Orgels en kerken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de Heilig Kruiskerk van Stekene is dat niet anders. Om orgelmuziek in de kerk te laten klinken zijn er technische ingrepen nodig.
Pijporgels hebben een geschiedenis van meer dan 2000 jaar. De datum waarop het eerste bruikbare pijporgel werd gebouwd is moeilijk te achterhalen. Het speelde in ieder geval een rol in de Grieks-Romeinse periode, en dat al van vóór de geboorte van Christus. Met het verval van het Westromeinse rijk in de tweede helft van de 5de eeuw na Christus, verdwijnt het orgel tijdelijk in West-Europa. Het blijft wel voortbestaan in het Byzantijnse of Oostromeinse rijk. In 757 kwam het orgel terug in West-Europa als een cadeau uit Byzantium. De Byzantijnse keizer Constantijn schonk toen een orgel aan koning Pepijn de Korte, vader van Karel de Grote. Geleidelijk aan zou het orgel geïntroduceerd worden in talloze kerken. Het oudste nog bespeelbare pijporgel bevindt zich in de Basiliek Valère in Sion? de hoofdstad van het kanton Wallis of Valais in Zwitserland. Het dateert vermoedelijk van 1435.
Het pijporgel op het hoogzaal in de Heilig Kruiskerk van Stekene is het vierde romantische orgel dat in onze kerk werd geïnstalleerd. Het werd gebouwd door de firma Schyven uit Elsene. Pierre Schyven (Elsene, 1827 — aldaar, 1916) was een gerenommeerde Belgische orgelbouwer. Hij bouwde onder andere in 1891 het orgel in de Onze-Lieve-Vrouw kathedraal van Antwerpen. Het Schyven orgel in onze H. Kruiskerk dateert van 1909 en telt 1450 pijpen (dat van Antwerpen 5000). Herhaaldelijke herstellingen en restauraties gaven geen duurzame voldoening. Het klavier staat bovendien ongelukkig opgesteld. De organist heeft wel visueel contact met de kerk, maar hoort de zang onvoldoende. Het pijporgel zwijgt nu al meer dan 20 jaar. Een grondige restauratie of herconstructie kost aanzienlijk meer dan een elektronisch orgel met versterking. We zijn in onze kerk aan het derde elektronisch orgel toe. Na twee Johannus Orgels hebben we nu een verplaatsbaar orgel van het type Viscount, met draadloze versterking. De klankkasten hebben een tijdlang op het hoogzaal gestaan, wat de indruk wekte dat de klanken effectief uit het pijporgel kwamen. Nochtans vormde de geluidsbalans een probleem. De organist die aan het koor het klavier bespeelt kan de geluidssterkte achteraan in de kerk moeilijk inschatten. Daarom staat de geluidsversterking nu achter het hoofdaltaar. Koor, organist en kerkgemeenschap zouden nu beter op elkaar moeten afgestemd zijn.
Gebruik van een elektronisch orgel wil niet zeggen dat we de historische waarde van het Schyven orgel vergeten. De kerkfabriek zal zich in de toekomst beraden hoe hoogzaal en Schyvenorgel mee de geschiedenis van orgels kunnen illustreren.