"Sancta Maria, ora pro nobis"
"Omnes sancti Angeli et Archangeli, orate pro nobis ..."
De kruisdagen zijn in de Katholieke Kerk de maandag, dinsdag en woensdag vóór Hemelvaartdag. Het zijn dagen waarop men Gods zegen vraagt voor een goede oogst en de zegen afsmeekt over de vruchten der aarde.
Het gebruik om deze drie dagen "kruisdagen" te noemen, en evenzeer te zien als biddagen voor het gewas, stamt uit de vijfde eeuw. Ze werden ingesteld door bisschop Mamertus (nu één van de ijsheiligen) in het Franse Vienne. Later werd dit gebruik in Rome overgenomen, om zich tegen het einde van de middeleeuwen over gans Europa te hebben verspreid.
Tot de jaren '60 was het gebruikelijk dat er op deze dagen processies door de velden werden gehouden. Tijdens de processie werd de "Litanie van alle heiligen" gezongen en telkens herhaald.
Na het Tweede Vaticaans Concilie zijn deze kruisdagen, net als de quatertemperdagen, in onbruik geraakt.
Vaak liggen de kruisdagen in de buurt van de ijsheiligen (11 tot 14 mei). In de volksweerkunde betekent dat het einde van de kans op nachtvorst.
De kerk hielp om de aardappelen tegen het bevriezen te beschermen en het koren tegen de plaag te beveiligen. In de vroege ochtenden van de kruisdagen trok de processie, ook hier op onze parochie, door de velden. Ieder deel van ons dorp kreeg zijn part. Op die manier konden de boeren, op een geoorloofde manier, elkanders vruchten op de akkers met kennis van zaken vergelijken.
In Sint-Gillis-Waas vertrok de stoet vanuit de kerk na de mis van 6 uur. Al wie niet verhinderd was, ging mee. Voorop suisse Jef Bloasuit en de misdienaars. Om beurten droegen wij het kruis. Dan de schoolkinderen. De kinderen "van de lering" vormden een aparte groep. Peeteken (meester Van Peteghem) trachtte de jongens in toom te houden. De meisjes liepen mooi in de rij, geflankeerd door de zusters van de meisjesschool. In het midden van de stoet: mijnheer de deken en de onderpastoors, de koster en de zangers van 't hoogzaal (Tobias Leten zonder sjiek in de mond op dat moment, wat zeldzaam was!). De grote groep boeren en de andere gelovigen sloten de stoet.
Allemaal zongen wij de eeuwenoude aanroepingen, die sedert onheugelijke tijden op deze bid- en boetedagen met groot vertrouwen tot God en tot Zijn heiligen werden gericht.
Wij baden tot Hem dat Hij zich zou verwaardigen ons de vruchten van de aarde te geven en ze voor ons te bewaren.
Aan het huis van Schrijvers draaide de processie het Broek in. Schrijversmannen, Peter Broek en Reguul Vlijminck namen hun klak af en sloten aan bij de steeds langer wordende stoet. In dit landelijk straatje speelden in hun jeugd onze moeders, sprongen over de "Buskes" en zagen daar hun eerste lief. Nu, op deze kruisdag, smeekten wij de heilige maagd dat zij voor ons ten beste zou spreken bij haar Zoon. Die kon haar toch niets weigeren, dachten we.
We deden ook beroep op de heilige Michaël, Gabriël, Rafaël en op alle heiligen en aartsengelen. "Ora pro nobis", zongen wij telkens als de koster en de zangers een heilige naam aanriepen: "Bid voor ons".
Sommige heiligen deden het blijkbaar in samenwerking: Fabianus en Sebastianus, Cosmos en Damianus (mijn favorieten!), Gervasius en Protasius. Bij deze heiligen was het voor Tobias niet zo evident om ze in één adem te noemen. Hij sukkelde en twijfelde steeds over Protasius.
Eens d' Akkerkens ingedraaid vormden de processiegangers één langgerekt lint. Wegeltje te smal.
Terwijl we door de frisse ochtend, in de stilte van de nieuwe dag, onder de opkomende zon, tussen de uiteenzijpelende nevels over het bedauwde gras van de veldwegel liepen, smoorde boven de slootjes de nevel haar ochtendpijp. We voelden ons één met de natuur en de bovennatuur, verbonden met de grond waarop we woonden.
Door al deze Latijnse gezangen voelden wij ons verbonden met het hemelse. Van daaruit moest de regen vallen om de gewassen te laten groeien. In ons hart waren hemel en aarde in eenklank. Het zingen en fluiten van de vogels voegde zich bij ons zingen. Mus en merel waren duidelijk voor hun eerste nest jongen aan het zorgen.
Voorbij "den bunker" op de hof van Roger De Kaar, klom een leeuwerik hoger en hoger. En ik meende te verstaan dat hij zich bij ons aansloot: "Te rogamus, audi nos". “Wij bidden, verhoor ons Heer”.
Vooraleer we de Blokstraat zouden oversteken om terug naar de kerk te gaan, mikte Tobias zijn sjiek toebak in een vlierstruik.
"Sancta Cecilia, ora pro nobis".
Urbain (bundeltje: "Ons dorp... oorzaak onzer blijdschap...geestelijk vat")
Binnen onze parochie staan nog 2 dagen in het teken van de kruisdagen.
Maandag 26 mei om 19 u. komen we samen aan het Fransozenkapelletje (Tybaartstraat-Holdamstraat), gaan in processie door de velden van Berckelaer en verzamelen voor een gebedsdienst in de loods bij Berten Meersschaert. Daarna worden we getrakteerd door de Landelijke Gilde en Ferm op de geneugten van de "vruchten der aarde".
Dinsdag 27 mei om 19 u. verzamelen we op de hofstede Alex Meersschaert langs de Kemzekestraat, Kemzeke. Ook daar is na de viering een traktatie voorzien.
Iedereen van harte uitgenodigd!