Vergeving ~ Stap 5: Je woede en vergeldingsdrang aanvaarden | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Graag samen

Graag samen

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Wie zijn we? De visie achter 'Graag samen' Groeien naar een inclusieve gemeenschap voor jong een oud Weetjes en praktische tips voor intergenerationele activiteiten Ik ben 'graag samen' en zoek inspiratie voor mijn gezin Ik ben 'graag samen' en zoek inspiratie voor mijn gemeenschap Kleurrijk jaar. Een mozaïek van impulsen voor thuis Manna ~ Het Oude Testament hertaald voor kinderen Mosterdzaadjes ~ Kinderen proeven thuis van Bijbelverhalen Impulsen voor huisliturgie met kinderen Samen op tocht Samen aan tafel bij doopsel, eerste communie, vormsel, jubileum Intergenerationele huwelijksvoorbereiding en relatieverdieping Samen groeien naar een nieuw begin – een reeks over vergeving Verhalen van God en mensen – Godly Play met en voor gezinnen 'Graag samen' financieel steunen Naar IDGP-Gezinspastoraal Vlaanderen

Vergeving ~ Stap 5: Je woede en vergeldingsdrang aanvaarden

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op maandag 3 maart 2025 - 9:00
Afdrukken
Voor Monbourquette zetten we op deze manier de vijfde van twaalf stappen in vergeving. Hoe hou je relaties open in jouw familie?

Het woord vooraf' kadert deze twaalfdelige reeks 'Samen groeien naar en nieuw begin' 
Naar de vorige stap: Je verlies afbakenen en erover rouwen

 

We zitten vast

‘Nee, natuurlijk ben ik niet kwaad op haar’, antwoordt Saskia (°) op de vraag van haar man. ‘Ik begrijp hoe moeilijk het nu is voor mama. Zij en papa zijn bijna 50 jaar samen geweest en ze moet erg eenzaam zijn nu hij...’
Haar stem sterft weg.
‘Dat weet ik wel’, houdt Bram aan. ‘Maar je vader is intussen een jaar geleden overleden. Het gaat echt niet zoals zij je dagelijks belt en telkens verwacht dat je voor haar klaarstaat. Zij moet ook andere manieren zoeken om contact met mensen te leggen.’
‘We moeten er begrip voor hebben …’.
Saskia spreekt rustig, maar haar gezicht staat strak.
‘Het maakt mij in elk geval kwaad wanneer ze na een gesprek van een uur nog even down is als aan het begin’, gaat Bram verder, ‘en ik zie dat het jou ook kwaad maakt, en dat is heel normaal!’
‘Ik ben niet kwaad!’ barst Saskia uit. ‘Ik ben haar enig kind en ik wil er zijn voor haar!’

Van de vier basisgevoelens (blij – bang – verdrietig – boos) is boosheid niet het populairst. Heel wat opvoeders willen liefst zo snel mogelijk afrekenen met woede. Hoeveel mensen kregen er niet te horen: ‘Je mag niet kwaad zijn.’ We leren onze woede te onderdrukken, zeker in de omgang met de sleutelpersonen in ons leven.
Die angst voor woede is niet onterecht. In woede zit er een explosieve kracht die veel schade kan aanrichten. Woede kan relaties stukmaken. Woede kan letterlijk dodelijk zijn.
Woede, met in haar kielzog vergeldingsdrang, laat zich echter niet zomaar onderdrukken wanneer we geconfronteerd worden met onrecht.
Kunnen we op een andere manier met woede en vergeldingsdrang omgaan? Zijn deze emoties enkel ballast, of hebben ze hun nut op onze weg in vergeving?
 

Twee misvattingen over gevoelens

Gevoelens zijn net zo onbetrouwbaar als het weer. Ze komen en gaan. Intussen beïnvloeden ze ons werk en onze relaties. We weten niet goed wat we ermee moeten aanvangen, want we willen geen speelbal worden van onze gevoelens.
Het lijkt dus maar het veiligst om ze te onderdrukken of toch minstens te temperen.
Maar wie dat probeert, merkt dat dit erg veel energie in beslag neemt. De gevolgen zijn vermoeidheid, psychosomatische klachten en zelfs depressie.
Zitten we dan gevangen tussen die twee keuzes? Onze gevoelens onderdrukken of een speelbal worden van onze wisselende gevoelens?

Voor we een antwoord kunnen geven op die vraag is het belangrijk dat we twee misvattingen over gevoelens rechtzetten.

Ten eerste hebben we de neiging te geloven dat onze gevoelens helemaal bepaald worden door de gebeurtenis die eraan voorafgaat. Een frustrerende ervaring kan enkel woede opleveren, een verlieservaring enkel verdriet, enzovoort. Zo worden onze gevoelens beangstigend en onontkoombaar, we hebben er helemaal geen controle over.

In werkelijkheid zijn onze gevoelens in de eerste plaats een reactie op wat we dénken over een bepaalde gebeurtenis, in plaats van op de gebeurtenis zelf.

Wanneer onze partner bijvoorbeeld kribbig reageert, kunnen we denken: ‘Hij (zij) heeft blijkbaar een moeilijke dag gehad op het werk.’ Of we kunnen denken: ‘Zie je wel, hij (zij) houdt niet van me.’ Deze verschillende interpretaties van eenzelfde feit zullen heel uiteenlopende gevoelens oproepen.

We hebben weinig controle over onze gevoelens, maar meer controle over onze gedachten. Gedachten vormen in de loop der jaren patronen. Het wordt een gewoonte om achterdochtig of vertrouwensvol, angstig of hoopvol, berustend of kritisch te denken over wat er ons overkomt. Het goede nieuws is dat elke gewoonte kan doorbroken worden en vervangen door nieuwe, betere gewoontes.

Soms is de keuze voor bepaalde gedachtenpatronen zelfs een kwestie van leven of dood. Zo getuigt Victor Frankl, psycholoog en een overlevende van Auschwitz, in zijn standaardwerk Man’s Search for Meaning dat mensen die hoopvolle gedachten konden verbinden aan de gruwelijke gebeurtenissen om hen heen de beste kansen op overleven hadden. Hij ontdekte dat niet in de eerste plaats de fysieke constellatie, maar gedachten zoals ‘Ooit kom ik hieruit en zal ik mijn familie terugzien’ bepalend waren of iemand psychisch en fysisch overeind bleef.
Ook in veel minder extreme omstandigheden hebben onze interpretaties veel te maken met onze gevoelens.

Als Els (°) aan iets een hekel heeft, is het aan boodschappen doen op zaterdagvoormiddag. Drukke winkelgangen vol karretjes, lange files aan de kassa’s. Maar soms kan het niet anders. Ze heeft hoofdpijn als ze thuiskomt, zo heeft ze zich geërgerd in de wachtrij aan de kassa. En natuurlijk gaat haar wachtrij altijd trager dan de andere, zelfs wanneer ze met zorg de kortste heeft uitgekozen, rekening houdend met de inhouden in de andere karretjes!

Op een keer besluit ze om haar energie niet te steken in het onderdrukken van haar ergernis hierover, maar om de mensen voor haar te observeren. Wie zijn deze mensen? Waarom staan zij hier op een zaterdagvoormiddag in de rij? Zien ze er gelukkig uit of niet? Haar aandacht gaat ook naar de kassierster. Hoe ziet zij eruit? Doet ze haar werk graag? Zou ze zelf ook een gezin hebben? Zou ze een goede partner hebben die haar steunt?
De tijd gaat sneller voorbij, ze ontdekt dat het fijn is om een praatje te maken met de kassierster of iemand anders in de rij.
Ze komt even laat thuis als anders, maar deze keer zonder hoofdpijn.

Een tweede misvatting is dat we samenvallen met onze gevoelens, dat ze onze identiteit uitmaken. Hiermee dichten we onze emoties een veel te grote rol toe. Emoties zijn niet zo allesbepalend. Dat ontdekken we door ons bewust te worden van de ‘neutrale waarnemer’ in onszelf.

Hoe kunnen we nu kennismaken met die ‘neutrale waarnemer’?
Wanneer we boos, angstig of droevig zijn, hebben we de neiging om onze volledige aandacht te richten op het onderwerp van onze boosheid, angst of verdriet. Onze gedachten blijven maar cirkelen rond die ongelukkige opmerking van een familielid, die sneer van onze partner, de beangstigende financiële toestand van onze bankrekening. Om onze ‘neutrale waarnemer’ te ontdekken, moeten we het anders aanpakken: we verleggen onze aandacht naar de woede, angst of het verdriet zelf. We kijken dus naar onze emotie, niet naar het onderwerp van onze emotie. Dit doen we op een niet oordelende, nieuwsgierige en milde manier.

We stellen onszelf vragen.
Hoe zien we eruit? Wat voor een gelaatsuitdrukking hebben we?
Wat gebeurt er in ons lichaam?
Wat zien we onszelf doen?
Komt dit overeen met wie we willen zijn?
Komt dit overeen met wie we echt zijn?

Zo denken we na over de emotie zoals ze zich in ons manifesteert, in plaats van na te denken over de ‘oorzaak’ van de emotie.
Wie gelovig is, kan deze emotie aan God aanbieden en vragen om ze op te nemen in Gods liefde.
Naarmate we vaker uit een emotie stappen en naar deze emotie kijken, groeit het besef dat we méér zijn dan onze emoties. Er is een veilige afstand tussen ons diepste zelf, de milde waarnemer in ons enerzijds en de emotie anderzijds. Wij hébben een emotie, de emotie hoeft niet ons te ‘hebben’.

Soms is er gedurende een lange tijd erg veel woede, angst of droefheid weggeduwd. De gedachte om, misschien voor het eerst, deze gevoelens te onderkennen en beluisteren is dan angstaanjagend. Wat wanneer er zo een grote vloedgolf aan emoties loskomt dat men zich niet meer staande kan houden? Als je dit herkent, is het raadzaam om hulp te zoeken bij een geschoold therapeut. Hij of zij kan je begeleiden om, stap voor stap, deze gevoelens onder ogen te zien. Hij of zij speelt dan de rol van de ‘neutrale waarnemer’ en leert je beetje bij beetje om dit ook te doen.

Eens we die twee misvattingen – ‘Als dit of dat gebeurt, kan ik me niet anders dan zus of zo voelen’ en ‘Ik ben wat ik voel’ – hebben losgelaten, is er geen reden meer om zo bang te zijn van onze emoties. Ze zijn niet oppermachtig en allesbepalend.

Wij zijn niet machteloos, als een speelbal, helemaal overgeleverd aan onze emoties. 
En onze emoties zijn niet almachtig, we hoeven ze niet meer te onderdrukken.
 

De gevolgen van onderdrukte woede

Wanneer iemand diep gekwetst wordt, is er eerst een periode van shock, een ontkenning, een tijdelijke verdoving. Daarna komt er vaak een vloed van emoties: woede, wrok, haat maar ook schuldgevoel en zelfverwijt. Dat is heel normaal, maar vaak ook erg beangstigend.

Stap5MB_Elsker.jpg

Stap 5 van het twaalfstappenmodel van Monbourquette © Elsker

Een eerste reactie kan zijn om deze gevoelens te onderdrukken en zo snel mogelijk ons gewone leven te hervatten. Onderdrukte woede is echter geen verdwenen woede. Als ze zich niet tegen de persoon kan richten die ons gekwetst heeft, zoekt en vindt ze een andere uitweg.
Soms worden onschuldige derden de dupe: de partner, een kind, een huisdier.
De woede kan zich ook tegen onszelf richten. We gaan onszelf beschuldigen en verwijten.
‘Ik had dit niet mogen doen.’
Soms geven we onszelf namen, echo’s van namen die we ooit van anderen kregen.
‘Jij idioot. Naïeveling. Hoe kon je zo stom zijn?’

Een andere uiting van deze zelfveroordeling zijn de ‘Had ik maar’ of ‘Was ik maar’ gedachten.
Had ik maar naar mijn moeder geluisterd en was ik maar niet met die persoon getrouwd, dan zou ik niet zo bedrogen zijn.
Was ik maar niet zo idealistisch geweest op mijn werk, dan had men niet jarenlang misbruik gemaakt van mijn inzet.
Had ik die vriend maar niet in vertrouwen genomen, maar nu is het te laat.

Deze schuldgevoelens hebben niets te maken met het gezonde berouw dat, eens uitgesproken in een gesprek, gebed of het sacrament van de verzoening, verdwijnt en plaats maakt voor de positieve energie van een nieuwe start.
Monbourquette noemt dit een ‘valse’ schuld. We voelen ons immers schuldig voor iets wat er is misgegaan, al zou niemand anders ons daarvoor verantwoordelijk stellen. Er bestaat geen absolutie voor deze schuld, precies omdat het geen echte schuld is, maar een onbeluisterde, onbegrepen woede die we tegen onszelf richten.

De enige genezing is een mildheid t.o.v. onszelf, omdat we nu eenmaal niet almachtig en alwetend zijn, niet overal tegelijk aanwezig kunnen zijn, niet altijd even alert en wijs kunnen reageren.

In stap 6 ('Jezelf vergeven') gaan we hier dieper op in.

Zonder die mildheid blijft de onderdrukte woede malen. We ontwikkelen psychosomatische klachten. We worden depressief. We worden vijandig tegenover het leven zelf, tegenover elke ontgoocheling en zelfs tegen God. Onnodig te zeggen dat er dan bitter weinig energie overblijft om een weg in vergeving te gaan.

Anne (°) is een jonge, vriendelijke vrouw. Heel rustig vertelt ze in de groeigroep hoe ze erachter is gekomen dat haar man haar verschillende keren bedrogen heeft, zelfs al in hun verlovingstijd.
‘Ik ben niet boos op hem’, voegt ze eraan toe. ‘Ik begrijp het wel. Het heeft veel te maken met zijn kindertijd.’ Die oefening over omgaan met woede hoeft ze niet mee te doen, stelt ze, omdat ze de woede achter zich heeft gelaten. Misschien is ze even kwaad geweest, maar dat is allang voorbij.

Iedereen is onder de indruk, Anne is heel overtuigend.
Bij een volgende bijeenkomst over zelfverwijten krijgt men echter een heel andere kant van Anne te zien. Even rustig als ze de vorige keer was, even geëmotioneerd is Anne nu. Het regent zelfverwijten. Of ze hierover al met vrienden heeft gesproken? Ze knikt. ‘Ze zeggen allemaal dat ik mezelf niets te verwijten heb. Maar ik kan het niet helpen. Het blijft maar komen.’

Anders omgaan met woede en wrokkige gedachten

Jean Monbourquette nodigde mensen uit om hun woede, na ervaren onrecht, te verwelkomen als een goede vriend.
Natuurlijk moet die woede dan eerst herkend worden. Soms heeft ze zich vermomd in zelfverwijt of neerslachtigheid.
We hoeven ons niet te schamen over onze woede. Theologe en filosofe Lytta Basset wijst er fijntjes op dat ‘toorn’ in de Bijbel vaker over God gaat dan over mensen. Woede is dus niet alleen menselijk, het is ook goddelijk!

Zonder woede zou er in onze samenleving geen morele of ethische actie zijn tegen wantoestanden. Zonder woede zouden zaken die fout gaan in de opvoeding van kinderen of in diverse relaties nooit aangepakt en gecorrigeerd worden. We mogen woede erkennen als een uiting van morele en emotionele verontwaardiging, als de spreekbuis van ons rechtvaardigheidsgevoel.

In het kielzog van de boosheid komen vaak wrokkige gedachten en zelfs haatgevoelens. Ook die moeten niet onderdrukt, maar uitgedrukt en beluisterd worden. Hoe pakken we zoiets concreet aan?

Nadat we onze woede en wrokkige gedachten begroet hebben, kunnen we met hen in gesprek gaan. We kruipen opnieuw in de rol van de neutrale waarnemer (Zie hoger: ‘Twee misvattingen over gevoelens’) en bevragen deze emoties.
Waar ben je zo kwaad over? Waarover precies? Wat haat je zo in die persoon?
Hoe had het dan wel moeten gaan? Wat wil je voor mij? Wat wil je anders zien?
Wat wil je dat ik voor jou doe? Hoe kan ik dit rechtzetten op een manier die voor alle betrokkenen helend is?

‘Ik had altijd geleerd dat ik niet boos mocht worden’, vertelt Ingrid (°) in de groeigroep. ‘En ik was daar heel goed in geworden. Iedereen prees me om mijn zelfbeheersing. Ik was daar zelf ook erg fier op. Eigenlijk keek ik een beetje neer op mensen die meteen uit hun slof schoten.’
Ze blijft even stil. Een paar mensen knikken, alsof ze al weten wat er nu gaat komen.
‘Maar nu moet ik toegeven dat het precies mijn woede is die me gered heeft. Doordat ik uiteindelijk zo boos werd om wat Maarten gedaan heeft, kreeg ik de energie om stappen te zetten, weg uit mijn verdriet.’
‘Ja’, knikt Irma die naast haar zit. ‘Ik heb ooit eens gelezen dat mensen de eerste helft van hun leven bezig zijn met allerlei eigenschappen in een vuilnisbak te stoppen – ze willen niet kwaad of kwetsbaar of weet ik veel wat zijn. De tweede helft van hun leven zijn ze dan bezig met die eigenschappen terug uit de vuilnisbak op te vissen. Want vaak blijkt het precies te zijn wat ze nodig hebben.’

Wanneer we spreken met onze woede blijft de ‘neutrale waarnemer’ de gespreksleider. Hij of zij luistert, maar laat zich niet meeslepen! Hij of zij begint niet te twijfelen aan eerder gemaakte besluiten zoals ‘ik wil me niet wreken’ (stap 1) of ‘ik wil andere mensen behandelen zoals ik zelf behandeld wil worden.’

Vaak ontdekken mensen nieuwe, verrassende wegen vanuit deze gesprekjes met hun woede. Tot hun verrassing blijkt de woede nadien bekoeld. Ze heeft haar werk gedaan.

STAP 5 IN EEN NOTENDOP

  1. Emoties komen niet voort uit gebeurtenissen, maar uit onze interpretaties van die gebeurtenissen. Vanuit onze neutrale waarnemer kunnen we onze emoties bevragen.
  2. Woede alleen maar onderdrukken heeft geen zin. Ze richt zich dan op iemand anders, en dat ben jij vaak zelf.
  3. Beluisterde woede helpt je verder bij het oplossen van je probleem.

STAP 5 BIJ JOU THUIS


Welke plaats krijgt woede in jouw gezin? Hoe vaak vertellen jij of je partner dat jullie boos waren over iets en het vervolgens hebben opgelost? En hoe reageer je op woede-uitbarstingen van de kinderen? Leer je hen hun woede op een goede manier te uiten, of leer je hen hun woede te onderdrukken
Het is een interessante oefening om een week lang de plaats van ‘woede’ in jouw gezin te observeren. Dat kun je doen door een lijst te maken met de namen van alle gezinsleden en een streepje te zetten, telkens je een uiting van woede merkt. Hoe kwam die woede tot uiting? Op het einde van de week heb je de woede in kaart gebracht. Wat is jouw conclusie: mag woede in jouw gezin door iedereen geuit worden? Op welke manier? Wordt ze vooral onderdrukt?


Heb een gesprekje met de kinderen over wat hun kwaad maakt. Nodig hen uit om er een tekening over te maken of een werkje in klei. Geef de kunstwerkjes een plaatsje in huis. Ga samen met hen op zoek naar oplossingen voor wat hen kwaad maakte. Als het probleem dat de kwaadheid veroorzaakte, is opgelost, mag het kunstwerkje ook verdwijnen, of in een kast bewaard worden.

Goed om te weten

  • Deze twaalfdelige reeks over Monbourquettes weg in vergeving is een project van de Interdiocesane Dienst voor Gezinspastoraal (IDGP).
  • ° : Alle namen in de getuigenissen zijn fictief, de verhalen niet.
  • IDGP maakte dankbaar gebruik van het werk van kunstenares Elsker.
    Afbeelding: © Elsker
    Contactgegevens van Elsker: deweldaad@telenet.be
  • Bronnen

Naar de vorige stap: Je verlies afbakenen en erover rouwen 
Naar de volgende stap: Jezelf vergeven

Heb je deugd van dit vergevingstraject en/of wil je je waardering voor dit aanbod uiten
door onze werking financieel te steunen? 

 

Van harte dank hiervoor!

 

Bekijk de mogelijkheden 
 

Gepubliceerd door

Graag samen

Meer

Gezin
Artikel
Monbourquette; vergeving; woede; vergeldingsdrang

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

12 stappen in vergeving © Elsker
readmore

Samen groeien naar een nieuw begin – Een weg in vergeving

icon-icon-artikel
Stap 6 van het twaalfstappenmodel van Monbourquette © Elsker
readmore

Vergeving ~ Stap 6: Jezelf vergeven

icon-icon-artikel
Ontdek 'Graag samen' voor jong en oud © IDGP, met afbeelding van Canva
https://www.kerknet.be/organisatie/graag-samen

Graag samen

icon-icon-banner

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook