Het verhaal
Simon en Andreas liepen langs de rivier de Jordaan. Opeens zagen ze een heleboel mensen bij elkaar staan.
‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg Simon.
‘Er staat iemand te spreken’, zag Andreas. Hij stootte een oude man aan die aan het luisteren was. ‘Hé, naar wie staan jullie te luisteren?’
‘Dat is Johannes, die ze ook de Doper noemen’, antwoordde de man. ‘Hij leeft in de woestijn. Hij eet sprinkhanen en wilde honing.’
Andreas en Simon drongen naar voor. De man zag er uit als een profeet, met zijn kameelharen kleren, zijn riem en zijn stok.
‘De tijd dat alles anders wordt, is aangebroken!’ riep Johannes luidkeels. ‘Jullie moeten anders gaan leven. Als jullie het echt menen, kom dan maar hier, bij mij in het water.’ Hij ging in het water van de Jordaan staan. ‘Dan dompel ik jullie helemaal onder, dan gaan jullie dwars door het water heen. Dan laten jullie je fouten en zonden achter. Net zoals jullie voorvaders toen ze uit Egypte vluchtten. Die begonnen ook een nieuw leven samen met God.’
De één na de ander ging naar Johannes toe en stapte in het water. Simon en Andreas ook. Johannes dompelde hen onder en haalde hen er weer uit. Zo doopte hij de mensen die anders wilden gaan leven.
‘Zou hij de Messias zijn?’ mompelden de mensen om hen heen. ‘De man van God op wie we al eeuwenlang wachten? De man met wie alles beter zal worden?’
Simon nam zijn moed in zijn handen en stapte op het einde van de dag naar Johannes toe. Johannes keek Simon aan met brandende ogen in een mager gezicht. ‘Meneer, bent u de man op wie wij wachten? Bent u de Messias?’ vroeg Simon.
‘Neen’, antwoordde Johannes rechtuit. ‘De Messias ben ik niet. Ik doop met water, maar na mij komt iemand die doopt met geest en met vuur. Ik ben nog te klein om de riem van zijn sandalen los te maken. Ik maak alleen voor hem de weg klaar: ik effen zijn pad, vul de kuilen en maak de hobbels plat. Ik trek de bochten recht voor de man, die krachtiger is dan ik. Ik ben de stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg recht voor de Heer!’
‘De Messias gaat komen!’ zei Andreas blij tegen zijn broer. ‘Dan zal alles anders worden!”
Naar Matteüs 3,1-12
Uit: Hosanna! Kinderbijbel met meer dan 150 verhalen (Kolet Janssen, ill. Roel Ottow, Van In, 2013) pag. 147-148.
Denkvraag
Iemand van wie je veel houdt, komt op bezoek. Hoe maak jij alles klaar?
Doe-tip
Maak met een dik touw een kronkelweg. Meet hoeveel stappen je kunt zetten tussen het begin en het verste punt (langs de zijkant). Maak met hetzelfde touw nu een rechte weg. Hoeveel stappen kun je nu zetten?
Gebed
Lieve God,
Jezus kwam ons vertellen over jou,
Hij liet ons zien hoe we goed kunnen zijn voor elkaar.
Hij is de Messias.
In deze adventstijd denken we veel aan Jezus,
zodat we allemaal
mensen worden naar jouw hart.
Amen.