Op zondag 6 januari ging bisschop Johan Bonny voor in een feestelijke en familiale eucharistieviering in een volle Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, bij de tiende verjaardag van zijn bisschopswijding. Mgr. Augustine Kasujja, pauselijk nuntius in ons land, Mgr. Paul Van den Berghe, bisschop-emeritus van Antwerpen, de abten van Averbode en Tongerlo, enkele religieuze oversten, de vicarissen en de kanunniken van het kathedraal kapittel concelebreerden met de bisschop, samen met een zestigtal priesters. Medewerkers en gelovigen uit alle hoeken en kanten van het bisdom Antwerpen vierden mee. Na de viering in de kathedraal volgde een receptie in het Sint-Jan Berchmanscollege.
Hieronder vind je de homilie die de bisschop uitsprak tijdens de viering, enkele foto's en bijkomende achtergrondinformatie.
Homilie
Lezingen: Jes. 60, 1-6, Ef. 3, 2-3a.5-6 en Mt. 2, 1-12
Broeders en zusters,
Ik had nooit gedacht dat de drie wijzen uit het kerstverhaal nog zo’n belangrijke plaats in mijn agenda zouden krijgen. Niet dat ik van hen wakker lig of dat ik een bijzondere devotie voor hen heb ontwikkeld. Wel heb ik elk jaar een afspraak met hen in de kathedraal, op de verjaardag van mijn bisschopswijding. Zondag 4 januari 2009 was een vrieskoude dag. Het was koopjeszondag en er was veel volk op de been. Er trok ook een betoging door de stad tegen het escalerende geweld in de Gazastrook. Onder het toeziende oog van de drie wijzen werd ik tot bisschop gewijd. Sindsdien moet ik elk jaar over hen preken. Telkens probeer ik een brug te leggen tussen hun tijd en onze tijd, tussen hun zending en onze zending, tussen hun verhaal en ons verhaal. En dat lukt wel, met wat fantasie en vrije interpretatie. Wat is mij voor vandaag – voor deze tiende verjaardag – opgevallen?
Na de drie wijzen komen in het kindheidsevangelie nog twee personen aan bod. We zullen hen vieren op 2 februari: Simeon en Hanna. Wat was het verschil tussen de drie wijzen en Simeon en Hanna? Van Simeon en Hanna zegt het Evangelie dat ze hoogbejaard zijn. Ze hebben al een heel leven achter zich. Hun leven is eigenlijk voorbij. Het is af. Ze missen nog slechts die ene ontmoeting met de Messias om in vrede te kunnen sterven. Simeon zegt letterlijk: ‘Nu kunt Gij Heer uw dienaar laten gaan in vrede, want mijn ogen hebben thans het heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël’ (Lc. 2, 29-32). Voor Simeon en Hanna is er verder geen opdracht meer. Ze hebben gezien wie ze nog wilden zien, al was het maar even, en mogen zich nu te ruste begeven. De drie wijzen uit het Oosten zijn niet hoogbejaard. Hoe hadden ze anders zo’n verre en moeilijke reis kunnen ondernemen? Na hun bezoek aan het pasgeboren kind in Bethlehem is hun opdracht nog niet volbracht. Ze vertrekken langs een andere weg naar hun land terug, schrijft Matteüs. Hoe snel of hoe recht ze gereisd hebben, weten we niet. Wel dat ze naar hun eigen land zijn teruggekeerd. Die laatste woorden zijn geen betekenisloos detail.
Even belangrijk als hun heenreis naar Bethlehem, is voor de drie wijzen hun terugreis naar huis. Ze nemen het verhaal van hun ontmoeting met Jezus mee richting Babylonië en Perzië, tot voorbij de grenzen van het Romeinse Rijk en van de Griekse cultuur. Ze komen weer onder hun eigen vrienden en bekenden terecht. Daar ligt hun opdracht en werkveld. Daar moeten ze hun reisverslag uitbrengen. Daar moeten ze woorden vinden om te zeggen wie ze gezien hebben en wat die ontmoeting voor hen betekent. Daar moeten ze kleur bekennen. Het is aantrekkelijk om Jezus te gaan begroeten en bezingen in het buitenland; het is stukken moeilijker om van Hem te getuigen in het binnenland. Het volk van Israël zit nog enigszins op een Redder of Messias te wachten; het volk van Babylon en Perzië helemaal niet. Wat kunnen de drie wijzen thuis over Jezus vertellen, aan landgenoten die op geen Redder of Messias zitten te wachten? Het is een heel herkenbare uitdaging voor ons vandaag.
Hoe kunnen wij vandaag aan onze landgenoten vertellen over Jezus en wat Hij voor ons betekent? Ook zij zitten immers niet op Hem te wachten.
In de voorbije jaren hebben wij in ons bisdom heel hard gewerkt, op diverse domeinen. We hebben onderhouds- en vernieuwingswerken uitgevoerd aan het huis van onze kerkgemeenschap. We hebben gesleuteld aan de vicariaten, aan de pastorale eenheden, aan de opleiding en de begeleiding van onze medewerkers, aan de kwaliteit van onze liturgische vieringen, aan de aandacht voor kansarme personen of mensen op de vlucht, aan het verantwoorde gebruik van kerkgebouwen, en zoveel meer. In de komende jaren willen we graag inzetten op de inhoud van onze boodschap. We zullen ons daarbij laten leiden door het boek van de Handelingen van de Apostelen. Zoals de drie wijzen na Kerstmis, trokken de apostelen na Pinksteren naar alle landen en volken om het Evangelie te verkondigen. Ze begonnen aan een nieuw verhaal: het verhaal van de kerkgemeenschap. Weinigen zaten op dat nieuwe verhaal te wachten, en toch deden de apostelen het. Ze verkondigden de Blijde Boodschap, te pas en te onpas, en stichtten nieuwe christelijke gemeenschappen, kleinschalig maar authentiek. Ze gingen in gesprek met mensen van heel verschillende achtergronden. Ze verloren geen tijd met bijkomstigheden, maar richtten zich op de kern van het christelijk geloof: dat Jezus voor ons gestorven is aan een kruis en verrezen uit het graf.
We willen drie werkjaren uittrekken, van 2019 tot 2022, om bij de apostelen in de leer te gaan en ons door hen te laten inspireren.
Bij deze viering van tien jaar bisschopswijding, wil ik een heel gemeend woord van dank richten tot allen met wie ik in de voorbije jaren heb mogen samenleven en samenwerken. Ik ben u allen heel veel dankbaarheid verschuldigd. Het was één van mijn grootste zorgen tot ik hier toekwam: met wie zal ik kunnen samenwerken, en wie zal met mij kunnen samenwerken. Het was – zo heb ik heel vlug mogen vaststellen – een onterechte zorg. In het bisschopshuis, in de vicariaten, in de diocesane diensten en doorheen het bisdom kon ik van meet af aan rekenen op de hartelijke en toegewijde inzet van vele bekwame medewerkers. Dank u wel daarvoor. Dank ook omdat u mijn gebreken en tekorten erbij genomen hebt, zonder het danig aan mij te laten merken (tenzij ik het niet doorhad). Ik zeg het misschien te weinig, maar het is aangenaam bisschop zijn met zo’n kring van mensen om je heen.
Dat woord van dank richt ik ook tot de vertegenwoordigers van het katholieke middenveld, van het burgerlijke middenveld en van de burgerlijke overheid. Het is aangenaam samenwerken met velen, in wederzijds respect, voor onze samenleving in de stad en de provincie Antwerpen. Die samenwerking willen wij in de komende jaren graag voortzetten.
Voor deze tiende verjaardag van mijn bisschopswijding heb ik een aantal teksten of overwegingen uit de voorbije jaren herwerkt en gebundeld in een boek met als titel: ‘Herbeginnen bij Jezus Christus’. Het boek is vanaf vandaag te bekomen in de boekhandel. De opbrengst ervan is bestemd voor het hulpwerk van Caritas in de verwoeste steden van Syrië. De titel van het boek ‘Herbeginnen bij Jezus Christus’ is een goede weergave van mijn hoop en vertrouwen voor de komende jaren. Onze kerkgemeenschap staat voor een nieuw begin, zowel hier als wereldwijd. We zitten opnieuw in een aanvangstijd.
Er liggen moeilijke ervaringen achter ons, er liggen echter nog meer kansen voor ons. Alleen is er voor christenen geen ander beginpunt weggelegd dan de persoon van Jezus Christus. Alle begin komt van Hem. Hem vinden is vooruitgaan, Hem verliezen is achteruitgaan. Hebben wij de moed en de nederigheid om vanuit Jezus te herbeginnen? Het is de vraag die ik moet stellen, eerst en vooral aan mezelf.
Na tien jaar bisschop voel ik mij nog niet als Simeon en Hanna. Ik heb het Licht nog niet aanschouwd en kan nog niet in vrede heengaan. Ik voel me veeleer als de drie wijzen, onderweg naar hun eigen land. Hier bij ons, voorbij de grenzen van een spontaan christendom en een veilig geloof, wil ik naar Jezus luisteren en van Hem vertellen, samen met u. De periferie van het christendom is ons land geworden, het land van onze zending. En daarbij heb ik geen slecht gevoel, wel integendeel. Je moet het niet in de krant zetten, maar hier is aan het Evangelie ook plezier te beleven!
Amen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.