap Anzegem

Vincentiusgemeenschap Anzegem

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • WIJ VIEREN
      EucharistievieringenSacramentenCommunie aan huisOpen kerkenKorenLectorenMisdienaars
      WIJ HEBBEN EEN HART VOOR
      KaribuRouwgroepIlo Ilo VichteZiekenWelzijnszorgBroederlijk Delen
      WIJ HOUDEN JE OP DE HOOGTE WIJ MAKEN KENNIS MET ONS PASTORAAL TEAM WIJ ZIJN TE BEREIKEN WIJ ZETTEN IN OP JONGEREN...
      VIN JE
A

Allerheiligen en Allerzielen

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op donderdag 3 november 2016 - 22:42
Afdrukken

Hoe afscheid nemen?

Een geliefde mens verliezen is een pijnlijk en ingrijpend gebeuren. De overledene was kind van zijn ouders, broer of zus, vriend of geliefde, echtgenoot of partner, opa of oma. Daarbij was de overledene een lid van de parochiale gemeenschap, van één of meer verenigingen.

Het heengaan van de overledene treft allen: de familie, de vrienden, de buren, de parochie.

In de kerkelijke uitvaartliturgie (in de vorm van een eucharistieviering of een gebedsdienst) nemen de familie en de vrienden, samen met heel de christelijke gemeenschap, afscheid van de overledene. Samen vertrouwen ze de overledene toe aan de liefde van God. De kerkelijke uitvaartliturgie verdient de beste zorg van alle betrokkenen.

Verbondenheid met de overledenen

De afgelopen decennia is de manier waarop we afscheid nemen van onze dierbare overledenen en hen blijven gedenken grondig veranderd. De katholieke Kerk pleit ervoor de uitvaartliturgie te blijven vieren in aanwezigheid van het lichaam van de overledene, gevolgd door het laatste afscheid van de overledene bij de teraardebestelling of crematie.

De nieuwe instructie van de Congregatie voor de Geloofsleer gaat over het bewaren van de as van de overledene na crematie. Enerzijds onderstreept de instructie de betekenis van de blijvende verbondenheid tussen de levenden en de doden, zowel in de familie als in de gemeenschap. De dood en het afscheid behoren niet enkel tot de privésfeer; ze hebben ook een familiale en een maatschappelijke betekenis. Meer en meer families willen van de uitvaart een persoonlijk gebeuren maken. Het wordt minder en minder een gemeenschapsgebeuren.

De dood maakt deel uit van het leven. In onze (landelijke) streek kloppen nog veel mensen aan bij de Kerk. De kerkelijke uitvaart (in de vorm van een eucharistieviering als in een gebedsdienst) is in de eerste plaats een verrijzenisliturgie en niet een afscheidsviering. Het is een bijeenkomst van gelovige mensen die hun gemeenschappelijk verrijzenisgeloof belijden en uitzingen, die luisteren naar Gods Woord en bidden.

Zonder te veralgemenen mogen we toch zeggen dat voor veel mensen de uitvaartliturgie tegenwoordig een afscheidsviering is geworden.

Gesprek met Albert Parmentier en Eddy D’Hondt: grafmakers en kerkhofverzorgers

Albert Parmentier (82 jaar) was destijds 35 jaar grafdelver en kerkhofverzorger op de kerkhoven van Anzegem St.-Jan, Heirweg en Gijzelbrechtegem.

Na de pensionering van Albert in 1999 op 65-jarige leeftijd werd Albert opgevolgd door Eddy D’Hondt die in 2004 ook nog de kerkhoven van Tiegem, Kaster en Ingooigem erbij kreeg.

Albert heeft ‘zijn’ drie kerkhoven altijd alleen moeten verzorgen. Eddij heeft voor ‘zijn’ 6 kerkhoven ook de bijstand van Lode Delombaerde en Kieth Veys.

We laten Albert en Eddy aan het woord:

‘De zwaarste momenten voor ons zijn het begraven van een kind, een vriend, een goede kennis, maar vooral een eigen familielid. Albert verklaart: ‘Zo heb ik mijn eigen vader en moeder begraven en dat is heel hard. Slechts éénmaal in mijn ganse carrière heb ik in mijn ‘congé’ geen begrafenis gehad’.

Thans worden de graven 1.60 m à 1.80 m diep gemaakt, terwijl het vroeger 1.40 m. was. Met 4 personen (2 van de gemeente en 2 van de begrafenisondernemer) wordt de lijkkist in het uitgedolven graf in de volle grond geplaatst (klassieke begrafenis) en daarna toe gedekt met aarde. Vroeger gebeurde dit allemaal met de hand met spade en schop, terwijl tegenwoordig meer en meer gewerkt wordt met een graafmachine’.

Ook een bijzetting in een grafkelder waarbij de grafmaker ervoor zorgt dat de opening van de grafkelder vrij wordt gemaakt behoort tot de klussen van de grafmaker, eventueel met de hulp van het bedrijf dat de grafkelder plaatst.

Eén vierde van de overledenen wordt thans gecremeerd, weet Eddy.

Ook de bijzetting in het columbarium behoort tot één van de taken van de grafmaker. De grafmaker plaatst in dit geval de asurne in de columbariumnis die door hem veilig wordt gesloten.

De asverstrooiing op de voorziene asweide gebeurt eveneens door de grafmaker. Na het afscheid van de overledene zal de grafmaker de strooibus een laatste groet geven om daarna over te gaan tot de effectieve asverstrooiing op de asverspreidingsweide van de begraafplaats.

Eddy weet te zeggen dat overledenen kunnen begraven worden op ‘gewone’ grond (1 persoon en gratis), op ‘gekochte’ grond (voor 2 personen en voor 50 jaar en te betalen) en op ‘gekochte’ grond met kelder (voor 1, 2 en 3 personen en te betalen). En hij haalt terstond een kaartje boven met de prijzen erop. Eddy vervolgt: ‘De wet schrijft voor dat wanneer men bij overlijden niet gekozen heeft voor de aankoop van een grafconcessie, de gemeente het graf mag verwijderen zonder toestemming te vragen aan de familie, na tien jaar grafrust’.

‘Het nodige papierwerk voor de grafconcessies en andere administratieve taken behoren echter tot de taak van de diensten van de burgerlijke stand van de gemeente’, voegt Eddy er nog aan toe.

Het onderhoud van het ganse kerkhof behoort ook tot de taak van de grafmaker: graven (naast de familie) en plantsoen onderhouden, hagen scheren, grint bijleggen, zorgen dat het personeel van de begrafenisondernemer gemakkelijk het graf kan bereiken. Kortom een gevuld takenpakket voor de grafmaker als je dit geheel van taken van naderbij bekijkt. En dit in regen en wind, koude of in de felle zon. Niet te verwonderen dat er weinig kandidaten te vinden zijn voor deze job, zeggen Albert en Eddy samen in koor. Je moet daarvoor mannen uit één stuk zijn.

Zonder de grafmakers kunnen er bijgevolg geen begrafenissen, asverstrooiingen of bijzettingen plaatsvinden.

Albert en Eddy vertellen me nog het volgende:

- de bloemen blijven 20 dagen liggen op het graf, daarna worden ze weggenomen;

- na 15 oktober mogen geen werken aan de grafzerken meer uitgevoerd worden ten einde de begraafplaats proper en net te houden rond Allerheiligen;

- alle bloemen die geplaatst werden op de graven rond Allerheiligen worden tegen 01 december weggenomen (zie hiervoor het gemeentelijk blad Aktiv van november a.s.).

En plots op het einde van het gesprek zegt Albert: ‘Ik ben al eens begraven geweest’. Eddy en ik bekijken Albert stomverbaasd. ‘Ja’, zegt Albert, ‘het is echt gebeurd en ik zal het jullie vertellen:’.

‘Bij het inbrengen van een lijkkist in een grafkelder, had de bewuste begrafenisondernemer problemen doordat de lijkkist te grote afmetingen had in verhouding tot de afmeting van de toegang tot de grafkelder. Ik had ervoor gewaarschuwd dat het niet doenbaar zou zijn. Om het onmogelijke mogelijk te maken was ik bereid om toch in de kelder af te dalen op vraag van de begrafenisondernemer. Met wat trek- en duwwerk probeerde het personeel van de begrafenisondernemer toch maar de lijkkist door de toegang te krijgen en was ik tegelijkertijd in de kelder bezig met helpen. Maar het bleef een aartsmoeilijke opdracht en het werd intussen middag en het personeel van de begrafenisonderneming moest het kerkhof verlaten om zich te kunnen begeven naar hun eigenlijke werkplaats zoals fabriek, kantoor, school,…Ik had mijn medecollega grafmaker aanbevolen om ’s middags te gaan eten en ondertussen andere gemeentelijke arbeiders te verwittigen dat ik vast zat. Om 13.00 u. zijn ze dan op de begraafplaats aangekomen met het nodige materiaal, zoals een ‘marteau piqueur’ om mezelf  uiteindelijk te kunnen bevrijden. Zo was ik anderhalf uur (1u.30’)‘levend’ begraven’.

Albert voegt er nadien lachend aan toe: ’Om nooit te vergeten’.

 

Roland Caes

Gepubliceerd door

Vincentiusgemeenschap Anzegem

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie
gebedsintentie paus augustus 2024: politieke leiders
readmore

Gebedsintentie paus augustus 2024: voor politieke leiders

icon-icon-inspiratie

Reacties

Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw. 

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook