Wij vonden een oud vergeeld artikel terug over de ziekenzalving. Toen dacht men dat de ziekenzalving enkel kon toegediend worden kort voordat iemand zou overlijden. Men noemde dat de berechting.
De vraag luidde toen: “Zoudt u ons kunnen zeggen wat we moeten klaar zetten in de ziekenkamer wanneer iemand berecht wordt?”
Het antwoord luidt als volgt:
Wanneer de H. Communie aan huis gebracht wordt, dan past het dat een van de huisgenoten, zo mogelijk met een brandende kaars in de hand, de priester met Ons Heer aan de buitendeur opwacht en hem naar de kamer leidt, welke tevoren reeds een ordelijk uitzicht kreeg.
(1) Op de kamer zelf wordt een tafeltje klaargezet (desnoods mag men zich behelpen met een kant van een grotere tafel, of met een lage kast). Op dat tafeltje spreidt men een schoon wit tafellakentje open.
(2) En plaatst erop een staande kruisbeeld tussen twee kandelaars met brandende kaarsen. Naast het kruisbeeld mogen ook zeer gepast twee vaasjes met bloemen staan.
(3) Vooraan rechts op het tafeltje zet men dan een schaaltje of glaasje wijwater met een palmtakje.
(4) En links een glaasje met een weinig zuiver water. Dit glaasje mag niet te hoog zijn, want de priester moet er duim en wijsvinger kunnen in reinigen; het mag ook niet te veel water inhouden, want ofwel zal de zieke het uitdrinken, ofwel moet het in ‘t vuur gegoten. Als communiedoekje kan bv. een zuiver servet gebruikt worden.
(5) Zo aan de zieke ook het H. Oliesel wordt toegediend, dan plaatst men nog op het tafeltje een schoteltje met wat broodkruim en vijf projes watten.
Wanneer de priester met Ons Heer heengaat, dan zal een der huisgenoten, weerom met licht, hem uitgeleide doen.
Heden ten dage wordt de ziekenzalving toegediend op verzoek, wanneer bv. iemand geconfronteerd wordt met een ernstige ziekte, of gesterkt wil worden voor een zware operatieve ingreep. En je kan de ziekenzalving zelfs meerdere keren in je leven toegediend krijgen. Maar hierover lees je meer in een volgend artikel dat over twee weken verschijnt.