Als wij jaarlijks met ons koor een tournee voor de oudere koorleden gaan voorbereiden, is meestal niet de eerste vraag van de dames achter mij in welke kerk we zingen, maar of ‘we wel kunnen shoppen’.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik het zelf ook wel leuk vind en graag de uitverkoopjes afschuim en ook het liefst dan nog wat van de prijs afpingel.
U weet, een mens heeft volgens het spreekwoord recht op drie gebreken, mijn twee andere hebt u nog te goed!
Waar ik zelf alleen niet tegen kan, is dat als je een winkel binnengaat, er vaak al onmiddellijk een verkoper op je afkomt die tegen je zegt: ‘Zoekt u iets, kan ik u helpen?’
En als je dan zegt: ‘nee, ik kijk even rond’, vrij irritant bij je in de buurt blijft hangen.
Stelt u zich eens voor dat de pastoor en zijn medewerkers dat iedere keer zouden doen als u hier de kerk binnenkomt.
‘Zoekt u iets?’ ‘Waar kunnen wij u mee van dienst zijn?’
Het zou één keer grappig zijn en wellicht verwijzen naar een indertijd populaire Engelse comedy over een warenhuis, maar ieder weekend?
Bovendien hebben wij wel een vermoeden naar wat u hier zoekt. Een beetje rust misschien of een goed verhaal, het ontvangen van de sacramenten, of opgaan in de mooie muziek, samen zingen en ons geloof belijden, bemoediging en vergeving of een woord van troost.
Zoekt u iets? Waarmee kunnen wij u van dienst zijn? Misschien dat deze opdringerigheid wel een beetje mede de oorzaak is geweest van het feit dat nogal wat mensen de Kerk hebben verlaten. Want de Kerk dacht lange tijd vervolgens alle antwoorden ook wel te weten, zodat deze vragen overbodig leken. Dan wordt het wel een beetje zinloos om naar de kerk te gaan, want je wordt daardoor geblokkeerd in het maken van je keuze voor God. En in die keuze laat God je vrij.
Natuurlijk is de kerk geen winkel en als we al iets verkopen dan is het voor het goede doel.
Maar toch hoor ik Jezus in het evangelie hetzelfde vragen: “Wat zoeken jullie? Wat verlangen jullie”? Er is alleen wel een verschil. Jezus belaagt hen niet vanuit een kledingrek of van achter een pilaar.
Zij zoeken Hem en zijn kennelijk zo onder de indruk, dat ze met hun mond vol tanden staan.
En heel bescheiden vraagt Jezus dan op zijn beurt: “Goh, wat komen jullie doen? Wat zoeken jullie? Waar kan ik jullie misschien mee van dienst zijn”?
En na een eerste kennismaking en een dagje samen optrekken, weten ze al wie ze voor zich hadden. En Andreas zegt dan ook tegen zijn broer Simon: ‘We hebben de Messias gevonden’.
De Messias! Jaja! Daarmee zegt Andreas nogal wat. Maar ze zagen er ook zo naar uit! Het hield hen al tijden bezig. Het woord ‘Messias’ was voor generaties joden een spannend begrip geweest. In dat ‘Messias’ klonk voor hen iets door van een nieuwe wereld. Een nieuwe wereld, waarin mensen op een andere manier met elkaar zouden omgaan; een wereld waarin sprake zou zijn van gerechtigheid en vrede en waarin de spiraal van geweld doorbroken zou zijn. Waar wolf en lam toen, Israël en Palestina weer later, en vandaag de dag Iran en de Westerse wereld, samen zouden wonen. Het is een droom van de oude profeten, zoals Jesaja, maar dus ook van de leerlingen die Jezus volgden. En een droom die ook ons mensen van 2021 wakker houdt, omdat we er, soms moedeloos, toch ook in dit nieuwe jaar weer op hopen.
Wat zoek je, wat verlang je, waar kan ik je misschien mee van dienst zijn? Het zijn vragen van een mens die door Johannes de Doper wordt aangeduid als het Lam Gods. Niet een watje, maar een man van vlees en bloed, die net zo kwetsbaar en weerloos als een lam, Gods sterkte en kracht wil uitdragen. Een mens dus die even weerloos is als wij, maar daardoor ook even herkenbaar en die ons in staat stelt om de kracht die God in ieder van ons mensen gelegd heeft, opnieuw te ontdekken. Die ons wijst op onze roeping en ons telkens weer wakker probeert te schudden om naar de roepstem van God te luisteren en daar antwoord op te geven, hoe moeilijk dat soms ook is.
Samuel uit de eerste lezing leert van de priester Eli wat hij moet zeggen als hij in de nacht weer zijn naam hoort roepen: ‘spreek Heer, uw dienaar luistert’. Helaas hebben wij er als mensen van de Kerk door de eeuwen heen vaak net iets anders van gemaakt: ‘Luister Heer, want uw dienaar spreekt’.
Maar intussen hebben we wel geleerd dat in iedere roepingsgeschiedenis van ons persoonlijk, alleen God het eerste en het laatste woord heeft! Gaan in het voetspoor van de Heer.
De roepingsgeschiedenis van Samuel en van Andreas en Petrus laat zien dat zij een concrete keuze hebben gemaakt om op Gods roepstem ‘ja’ te zeggen en Jezus als hun Messias te erkennen.
Doen ze dat omdat de Kerk van hun dagen hen dat leerde? Nee!
Doen ze dat omdat ze er succesvol van zouden worden? Nee!
Of omdat ze op al hun levensvragen een antwoord kregen? Nee!
Ze maakten zelfs geen voorbehoud, zo van: we zullen het eerst wel eens zien…
Nee, ze voelden een leegte in hun leven, ze zochten en vonden Hem en zeiden ‘ja’!
Ze sprongen daarmee in het diepe, maar ervaarden het als een enorme uitdaging omdat Jezus alleen al door zijn manier van leven overtuigend genoeg was!
Jezus zal later tegen diezelfde Andreas en Petrus zeggen: ‘ik noem jullie niet langer leerlingen, maar vrienden’, want als vrienden mogen wij in de praktijk brengen wat Jezus ons leerde als het over mijn naaste gaat: nl. mijn kracht delen met wie kwetsbaar is, mijn welvaart met wie niets heeft, mijn warmte en liefde met wie in de kou staat.
Onze kerk is geen winkel, en wij vragen u dus bij binnenkomst niet wat u hier zoekt of waar we u mee van dienst kunnen zijn. Als wij u telkens na onze vieringen een hand geven en u een goede zondag toewensen, dan zit daar alles al in, en vooral de diepe wens dat u hopelijk gevonden hebt waar u naar zocht.
Aan een volgende tournee voor o.a. de dames achter mij wordt alweer gewerkt.
Het uitzoeken van geschikte kerklocaties is niet het probleem, maar wel het vinden van de plekken met voldoende winkels, scherpe prijzen en vooral veel ruimte in het programma, want de zoektocht naar die ene broek of paar schoenen heeft toch minstens een paar uur nodig.
Om Jezus te vinden heb je soms een heel leven nodig. Toch ligt dat meestal niet aan Hem.
JA durven zeggen op zijn roepstem is in ieder geval het begin van de zoektocht.
Daar ben je nooit te oud voor en het mag iedere dag opnieuw.
Wat zoek je, wat verlang je, waar kan ik je misschien mee van dienst zijn?
Jezus vraagt het ons bescheiden, maar nodigt ons uit daar onbescheiden op te antwoorden.
Want net als Samuel uit de eerste lezing mogen wij in Gods liefde opgroeien en zal de Heer niet één van zijn woorden aan ons onvervuld laten.
@SINTBAVO