Tijdens de zondagsviering stelde pastoor Joost aan een 130-tal jongeren de vraag of ze zich willen voorbereiden op het sacrament van het vormsel. Door hun antwoord “Ja, ik wil tot christen gevormd worden en leven in het spoor van Jezus” willen ze zeggen:
“God, Je mag op mij rekenen. Als Je me roept, ben ik er voor Jou.
Ik wil proberen om met Jouw steun een fijn mens te zijn, een christen mens".
Dit werd nog benadrukt door een mooi symbolisch gebaar.
Één voor één kwamen de jongeren naar voor, namen met de rechterhand wat wijwater uit de doopvont en maakten respectvol het kruisteken. Het is een mooi symbool dat herinnert aan hun doopsel. Hiermee maakten ze duidelijk dat ze de beloftes die hun ouders, peter en meter bij hun doopsel voor hen maakten, nu zelf willen herhalen: hiermee beloven ze te willen proberen een goed Christen te zijn en dit in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Gebed van de vormelingen:
Lieve God,
ik mag je noemen bij je naam,
ik mag je ‘Vader’ noemen.
Jij hebt mijn naam in de palm van je hand gegrift.
Dank je om de naam die ik mocht ontvangen.
Dank je om wie ik ben, om wie ik mag zijn voor jou.
Jij roept me bij mijn naam.
Jij roept me om christen te worden in Jezus’ spoor.
Blijf dicht bij me als het moeilijk wordt.
Amen.
Beste meisjes en jongens, wij zijn blij dat jullie voor Christus kiezen en tot deze kerkgemeenschap willen behoren. Bij deze aanvaarden we jullie voor het Vormsel.