Rechtvaardig samenleven opbouwen in Jeruzalem - 2015 | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Attent

Attent

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Wat is Attent? Presentie
      Werkgroep presentie: visie en doelstellingenMeer weten over Presentie
      Migratie Diversiteit Gastvrijheid
      Werkgroep Migratie Diversiteit Gastvrijheid: visie en doelenMeer weten over MiDiGa
      Ecokerk Bisdom Antwerpen
      Ecokerkraad: Nieuwe samenkomsten en verslagenActiviteiten, aanbod en terugblik Ecokerk & Laudato Si Werkgroep Ecokerk: visie en doelen
      Rouwzorg Attent
      Werkgroep Rouwzorg Attent: visie en doelenMeer weten over verlies, rouw en verdriet
      Project Levensbeschouwingen over "Gastvrijheid" Project Levensbeschouwingen over "Zorg voor de aarde" Trefdagen - Terugblik sinds 2014 Andere thema's en publicaties door Attent
      Andere thema's AttentBoek 2023: Presentie. Samen mens wordenBoek 2017: Kerk, eigendom en de woonnood - Lees onlineWebinar diakonia in Boek Handelingen
      E-Brief van Attent E-Brief in jouw mailbox?

Rechtvaardig samenleven opbouwen in Jeruzalem - 2015

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op vrijdag 24 april 2015 - 15:19
Afdrukken

Vorig jaar gingen Brusselse katholieken en moslims samen op pelgrimstocht naar Jeruzalem en Bethlehem. Dit jaar nodigden zij mensen uit Jeruzalem uit om hier te vertellen hoe zij werken aan een rechtvaardiger samenleven in hun land. Jamal Amro, Soher Zaatry en Yehiel Grenimann vertelden in Brussel, Leuven en Antwerpen hun verhaal. In Antwerpen namen ze het woord in de lokalen van Pax Christi. Drie getuigen uit drie religies, die tegen alle hopeloosheid en verdeeldheid in, toch in dezelfde richting kijken en mekaar vinden. Graag laten we u mee proeven van hun bewogen inzet. 

Ik ben Soher Zaatry. Ik groeide op in Haifa, de derde grootste stad van Israël. Bij mij thuis werd Arabisch en Hebreeuws door mekaar gesproken. Joden, moslims en christenen leefden als goede buren naast en met elkaar. Ik ging naar een school van katholieke nonnen en leerde er vijf talen. Ik studeerde economie en wiskunde aan de universiteit. De lessen verliepen er volledig in het Hebreeuws. Ik ging werken voor een bank. Na een aantal jaar ging ik werken in Jeruzalem. Ook Jeruzalem is een gemengde stad. Maar de atmosfeer is er heel anders dan in Haifa. In Jeruzalem leven mensen niet samen. Ze leven ieder, gescheiden van mekaar in een eigen gebied. Zo leren Arabieren geen Hebreeuws. Mijn joodse baas wilde niet naar mijn afdeling komen. Ik moest altijd zelf naar hem gaan.  Er is dus geen integratie.  
 

Gemengd maar gescheiden leven

Nu geef ik business-lezingen en werk ik voor het “Jerusalem Centre for Jewish Christian Relations”.  Ik ben les beginnen geven aan joodse vrouwen en aan Arabische vrouwen over omgaan met geld. Als ik me aan joodse vrouwen voorstel, reageren ze: “Soher is geen moslimnaam”. Voor hen is het een cultuurschok te horen dat ik een Palestijns christen ben en Israëlisch burger. Ik geef ook les aan Palestijnse vrouwen. Zij begrijpen niet waarom ik geen hijab draag. Ook voor hen is het een cultuurschok te horen dat ik Arabisch én christen ben.  

Ook de andere projecten die het centrum opzet tonen aan hoe weinig de bevolkingsgroepen mekaar kennen in Jeruzalem. Zo is er een project om jongeren uit joodse en christelijke scholen (waarvan het merendeel moslim zijn) met mekaar in contact te brengen. Met vijftienjarige tieners uit de joodse scholen lukte dat niet meer. Wel met twaalfjarigen. Ze komen met mekaar via spelopdrachten in contact. Het grootste probleem daar is het overtuigen van hun leerkrachten. Ook die staan heel weigerachtig tegenover zo’n samenwerking.  Eenzelfde probleem dook op toen in een gemengde vrouwengroep werd voorgesteld om na het brengen van bezoeken aan ziekenhuizen in verschillende gebieden in Jeruzalem het voorstel kwam om gezamenlijk Yad Vashem te bezoeken. Dit stootte op moeilijkheden bij de Palestijnse vrouwen. Ze vinden hun eigen lijden zo zwaar, dat ze het lijden dat het holocaustmuseum Yad Vashem toont niet meer aankunnen. Tenslotte verwijst Soher naar het boekenproject waarin de feesten van de verschillende religies worden toegelicht. “Nog altijd vraagt men aan mij hoe ik de ramadan vier. En weet men niet dat christenen Kerstmis vieren.”

Soher Zaatry vergelijkt nog eenmaal het verschil tussen haar leven in Haifa en het leven in Jeruzalem. “Joodse mensen kennen geen Arabisch, Arabische mensen geen Hebreeuws. Mijn naaste buren zijn joods, maar ik heb nooit contact met hen. In Haifa woont men dooreen in het zelfde appartementsgebouw en doet men zelfs beroep op mekaar om op elkaars woning te letten als men enkele dagen afwezig is. Dat alles is ondenkbaar in Jeruzalem terwijl daar meer dan 1 miljoen mensen wonen, waarvan  300.000 moslim zijn en 10.000 christenen (waarvan de  helft zusters en paters). We hebben hulp nodig in Jeruzalem om te leren samenleven met mekaar, zonder checkpoints. 

Rabbijn Yehiel Grenimann  start zijn verhaal met een foto van de mars in Selma in 1965 waar rabbijn Abraham Heschel als activist mee opstapte naast M.L. King. De foto hing in het kantoor in Amerika, verduidelijkt Yehiel Grenimann, om de betrokkenheid van joden te tonen in de strijd tegen racisme. Voor hem is de foto tot op vandaag inspirerend omdat ze toont dat zelfs onmogelijk geachte situaties kunnen veranderen. Dit sterke voorbeeld van religieuze actie – Heschel ervoer de mars als “bidden met de voeten”-  is naar Israël gebracht. De beweging “Rabbis for Human Rights” begon klein, maar groeide uit naar een vereniging met zo’n 150 rabbijnen, voor het merendeel vanuit de liberale strekking. De vereniging heeft nu zo’n 30 medewerkers in loondienst. 

Zelf is hij een conservatieve rabbijn en behartigt  mensenrechtenkwesties in bezet gebied, met name op de West bank (gebied C).  De beweging behartigt ook schendingen van mensenrechten van joodse mensen, maar doet toch vooral vormingswerk, gaande van opleidingen voor  toekomstige rabbijnen tot plaatselijke actie.  Zo zijn er contacten met een 50-tal Palestijnse dorpen. Tijdens de olijvenoogst gaan ze met vrijwilligers in het veld aan de slag om gezamenlijk de olijven te oogsten. Dit is tegelijk een kans om concrete solidariteit te tonen, zich te verzetten tegen de de bezetting en onderdrukking en mensen vanuit het buitenland de realiteit te laten ondervinden. Tijdens de rustmomenten is er kans om met mekaar in gesprek te kome. Ook hij onderschrijft dat de scheiding tussen de bevolkingsgroepen heel groot is geworden en dat ook hij die wil helpen doorbreken. Ook de komst van vrijwilligers uit het buitenland vindt hij belangrijk. Want ook zij beginnen te leren over het onrecht dat wordt aangericht.  
 

Zorgen voor de olijfbomen

In het boek Leviticus staat een passage waarin het verboden is om in een veroverd gebied te fruitbomen te vernietigen. Dan zien dat olijfbomen worden ontworteld en vernietigd, is een religieuze schok. Een van de acties die de rabbijnen voeren bestaat dan ook uit herplanten van olijfbomen.  In de regio wonen ook bedoeïnen. Ook zij worden uitgewezen en verdreven. Ook voor de rechten van deze bevolkingsgroep wordt actie gevoerd. Op één plaats kreeg men zelfs heel uitzonderlijk toelating om een schooltje te bouwen. Wel ligt de  school vlak naast een vuilnisbelt en past de ligging in het plan om uit andere gebieden meer bedoeïnen te verjagen. In de Negev-woestijn wordt het bestaan van bedoeïnendorpen niet erkend. De dorpen worden vernietigd. En na een heropbouw, wordt alles opnieuw neergehaald. Er zijn dorpen die al meer dan  80 maal opnieuw vernietigd werden. 

Recent is “Tag Meir” van start gegaan, een interreligieuze werking die zich verzet tegen racisme. Hij wijst er op dat de bevolkingsgroepen eigen volledig etnisch met mekaar verwant zijn, maar de haat ze voor mekaar hebben, is toch te begrijpen als racisme. Een van de acties die al werd gevoerd is een gezamenlijk protest tegen de vernietiging van een moskee. Ze willen ook de theologie in de praktische context toetsen en ontwikkelen. Zo is er een groep rond een vrouwelijke rabbijn die samen de onafhankelijkheidsverklaring van Israël lezen. Een belangrijk document, omdat Israël geen grondwet heeft.  In die tekst staat onder meer: “Ik garandeer de vrijheid van religie, geweten, taal, onderwijs en cultuur. Ik zal de heilige plaatsen van alle religies bewaren; en ik zal trouw zijn aan de principes van het Charter van de Verenigde Naties.” Deze tekst leidt tot heel interessant discussies, die het denken van jonge mensen echt uitdaagt, besluit Yehiel Grenimann. 
 

Waarvoor dient een bulldozer? 

Jamal Amro doceert urbanisatie aan de Palestijnse Birzeit universiteit. Hij deed zijn studies in Duitsland. Hij zelf is moslim, maar hij stamt uit een familie van christenen. Het dooreen geweven zijn van de verschillende groepen zit in zijn familiegeschiedenis. Hij zegt dan ook meteen dat de problemen in zijn land niet te maken hebben met religies, maar met slechte politiek. In Duitsland leerde hij dat hét uitgangspunt voor urbanisatie is dat het ontwerpen en bouwen tot doel heeft het leven van de mensen te verbeteren. Het gaat op opbouwen, niet om afbreken. In zijn land ziet hij hoe stadsplanning mensen nog verder uit mekaar drijft, in plaats van ze met mekaar in contact te brengen. Ook met een tekenpen kan je veel schade aanbrengen, weet hij.

Voor zijn presentatie kreeg hij van zijn studenten foto’s, die tonen hoe radicaal tegengesteld het leven verloopt voor de van mekaar gescheiden bevolkingsgroepen. Sommige foto's zeggen in één blik meer dan duizend woorden. Enkele andere foto's licht hij toe. Twee foto’s tonen het verschil in wachten: enerzijds Israëli’s die in de luchthaven heel comfortabel op hun vertrek wachten, anderzijds opeengepakte Palestijnen uren wachtend aan een checkpoint om naar hun werk te kunnen gaan. Twee andere foto’s tonen voetballende jongens. Eén groep doet dat op een perfect groen grasveld, waar veel irrigatie bij komt kijken, terwijl de andere groep speelt op het puin en niet eens drinkbaar water ter beschikking heeft. Dezelfde bulldozer die voor de kolonisten huizen optrekt, wordt ingezet om huizen van Palestijnen te vernietigen. De foto’s tonen de kwaadheid bij zijn studenten, voegt hij toe. Sommige beelden blijven ook hem erg aangrijpen. Hij roept dan ook heel duidelijk op om de vernietiging van het land, de dubbele moraal van deze vorm van apartheid een halt toe te roepen. En daar kan ook ons land en wij concreet toe bijdragen. Door hun verhaal verder te delen, bijvoorbeeld. (RB)

Gepubliceerd door

Attent

Meer

Interreligieuze dialoog
Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Bisschop Lode Van Hecke © Bisdom Gent, foto Kristof Ghyselinck
readmore

Solidariteit volgens: bisschop Lode Van Hecke

icon-icon-artikel
Philippe Markiewicz (voorzitter Centraal Israëlitisch Consistorie), pastor Steven H. Fuite, kardinaal Jozef De Kesel, opperrabbijn Albert Guigui en Thomas Gergely © Arthur Volponi
readmore

Kardinaal De Kesel wenst Joodse gemeenschap Gelukkig Nieuwjaar

icon-icon-persbericht
Bisschoppenconferentie van België © IPID
readmore

Oproep erediensten en vrijzinnigen: 'Stem met hart en verstand'

icon-icon-persbericht

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook