Wij bieden woorden aan die vreugde bieden, die meditatie bieden, die rust verschaffen en nu en dan eens doen nadenken. Laat die woorden niet vliegen in de wind, bewaar ze in jullie hart. En praktisch… lees misschien een gezegde per dag. Het zal jullie dagen kleuren.
Juli: de hooimaand
10 juli: Dankbaar kunnen zijn voor alle gebeurtenissen van het leven en dit alles steeds opnieuw kunnen beleven in de herinnering – wat een geluk. (Max Rössler)
11 juli: Zelfs de stilte heeft haar taal. Zij kan bidden; zij kan zich doen verstaan. (Aminta Tasso)
12 juli: Niet alleen je huid maar ook je hart moet je laten genieten van zonnestralen. (J. Donald Walters)
13 juli: Tederheid is als een morgenstond waarin de dag door de nacht wordt wakker gekust. (Paul Heyse)
14 juli: Als jij verdrietig bent, zal ik de tranen zijn. Ben jij de rozengeur, dan ben ik de maneschijn. (Toon Hermans)
15 juli: Liefde leeft slechts van liefdevolle kleine. dingen (Theodor Fontane)
16 juli: Het leven is een ambacht, waarvoor men moeite moet doen om het te leren. (Honoré de Balzac)
17 juli: Geen waar geluk, zolang wij geen vrede hebben met onszelf: Het hoogste geluk wellicht is: het in alle opzichten zichzelf kunnen zijn. (C.J. Wynandts)
18 juli: Het lawaai wordt uiteindelijk ingehaald door de stilte, de actie door de bezinning. (Herman Van Rompuy)
19 juli: Wie de goddelijke gave van de geestdrift bezit, die wordt wel ouder, maar nooit oud. (Oncken)
20 juli: Schoonheid is, waar het oog rust vindt. (Axel Bouts)
21 juli: In onze gedemoraliseerde wereld is alles onderhevig aan verandering, behalve het hart, behalve de liefde in de mens en zijn streven het goddelijke te kennen. (Marc Chagall)
22 juli: Geluk is een tussenstation tussen te weinig en te veel. (Channing Pollock)
23 juli: Het heeft geen belang hoe oud je bent, het komt eropaan hoe je oud bent. (Maria Dressler)
24 juli: De vreugde van het zoeken is vaak groter dan die van het vinden. (Perzische levenswijsheid)
25 juli: Ik ben nooit, ik word. (André Gide)
26 juli: Wie een gouden hart heeft, heeft zelden goud. (Gaby Vanden Berghe)
27 juli: De enige manier om een vriend te krijgen, is er één te zijn. (Ralph Emerson)
28 juli: Twee dingen zijn het die alle levenskunst beheersen: met kracht zich kunnen ontzeggen en op de juiste wijze kunnen genieten. (Sirius)
29 juli: God sluit nooit een deur of hij opent een andere. (Iers spreekwoord)
30 juli: Al wat de mens van God vervreemdt, vervreemdt de mens van de mens. (Burke)
31 juli: De taal van het hart heeft oneindig veel dialecten. (Nicolaas Beets)
Augustus: de Oogstmaand
1 augustus: Heiligen zijn nodig omdat God zo veraf is en Jezus zo onnavolgbaar. (Axel Bouts)
2 augustus: Om te kunnen bidden moet je geloven. Om te kunnen geloven moet je bidden. (Axel Bouts)
3 augustus: De leermeester leid je alleen tot de deur. Jij moet zelf verder gaan. (Anoniem)
4 augustus: Wij onderschatten wat wij hebben en overschatten wat wij zijn. (Ebner-Eisenbach)
5 augustus: Maakt u God tot een werkelijkheid en God zal u tot waarheid maken. (Ynayat Khan)
6 augustus: Dank met de mond, heeft weinig grond, dank met het hard is goede klank. Maar dank met de daad, dat is mijn raad. (R. Reinich)
7 augustus: Raap telkens als je valt, iets op. (Oswald Avery)
8 augustus: De grote gedachten komen uit het hart. (Vauvenargues)
9 augustus: “Vredestichter” – vooraleer je poogt vrede te brengen aan de wereld – maak vrede in jezelf. (Inayat Khan)
10 augustus: Wat is vreugde? Een zonnestraal tussen twee wolken. (Madame Deluzy)
11 augustus: Bij ware vroomheid behoort de moed van alles te durven gevoelen, wat een mensenhart voelen kan, maar met God. (Allard Pierson)
12 augustus: De dingen hebben op zichzelf geen waarde: zij worden tot een zegen of tot een vloek door hetgeen men er zelf in legt. (J.A. Cramer)
13 augustus: Geen wijze, die zegt dat hij wijs is. (Spreuken I 613)
14 augustus: Men moet niet alleen het juiste op het juiste ogenblik weten te zeggen, maar, wat veel moeilijker is, het verkeerde ongezegd weten te laten op het verleidelijk ogenblik. (G.A. Sala)
15 augustus: God geeft ons noten, maar hij kraakt ze niet voor ons. (Andersen)