Individuele opdracht: Zoek een rustig plekje en verwijl even bij volgende spreuk: ‘Vertrouw er op dat er voor je gezorgd wordt als je niet weet welke richting je op moet.’ Heb je dat al eens mogen ervaren? (5’)
Koppelopdracht: Zoek een rustig plekje en val samen even stil bij de volgende tekst. Wat roept deze tekst bij jullie op? Twee aan twee leven wordt ebbe en vloed die vervloeien in een eindeloos teder gebaar. Het is zoals het land en het water steeds meer thuishoren bij elkaar. (Symposion) (5’)
Groepsopdracht met 3 personen: ‘De meeste mensen deugen’ is de titel van een boek van Rutger Bregman. Akkoord of niet akkoord met deze uitspraak? (10’)
Gezins- of familieopdracht: Vertrouwen dat een ruzie weer gaat goedkomen. Vertrouwen dat er geen enge dingen onder je bed zitten. Vertrouwen dat broer of zus niet gaat klikken. Vertrouwen dat je kind er wel komt op zijn of haar manier. Vertrouwen dat er na regen zonneschijn komt. Vertrouwen dat de juf het goed bedoelt met jou. Vertrouwen dat het kamp leuk zal worden. Vertrouwen dat …, kunnen jullie verder aanvullen? Waarop vertrouwen jullie in jullie gezin of familie? (5’)
Doe-opdrachten
Individuele opdracht: Sluit je ogen. Probeer voor jezelf het woord ‘vertrouwen’ te visualiseren. Wat zie je? Wat hoor je? Wat voel je? Wat ruik je? Wat proef je? Schrijf of teken dit op een kaartje en hang het aan de liefdesmuur. (10’)
Koppelopdracht: Voer deze vertrouwensopdracht uit: Ga tegenover elkaar staan, voeten tegen elkaar. Geef elkaar de hand en leun achterover. (5’)
Groepsopdracht voor 8 personen: Voer dit vertrouwensspel uit: Bind de uiteinden van een lang touw aan elkaar. Doe allemaal een blinddoek om. Zoek elk een eigen plek langsheen het touw. Nu ga je, enkel door met elkaar te praten, met het touw in een vierkant staan. Het touw moet, met andere woorden, na een tijd een perfect vierkant vormen. (10’)
Gezins- of familieopdracht: Iemand van je gezin of familie staat in het midden van een kleine kring. Hij of zij houdt zich zo stijf als een plank, doet de ogen dicht en wordt dan zachtjes van de ene persoon naar de andere geduwd. De voeten van de ‘plank’ mogen niet van hun plaats komen. (5’)