Na twee jaar zoveel elkaar opvolgende periodes van virtueel contact, stond de bisschop tijdens zijn inleidend woord voor de Trefdag van Attent, op zaterdag 14 mei 2022, stil bij de woorden ‘virtueel’ en ‘potentieel’. Deze woorden hebben wat gemeenschappelijk: ze laten beide toe om ons dingen te verbeelden, om te bedenken wat beter zou kunnen, wat efficiënter zou zijn, maar ook wat meer solidair is, rechtvaardiger, meer menswaardig. De woorden verschillen echter ook: wat virtueel is, blijft dat, maar wat potentieel is, kan zich ook in de werkelijkheid naar voor komen.
Zo stelt mgr. Bonny ook een vraag aan de encycliek Fratelli tutti: is de droom van een betere wereld virtueel? Blijft het een visioen, of begeeft de paus zich op de weg van het potentiële, de weg tussen de huidige wereld en de eschatologie? Paus Franciscus richt zich tot alle mensen van goede wil. Hij neemt de verzuchtingen mee van mensen in allerlei streken van de wereld. Het is een tekst die je aan iedereen kan geven. Als je begint te lezen, merk je dat de tekst tegelijk door en door christelijk is én appelleert aan het redelijke, aan het menselijke en aan het gezonde verstand zelf. De bisschop vindt dit katholiek: putten uit de bronnen van geloof en tegelijk aan de redelijkheid beantwoorden.
Fratelli tutti stelt een menselijke, solidaire samenleving aan de orde, vanuit de broederlijkheid, solidariteit en sociale vriendschap voor elkaar. Dat het potentieel echt naar voor zou komen, zou de bisschop een “mirakel” noemen. Om dit woord toe te lichten knoopt hij aan bij het project Handelingen, naar Petrus die tot de verlamde bedelaar bij de tempelpoort zegt: ‘In naam van Jezus Christus de Nazoreeër, kom overeind en stap rond’ (Hnd 3,6). En dat wonder gebeurt. Kunnen rond stappen, is echter niet uitzonderlijk. Het wonder dat gebeurt, is het keren naar het normale. De meeste wonderen zijn van die aard, besluit de bisschop. Dat geldt ook voor Fratelli tutti: wat daar wordt voorgesteld, is wat door God bedoeld is, is waar de grote meerderheid van de mensen in de wereld naar verzucht: de waardigheid en rechtvaardigheid voor allen. Dit zou normaal moeten zijn.
Om dit te bereiken hebben we de kracht nodig die God ons geeft, op eigen kracht allen halen we dit niet. Dat is de taak die de kerk heeft in de wereld toe. Dat vraagt dat christenen soms een tegenwerping aanbrengen, dat ze contrastgemeenschap zijn die tegen de stroom ingaat, juist om naar voor te halen hoe het eigenlijk zou moeten zijn in de wereld. Kerk zijn is het potentieel er uit halen, zodat het evangelie niet verwordt tot een virtuele realiteit.
Op het einde van Fratelli tutti, in paragraaf 278 schrijft de paus over christelijke identiteit dit: “De Kerk is geroepen om in alle uithoeken van de wereld gestalte te krijgen. Zij is door de eeuwen heen aanwezig op praktisch elke plaats – dit is wat ‘katholiek’ nu eenmaal betekent. Zo kan ze, vanuit haar eigen ervaring van genade en zonde, de schoonheid van de uitnodiging tot universele liefde begrijpen. Want alles wat menselijk is, is onze zorg. […] Overal waar mensen samenkomen om rechten en plichten van de mens op te stellen, zijn we vereerd als ze ons in hun midden toelaten”.
In paragraaf 278, en daarmee eindigt de bisschop ook, wijst paus Franciscus tenslotte naar Maria: “Voor veel christenen heeft die weg van broederlijkheid ook een Moeder, genaamd Maria. Zij ontving dit universele moederschap aan de voet van het kruis (cf. Joh 19,26) en haar liefdevolle zorg gaat niet alleen uit naar Jezus, maar ook naar haar overige kinderen (Ap 12,17). Gesterkt door de kracht van de Verrezene, wil ze een nieuwe wereld baren waar we allemaal broeders zijn, waar er plaats is voor al wie uit onze samenlevingen wordt gesloten, waar gerechtigheid en vrede zullen schitteren.”
Samenvatting: Rita Boeren