Met Mozes trekt het volk Israël weg uit de slavernij van Egypte, door de woestijn naar een beter land. Op hun weg naar bevrijding en ook later, hebben ze nood aan goede leefregels die de juiste richting aangeven en zorgen voor evenwicht. Dat is de ‘Tora’, de ‘Wet’ waarvan we vandaag de ‘Tien Geboden/Woorden’ horen. Het zijn ten diepste woorden die bevrijden, wegwijzers naar een rechtvaardiger samenleving.
Ook Jezus staat in die traditie en daarom wordt Hij woedend bij het gemarchandeer in de tempel van Jeruzalem. Hij gaat de confrontatie aan met de geldwisselaars die er enkel op uit zijn om geld te verdienen. God/Jahweh is niet te koop. Diens barmhartigheid kan door geen enkel offer beïnvloed worden.
Op hun vraag “Wat voor teken kunt Gij ons laten zien, dat Gij dit doen moogt?” antwoordt Jezus met een beeld dat Hijzelf, zijn Lichaam de ware Tempel is. Mensen moeten zich dus vooral geen valse goden laten aanpraten.