Het verhaal
Maria zat op de rug van hun ezel. Vandaag zouden ze aankomen in Betlehem. Ze zagen het stadje in de verte al liggen. Jozef hield de teugels vast. ‘Er zijn de laatste tijd veel vreemde dingen gebeurd’, dacht Maria. ‘Een engel die zei dat het kind in mijn buik van God komt. Mijn nicht Elisabeth die ook een kindje heeft gekregen, ook al is ze al oud. En nu weer deze reis naar Betlehem. Toch ben ik niet bang. Jozef is bij me. En God is bij me. Ik weet gewoon dat het goed is wat er gaat gebeuren.’
Maria legde haar hand op haar bolle buik. Ze schuifelde een beetje heen en weer. Jozef merkte het meteen. ‘Wil je even rusten, Maria?’ vroeg hij. Ze schudde het hoofd. ‘Nee, laten we maar verder gaan. Ik zal in Betlehem wel rusten’, zei ze.
‘Ik ben er altijd trots op geweest dat ik heel ver familie ben van koning David’, zei Jozef. ‘Maar nu komt het wel slecht uit, dat we daardoor helemaal naar Betlehem moeten om ons te laten inschrijven in de lijsten met alle inwoners. Zodat de keizer weet van wie hij allemaal belastingen kan innen.’
‘Ik vind het wel leuk om naar Betlehem te gaan’, zei Maria.
‘Maar net nu!’ riep Jozef uit. ‘Ik hoop maar dat alles goed gaat en dat de baby niet te gauw komt.’
Maria zweeg. Ze kreeg daarstraks zo’n raar gevoel in haar buik. Het zou haar niet verwonderen als het kindje eraan kwam. Maar ze wilde Jozef niet ongerust maken.
In Betlehem was het een drukte van belang. Blijkbaar waren er veel mensen die zich hier moesten laten inschrijven!
‘We zoeken eerst een plaats om te slapen zodat jij kunt rusten’, zei Jozef.
Maar alle hotels en pensions zaten vol. Ze trokken van huis tot huis, maar nergens was er nog een plaatsje vrij. Maria zag bleek van vermoeidheid en haar buik deed telkens gemeen pijn. Jozef zocht een plekje op een boerderij, maar ook daar zat alles vol met familie.
‘Alleen in de stal waar onze os staat, is er nog plaats’, zei de boer. ‘Als jullie het niet erg vinden om bij de os te slapen. Er ligt schoon stro genoeg.’ Dat deden ze dan maar. Jozef zorgde dat Maria gemakkelijk lag.
‘Ons kindje wil geboren worden’, zei Maria. Jozef knikte, maar Maria zag dat hij lichtjes in paniek raakte. ‘Zoek maar een vrouw die me kan helpen’, zei ze. Even later kwam hij terug met een oudere vrouw, die zorgde voor Maria en alles klaarmaakte voor het kindje. Een tijdje later was de baby er.
‘Een jongen!’ zei de vrouw. Maria duwde haar neus in zijn dunne haartjes. ‘Mijn bijzondere baby! Ik hoop toch zo dat met jou alles beter zal worden!’ Ze wikkelde zachte doeken om zijn kleine lijfje en legde hem in een houten bak, die vroeger als voederbak voor de dieren had gediend. Met wat stro erin was het een prima wiegje. Jozef stond stil en glimlachend naar zijn zoontje te kijken. Jezus, zo zouden ze de baby noemen. Dat had de engel gevraagd en het was een mooie naam.
Jezus betekende: ‘God redt.’ Als dat waar was, zou dit kindje veel mensen gelukkig maken!
Naar Lucas 2, 1-7
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 137-140.
Denkvraag
Waarom ben jij blij dat Jezus geboren is?
Doe-tip
Knutsel papieren engelen om op tafel te zetten. Op elke engel schrijf je de naam van een gast.
Hier zie je hoe je engelen kunt knutselen.
Gebed
Lieve God,
toen Jezus werd geboren,
wensten de engelen vrede aan alle mensen.
Ook vandaag hebben we vrede nodig,
in alle landen waar oorlog is en waar mensen elkaar pijn doen,
in elk huis waar mensen lelijk doen tegen elkaar.
Breng vrede in de harten van alle mensen,
zodat ze stoppen met oorlog en ruzie
en met elkaar leven in liefde, geduld en hartelijkheid.
Amen.