Toen we genomineerd werden vanuit de Sint Benedictusparochie om aanwezig te zijn bij het bezoek van de paus in de basiliek van Koekelberg waren we heel dankbaar. Wij keken dan ook uit naar die dag. Zaterdag 28 september : vroeg opstaan, want de basiliek was niet bereikbaar met de autoen ook het openbaar vervoer werd aan banden gelegd … dus met de trein en de metroop weg. Omwille van veiligheidsmaatregelen werden we getrakteerd op een wandeling van 25 minuten van metrostation Simonis naar de basiliek.Na de nodige controle aan het hek mochten aanschuiven richting ingangsdeur. Ook daarnog een check up of we wel uitgenodigd waren – ja zelfs via een metaaldetector konden de kerk betreden.In afwachting van de komst van de paus werden een aantal liederen ingezongen. Eerst en vooral het lied van het jubeljaar 2025. Verder het Magnificat en Ubi Caritas van Taizé alsook het Salve Regina, een lied dat in vele congregaties aan het einde van de dag wordt gezongen.
De bisschop van Brugge, Lode Aerts, verwelkomde de aanwezigen en drukte de dank uit voor de inzet van zoveel vrijwilligers in de geloofsgemeenschappen. De Kerk heeft een thuis nodig- een thuis is meer dan een huis. Hij stelde de vraag ‘hoe kan dat huis (de Kerk) bewoond worden ?
Hiervoor is het nodig dat het een open huis is met een open deur. Het zou liefde moeten uitstralen en de vreugde van het evangelie zou elk van ons van binnen naar buiten moeten keren.
Bisschop Lode besloot met de uitspraak: wij moeten op zoek gaan naar Jezus, maar het is vooral Jezus die komt om ons te vinden. Daarna kwamen de 6 geselecteerde personen aan het woord. De getuigenissen werden afgewisseld met het Magnificat en nadat iedereen aan beurt was gekomen gaf paus Franciscus een kort antwoordje. (Voor deze antwoorden hieronder heb ik gebruikt gemaakt van https://www.otheo.be/artikel/6-stelden-koekelberg-vraag-paus-zijn-antwoord)
In naam van de priesters kwam de pastoor-deken van Eupen Helmut Schmitz (70) als eerste aan de beurt. Pastoor Helmut ziet de verbinding tussen mens en God als zijn levenswerk. Hij wil er zijn, om mensen te begeleiden in gelukkige maar ook in droevige tijden. Zijn vraag aande paus: Welke rol heeft de priester te spelen in de synodale weg die wij in de Kerk gaan, en hoe kan dat in de parochies gebeuren? De paus zei: ‘We zijn van een christendom gevestigd in een gastvrije sociale context overgegaan naar een christendom van een “minderheid”,
of beter gezegd, een christendom van de getuigenis.
Pastorale veranderingen op gang brengen die ook invloed hebben op de gewoonten, de vorm en de taal van het geloof, zodat ze werkelijk ten dienste staan van de evangelisatie, vereist de moed van een kerkelijke bekering. Ik zou tegen Helmut en de priesters willen zeggen: heb die moed!
Yaninka De Weirdt (26) uit Gent, medewerker van Kamino kwam als tweede aan het woord.Zij schetste waar jongeren van dromen: ‘We focussen bewust op eenheid in verscheidenheid, omdat er vandaag zoveel diversiteit is, inzake nationaliteit, geloofsovertuiging, geaardheid … terwijl iedereen hetzelfde doel heeft: gelukkig zijn en een goed leven leiden. Allemaal samen door één deur geraken, dat is volgens ons de grote uitdaging. Hierbij kwam de vraag‘Heilige Vader, hoe kunnen we onze grootse dromen verenigen? Hoe kunnen we als jongeren en jongerenpastores bijdragen aan eenheid in verscheidenheid, en samen dromen, samen jongelooflijk?’ Paus Franciscus zei: Als we het Evangelie brengen — ik denk aan wat Yaninka ons vertelde — opent de Heer ons hart om hen te ontmoeten die van ons verschillen. Het is goed, zelfs noodzakelijk, voor jonge mensen om verschillende dromen en spiritualiteiten te hebben. Je zei iets moois: Allemaal op weg, maar langs verschillende wegen. Zo moet het zijn, want er zijn vele persoonlijke of gemeenschappelijke wegen mogelijk die ons naar hetzelfde doel leiden, naar een ontmoeting met de Heer: in de Kerk is er plaats voor iedereen, en niemand dient een fotokopie van de ander te zijn.
Eenheid in de Kerk betekent niet uniformiteit, maar het komt er op aan harmonie te vinden in de verscheidenheid!’
Ook een zuster van de gemeenschap van de Tibériade, zuster Agnes, mocht namens de religieuzen een getuigenis geven en een vraag stellen. Ze gaf een persoonlijke getuigenis over haar roeping en het leven in haar geloofsgemeenschap. Zr Agnes stelde vast dat het voor velen moeilijk is om trouw te blijven aan hun engagement. Vandaaruit stelde ze de vraag;‘Heilige Vader, wij leven in een tijd waarin de waarde van engagement en trouw in vraag wordt gesteld. Hoe kunnen wij laten zien en voorleven dat die trouw, op de proef gesteld door het kruis, een weg naar het ware geluk is?’ Dit antwoordde de paus: ‘Lang voordat hij paus werd, schreef Joseph Ratzinger dat er een regel geldt in het onderscheiden:
“Waar vreugde ontbreekt, waar er geen humor meer is, daar is zelfs de Heilige Geest niet [...] en vice versa: vreugde is een teken van genade”
En daarom wil ik u zeggen: moge de vreugde in uw hart tot uiting komen in uw prediking, uw vieringen, uw inzet in uw apostolaat, want dat roept vragen op en trekt zelfs mensen aan die ver van God zijn. Ik dank zuster Agnès en zeg haar: vreugde is de weg. Wanneer trouw moeilijk lijkt, moeten we tonen - zoals u zei - dat het een “weg naar het geluk” is. En dan, als men ziet waar de weg ons naartoe leidt, is men weer bereid om op weg te gaan.’
Vervolgens kwam Mia De Schamphelaere, coördinator van het Opvangpunt seksueel misbruik in de Kerk aan het woord. Ze stelde de vraag;Hoe kan de Kerk de wonden van de overlevers zien, erkennen én ervan leren? Hoe bouwen we aan een nieuwe cultuur in de Kerk waarin iedereen zich veilig, beschermd en geborgen weet? Hoe kan elk kerkelijk gezag in balans gebracht worden en elk beleid transparant gemaakt worden?Als antwoord op deze vraag zei paus Franciscus: ‘Ik zou tegen Mia willen zeggen: bedankt voor het geweldige werk dat je doet, dat je woede en pijn omzet in hulp en nabijheid. (onderbroken door applaus) Misbruik veroorzaakt afschuwelijk lijden en wonden. Het ondermijnt ook de weg van het geloof. En er is veel barmhartigheid nodig om niet met een hart van steen bij het lijden van de slachtoffers stil te staan, maar hen onze nabijheid te laten voelen en alle hulp te bieden die we kunnen, om van hen te leren om een Kerk te zijn die iedereen dient zonder iemand te domineren.
Eén van de wortels van het geweld is machtsmisbruik, wanneer mensen hun macht misbruiken om anderen te manipuleren.’
Dan kwam Arnaud Join-Lambert, professor aan de UCL en betrokken bij de synode aan het woord. Hij is een van de experten van de synodale weg. Hij stelt vast dat negen op de tien gedoopten geen enkele band (meer) hebben met de Kerk. Er gaapt met andere woorden een kloof tussen de christenen en de christelijke boodschap, die hen blijkbaar niet bereikt, en dat is zonder meer een nijpende kwestie voor de katholieken in Europa. Een mogelijke reactie zou kunnen zijn dat de Kerk terugplooit op zichzelf en dan maar voortdoet als kleine christenheid. Zo’n ‘tribaal’ christendom is echter hoegenaamd niet evangelisch.’ De vraag is dan ook: Hoe ziet u de toekomst van synodaliteit in de geseculariseerde westerse wereld, waar de synodale traditie al sterk aanwezig is, met bijvoorbeeld lekenraden? Dit antwoordde de paus: ‘Ik zou tegen Arnaud willen zeggen:
het synodale proces moet een terugkeer naar het Evangelie zijn; in de prioriteiten moet het niet gaan om een of andere hervorming
die ‘in’ is, maar we moeten ons afvragen: hoe kunnen we het Evangelie brengen in een samenleving die niet meer luistert of die van het geloof is vervreemd? Laten we ons allen die vraag stellen.’
En als laatste mocht Pieter De Witte, gevangenisaalmoezenier in de Leuvense Hulpgevangenis en gastdocent Leuvens Instituut voor Criminologie een vraag stellen.Verwijzend naar de bezoeken van paus Franciscus aan de gevangenissen drukte hij de waardering voor hem uit. De paus brengt door deze bezoeken de verborgen wereld in de aandacht. We delen met hem de ervaring dat gedetineerden in penibele omstandigheden leven, geïsoleerd en in onzekerheid. Hen bezoeken, wordt terecht een werk van barmhartigheid genoemd. Maar wij willen meer doen. Het gevangenissysteem is destructief en dat moet aangeklaagd worden. Ook tegen de maatschappelijke tendens om opsluiting als enige antwoord te zien op mensen die problemen veroorzaken, willen wij een profetische kritiek laten klinken.’ ‘Niet dat het maatschappelijke verlangen naar een rechtvaardige straf en naar een veilige samenleving, niet legitiem zou zijn. Dat is het wel degelijk. Van de gedetineerden zelf leren wij trouwens dat ze vaak geen barmhartigheid willen, maar vooral rechtvaardigheid. Onze vraag was daarom: Hoe moeten wij als christenen – en zeker als christenen die in de gevangenissen werken – staan tegenover ons strafsysteem? ‘Barmhartigheid is volgens de paus een sleutelwoord voor gevangenen. Ik zeg het er even bij:
als ik een gevangenis binnenga, vraag ik mij af: waarom zitten die mensen daar, en niet ik?
Jezus laat zien dat hij niet aan de kant blijft staan, zich niet ver houdt van onze gebreken. Hij weet dat we allemaal fouten kunnen maken, maar niemand is fout. Niemand is voor altijd verloren. Daarom is het goed om alle wegen van de aardse rechtvaardigheid en menselijke, psychologische en strafrechtelijke wegen te bewandelen, maar de straf moet een remedie zijn, ze moet leiden tot genezing. We moeten mensen helpen om weer op te staan en hun weg te vinden in het leven en in de maatschappij. Onthoud dit: we kunnen allemaal fouten maken, maar niemand is fout, niemand is voor altijd verloren. Barmhartigheid, altijd barmhartigheid.’Doorheen de vragen en de antwoorden reikte de paus ons drie denkpistes voor een ‘Kerk in beweging’ aan.
Hierbij verwees naar het schilderij van Rene Magritte ‘De akte van geloof’
Het schilderij toont een deur die van binnen gesloten is, maar in het midden is er een opening, de deur staat open naar de hemel. Het is een opening die ons uitnodigt om verder te gaan, om vooruit en naar boven te kijken, om ons nooit af te sluiten. Het is een beeld dat ik u laat als symbool van een Kerk die nooit haar deuren sluit. Een Kerk die iedereen een opening op het oneindige biedt, die weet hoe ze verder moet kijken. Dit is de Kerk die evangeliseert, die de vreugde van het Evangelie beleeft, die barmhartigheid beoefent.’
Deze ontmoeting met de paus was een vreugdevol en hoopgevend gebeuren. De stilte die na een getuigenis volgde… of het spontaan applaus…het waren tekenen dat er in het hart van velen nog goedheid en liefde aanwezig is. Het is bemoedigend te voelen dat nog velen de roep ‘Ik heb je nodig om de wereld mooier …om Mijn boodschap van liefde waar te maken’nog gehoor vind.
Nu het jubeljaar 2025 met het thema ‘Pelgrims van Hoop’ in aantocht is, bid ik dat wij in ons eigen hart… ons gezin … onze werkomgeving … onze geloofsgemeenschappen de moed zouden hebben om ten diepste te luisteren naar elkaar en wegen te zoeken hoe we samen… elk met onze eigenheid, maar evenzeer met onze talenten…kunnen bouwen aan dat huis van de Kerk zodat het een THUIS wordt voor elke mens op onze weg.