Voelen jullie het ook? De lezingen in de veertigdagentijd gaan in crescendo. Er zit een zekere opbouw in, naar Pasen toe. Pasen, het hoogtepunt in het liturgische jaar. Terwijl de lezingen in het begin van de vasten ‘braafjes’ oproepen tot bekering, komt het lectionarium vandaag met enkele kleppers naar boven. De eerste lezing komt uit de grote profeet Jesaja en het evangelie komt exceptioneel van Johannes en dat wanneer we in een C-jaar zitten, waar voornamelijk uit Lucas gelezen wordt.
Nu, dit laatste is misschien nog niet zo raar, want het evangelieverhaal van vandaag werd omstreeks het jaar 200 in het Johannesevangelie ingelast en lijkt qua verteltrant meer op de drie andere evangelies. Hoe dan ook, dat is voer voor exegeten en bijbelkenners. Ons gaat het – zoals altijd – om de achterliggende bedoeling van Jezus’ woorden en daden.
Wat gebeurt er? Enkele schriftgeleerden en Farizeeën brengen een vrouw bij Jezus die op overspel betrapt is. Vraag nummer 1: waar is die man waarmee ze betrapt werd? Volgens de wet van Mozes is die even schuldig. Ik citeer even Leviticus 20, 10: Hij die overspel pleegt met de vrouw van een ander, (…) moet ter dood worden gebracht, hijzelf en de vrouw met wie hij overspel heeft gepleegd.
Het is duidelijk dat die dekselse Farizeeën en schriftgeleerden Jezus weer maar eens in de val willen lokken door Hem de strikvraag te stellen: Wat vindt U hiervan? En dan heeft Jezus twee keuzes. Ofwel houdt Hij zich aan de letter van de wet, zoals die gebeiteld staat in stenen tafelen. Ofwel verliest Hij zijn geloofwaardigheid als verkondiger van barmhartigheid en naastenliefde. Jezus moet heel snel nadenken, want een antwoord wordt verwacht …
En dan … bukt Hij zich en schrijft in het zand. Vraag nummer 2: wat zou Jezus in hemelsnaam in dat zand geschreven hebben?? Nergens schrijft Jezus iets in de evangeliën, behalve hier. Maar we weten dus niet wat … en meer dan waarschijnlijk is dat ook niet belangrijk. Veel belangrijker is het antwoord dat Hij geeft: “hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen”. En één voor één dropen ze af.
Het gaat Jezus dus niet om de LETTER van de wet, maar om de GEEST van de wet. Dat is misschien wel de reden waarom Hij in het zand schrijft. Dat waait weg, dat blijft niet. Voor Jezus is niet de wet het strijdtoneel, maar het hart. Daarom spreekt Hij de wet van Mozes niet tegen, maar vraagt Hij elke aanwezige om in eigen boezem te kijken. En de vrouw … die geeft Jezus een nieuwe kans. De kans om opnieuw te beginnen, om vanaf nu ‘goed’ te leven. Dat is de Goede Boodschap die Jezus brengt. Wees goed voor mekaar en dan kan je ten volle leven.
Op deze manier kunnen ook wij nieuw leven geven aan elkaar. Elkaar opwekken, steunen, bemoedigen, motiveren, … in plaats van elkaar neer te slaan, te vernederen of zelfs te vermoorden zoals op een kleine 3000 km van hier vandaan gebeurt …
Na veertig dagen bezinnen, op een boogscheut van het Verrijzenisfeest, hebben we hopelijk door dat de kiem voor dat nieuwe begin waar Jezus het over heeft, bij onszelf ligt. Het is aan ons om daaraan te werken. Om het met de woorden van de grote profeet Jesaja te zeggen: het begin is er al, ziet ge het niet?
Gerry Bellekens, bruggenbouwer van onze pastorale eenheid Mozes