AGENDA PROCESSIES 2023
- 11.02.24 jaarfeest
- 02.06.23 Sacramentszondag
- 15.08.23 O.-L.-V. Hemelvaart
- 15.09.23 Kruisverheffing
- 16.07.23 : Gedurige aanbidding ( verdere info volgt)
Historiek van de Confrerie van het Heilig Kruis Kruishoutem
Kruisheren vierden jaarfeest
Op zondag 11 februari viert de Kruishoutemse Confrérie van het Heilig Kruis haar jaarfeest. Dit feest mag vast en zeker als ‘traditioneel’ omschreven worden. Het gaat immers voor de bijna 400ste keer door. Dat verdient enige toelichting.
Oorsprong
De Confrérie van het Heilig Kruis behoort werkelijk tot het DNA van de Kruishoutemnaren. Ze mag gerust bestempeld worden als ‘de moeder van alle Kruishoutemse verenigingen’. Deze religieuze broederschap was reeds actief voor de Beeldenstorm van 1566. Wanneer ze precies gesticht werd is onbekend. Wellicht gebeurde dat nadat een kruisvaarder of ridder bij de Kruistochten een relikwie van het Heilig Kruis van uit het Heilig Land meebracht naar het toenmalige Houthem. Mogelijks arriveerde de relikwie hier in de 12de eeuw. Toen veranderde immers de naam van ons dorp Houthem: eerst ‘Sancte Crucis Houthem’, dan ‘Crucehouthem’ en uiteindelijk Cruyshautem’ en ‘Kruishoutem’. Het is aannemelijk dat in die periode de eerste confrérie werd gesticht ter verering van het belangrijk reliek.
Teloorgang en heroprichting
In een nog steeds bewaard schrijven van een groepje dorpsnotabelen uit 1629, gericht aan toenmalig bisschop Antoon Triest, lezen we dat alle documenten van de eerste confrérie tijdens de Beeldenstorm in vlammen zijn opgegaan, dat de broederschap toen ophield te bestaan en dat de kostbare relikwie van het Heilig Kruis toen in veiligheid gebracht werd te Rijsel. Deze stad maakte dan immers nog deel uit van Vlaanderen en werd nooit geplunderd door de beeldenstormers die het vooral gemunt hadden op vereringen van relikwieën en heiligen. In 1629 was de tijd echter rijp voor een relance. Pastoor en dorpsnotabelen vroegen bisschop Triest de toelating tot een heroprichting, temeer omdat zij in de schoot van de her op te richten Confrérie van het Heilig Kruis een rederijkerskamer wilden oprichten. Dit gezelschap van dichters en toneelspelers luisterde naar de naam ‘De Mastbloem’ en zou eeuwen later de inspiratie vormen voor de naam van het Kruishoutemse culturele centrum. Terloops: in hun brief beklagen de dorpsnotabelen zich er over dat de Rijselse ‘zeer catolycken burghere’ hen na de troebele tijden slechts ‘een cleine quantitheyt ‘van het Heilig Kruishout heeft teruggegeven dat hij had ‘uit ghesneden op de een sijde van het heilich cruysse uit jaloesien dat het hem deerde daer van te scheden’. De Rijselse sloeber was duidelijk minder katholiek dan hij er uit zag en gaf ons bijgevolg slechts enkele splintertjes terug en behield het grootste deel zelf!
Statuten van Triest en bulle van Urbanus VIII
Door al deze argumenten overtuigd, vaardigde bisschop Triest op 14 januari 1630 nieuwe statuten uit. Daarin worden dertien regels opgesomd waaraan de leden zich moesten houden. Deze regels sporen aan tot een voorbeeldig Christelijk leven, hechten een groot belang aan veelvuldige biecht en misvieringen en bevelen vanzelfsprekend aan tot een grote eerbied voor de relikwie van het Heilig Kruis die in het Heilig Kruiskoor werd bewaard.
Aan al deze strenge regels waren gelukkig ook beloningen verbonden, weliswaar slechts na de dood op te strijken onder de vorm van aflaten. En wat meer is, paus Urbanus VIII vaardigde in hetzelfde jaar een pauselijke bulle uit waarin hij de Kruishoutemse confréristen aanmoedigde tot het vervullen van goede werken waarvoor ook hier het loon na de dood hoog is onder de vorm van aflaten. Dit perkament is trouwens nog bewaard in het Rijksarchief te Gent.
De confrérie stond open voor mannen en vrouwen. Ze kende een grote bloei. Op de kerkelijke feestdagen van de Heilige Kruisvinding (3 mei), de Kruisverheffing (14 september) en sacramentszondag (juni) werden de gelovigen opgeroepen om zich te laten opschrijven in het ledenboek. Ook die boeken zijn bewaard. Jaarlijks schreven zich tientallen mannen en vrouwen in, vaak op vrij jonge leeftijd. Binnen de grote groep leden was een klein groepje mannen lid van de rederijkerskamer. Zij speelden toneel en gingen voor in de processies. Bij de toetreding kreeg elk nieuw lid een klein boekje met daarin de statuten van Triest en de voorwaarden tot aflaten van paus Urbanus VIII. Recent is nog zo een boekje opgedoken. Het dateert van +/- 1780 en is het enige dat nog resteert van de duizenden die ooit gedrukt werden. Het werd uitvoerig beschreven in het jaarboek 2023 van de Geschied- en Heemkundige kring Hultheim
Verdere evolutie
Op het einde van de 18de eeuw kreeg de confrérie het moeilijk. Religieuze broederschappen werden het leven moeilijk gemaakt onder keizer Jozef II. Wanneer onze gebieden vanaf 1794 ingelijfd werden door de Fransen, werden alle uiterlijke tekenen van geloofsbelijdenis en katholicisme verboden. Bovendien werden toneelspelen aan banden gelegd. Dit zorgde ervoor dat de rederijkerskamer een stille dood stierf. Er werden geen toneelstukken meer opgevoerd. De Christelijke broederschap hield echter vol. Uit de leden werd een groep mannen gekozen die de processies bleef verzorgen. Ook de traditie van het jaarlijkse koningsfeest met de koningstrekking, die typisch was voor een rederijkerskamer, bleef behouden.
Na de koningstrekking wordt de nieuwe koning omgord met het koningsschild. Foto: Luc Vandekerckove.
Nog later, in de 19de eeuw, ging de brede werking verloren. Er werden geen vrouwen meer ingeschreven. De confrérie bestond vanaf toen uit een 50-tal leden. Ze verzorgden de Heilig Sacramentsprocessies die vroeger buiten de kerk door de dorpskom werden gehouden. Vanaf de jaren 70 in de 20ste eeuw werden de buitenprocessies afgeschaft. Sindsdien hebben jaarlijks vier processies plaats: bij het jaarfeest met koningstrekking, op sacramentszondag, op Onze-Lieve-Vrouw ten Hemelopneming en rond 14 september. De broederschap houdt er bovendien aan om de Gedurige Aanbidding te organiseren en om een rol te spelen bij de paaswake.
Hoewel alle andere Kruishoutemse broederschappen er het bijltje hebben bij neergelegd rond het Tweede Vaticaans Concilie, blijft de stevig gewortelde Confrérie van het Heilig Kruis overeind. Naast haar religieuze werking is ze bovendien de hoedster van belangrijk Kruishoutems erfgoed. Bestuur en voorzitter zijn vast besloten vol te houden, daarin warm gesteund door pastoor Joost.
Chris Van der Meeren