Naar de Bijbelse, intergenerationele werkvorm 'Het Boek gaat open...'
Het verhaal
Jezus was al veertig dagen in de woestijn. ’s Middags was het er bloedheet, maar ’s avonds koelde het sterk af. ’s Nachts gebruikte hij zijn mantel als deken. Het was vreemd om zo lang in de woestijn te zijn. Hij at alleen wat hij vond en dat was niet veel. Hij praatte met niemand. Nog nooit in zijn leven was hij zo lang alleen geweest. De woestijn was een goede plek om na te denken. Om alles op een rijtje te zetten. Om te bidden ook. Elke dag voelde hij een beetje duidelijker welke kant hij met zijn leven op zou gaan. Hij wilde aan de mensen vertellen wie God was. Hij wilde hen leren dat God hun Vader was en dat alle mensen dus broers en zussen zijn van elkaar. Zo moesten ze ook voor elkaar zorgen: als broers en zussen. Maar hoe moest hij het aanpakken om dat aan de mensen uit te leggen? Wat wilde God precies van hem?
Om te kunnen nadenken over wat je wilt doen in je leven, is het soms goed om even alleen te zijn. Precies daarom was Jezus naar de woestijn getrokken. Hij was er alleen met de zon en het zand, met de nacht en de rotsen. Allerlei vragen dansten in zijn hoofd: kan ik mensen vertellen over God? Ben ik niet te bang? Zullen ze naar me luisteren? Waar moet ik naartoe? Wat zullen de priesters zeggen? En de Romeinen? Er werden zo veel mensen onrechtvaardig behandeld in hun land. Zal ik nog vrienden hebben als ik daartegen durf protesteren? Zal God me altijd vasthouden? Het tolde in zijn hoofd.
Alleen op die laatste vraag groeide een stevig antwoord: God zou hem nooit in de steek laten.
Even liet hij zich meeslepen om voor andere keuzes te gaan in zijn leven. Hij had na al die tijd echt honger. Zo kwam het dat hij aan brood dacht, toen hij een steen zag liggen. Als God echt een plan heeft met mij, kan Hij ervoor zorgen dat ik deze steen kan omtoveren in een brood, dacht hij. Maar meteen joeg hij die gedachte weg. Het was niet met toverkunstjes dat je mensen voor God moest winnen, dat besefte hij wel. ‘Een mens leeft niet van brood alleen’, dat had hij van zijn oude leermeester geleerd. Het was belangrijker om een eerlijk hart te hebben dan een volle buik!
Hij zag zichzelf staan praten voor een grote groep mensen. Ik kan alle koninkrijken van de wereld in mijn macht krijgen, dacht hij. Zou dat niet geweldig zijn? Maar weer schudde hij zijn hoofd. God wilde toch niet dat hij de baas zou spelen over alle mensen! Hij moest hen juist dichter bij God brengen, zodat ze samen konden werken aan een wereld vol vrede. ‘Ik wil alleen God dienen’, zei Jezus.
Toen hij boven op een hoge rots was geklauterd, kreeg hij heel even zin om naar beneden te springen. Dan moest God maar een paar engelen sturen om hem op te vangen! Dan was hij zeker dat God hem niet zou laten vallen! Maar het was te gek om zoiets te doen. Hij hoefde God niet uit te dagen. Hij kon Hem gewoon vertrouwen.
Ik ga rondtrekken en aan alle mensen vertellen over God, dacht Jezus. We zien wel wat ervan komt.
Naar Mt 4,1-11, Mc 1,12-15 en Lc 4,1-13
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 150-151.
Denkvraag
Om stil te worden hoef je niet naar de woestijn te trekken. Je kunt het ook doen in je kamer voordat je gaat slapen. Wat was er vandaag zo fijn, dat je God ervoor wilt bedanken? Waar heb je spijt van? Wat wil je morgen beter doen?
Doe-tip
Teken de plek waar jij stil kunt worden en alles wat daarbij hoort.
Gebed
Lieve God,
Met jouw hand op mijn rug durf ik alles.
Help me om goed te zijn
voor de mensen die ik ontmoet.
Laat me altijd, net als Jezus,
jouw richting kiezen.
Amen.
Goed om te weten
Met de Bijbelse, intergenerationele werkvorm 'Het boek gaat open ...' kunnen jong en oud het verhaal over Jezus in de woestijn samen verkennen op een speelse en tegelijk verdiepende manier.