Deze kapel werd gebouwd op de eigendom van Petrus De Wilde in 1920 uit dankbaarheid voor verkregen gunsten.
Op het einde van WO I was daar in de omgeving van de spoorweg de toestand heel kritiek. Mensen en dieren werden op de vlucht gedreven of geëvacueerd. De Duitsers brachten de streek in staat van verdediging om hun aftocht te dekken (oktober 1918): bomen vellen, loopgrachten graven, stukken van de spoorweg werden opgeblazen.
De bewoners stelden hun vertrouwen in de H.Maagd en beloofden een kapel te bouwen zo zij gespaard bleven. De wapenstilstand hing in de lucht, de toestand was hachelijk. Alle weerbare mannen tussen 18 en 35 jaar werden samengeroepen op de Dries en naar een kamp gestuurd. Ze moesten te voet naar Beveren. Het werd 11 november 1918. De wapenstilstand werd een feit. Het gevaar geweken.
De beloofde kapel werd gebouwd en omringd met lindebomen. Het O.-L.-Vrouwbeeldje dat boven het altaar staat, hing vroeger in een boomkapelletje in de omgeving.
(bron: “Geschiedenis van Sint-Pauwels” door Werner Van Mele)