Achilles M. Surinx, auteur-poëet, was een van de sprekers bij het einde van de viering.
Hier volgt zijn warme tekst...
ZUS, ZUSTER … ZUSTER RACHEL
Hoe wonderlijk die mooie negentiende meidag
toen jij het levenslicht aanschouwde, nog voor
de wereldoorlogen zoveel anders maakten.
Je ouders schonken je een warme thuis,
waar men stil en ongedwongen alles voor
elkander deed. Oorlog bracht soldaten in huis;
jullie moesten wijken en alles achterlaten.
Gelukkig kwam het toch weer goed.
Je werd een gouden zus tussen drie zussen
en zes broers, nadat je even droomde
dat het bij de buren beter was.
Vader en moeder droegen hun beste talenten
aan je over: orde, organisatie, bezorgdheid,
vrolijkheid. Je grootste gave werd en is
de beste te- van allemaal: tevredenheid!
Zonder bewaarschool bracht de grote school je
kennis, schranderheid en de kunst van het naaien.
Je voeten droegen je stapvoets door je jonge leven.
kort voor een nieuwe wereldbrand mensen en dingen
overrompelde, volgde jij de roepstem van je Heer
en je God. Een stem die je naar het klooster leidde,
waar je nu al tachtig jaar je grote geluk bleef vinden,
trouw aan de liefde van je leven, je Lieve Heer.
Het heeft je nooit gespeten; tevreden koos je voor
een leven in dienstbaarheid, blijde dienstbaarheid.
Je gaf je beste zelf als verpleegster, als zuster,
Gericht op de anderen, niet op jezelf.
Ook al kan het lichaam niet meer aan wat
je in je hoofd zou willen, niemand hoort je klagen.
Je geloof laat je niet los. Wat de dagen en
de tijd nog mogen brengen, leg je in Gods handen.
Wij die je van dichtbij en verder kennen, zijn
blij en dankbaar om wie je was, om wie je bent.
Dag zus. Dag zuster. Dag zuster Rachel.
Achilles M. Surinx