Door een hardnekkig virus werden alle liturgische vieringen afgeschaft en dus ook die van de Goede Week. Op zondag 14 juni konden we de draad weer opnemen en ging de eerste aandacht naar het aansteken van de paaskaars. In de ritus van de paarskaars ontmoeten wij als christenen Jezus zelf, Hij die het Licht is in deze wereld en die door zijn opstanding uit de dood de duisternis - symbool van het kwade - heeft overwonnen. Wij beschouwen het als een voorrecht - een genade - om in dat Licht te mogen staan en ons erdoor te laten opnemen. Laten we ons best doen om het Licht door te geven, om liefdevol en barmhartig te zijn in onze ontmoetingen met onze medemens.
In onze geliefde kerk was alles netjes in orde gebracht volgens de algemeen geldende veiligheidsvoorschriften. Het oogde allemaal een beetje vreemd en voelde wat onwennig aan, maar het gevoel van blijheid overheerste. Vreugde om met elkaar in gemeenschap de eucharistie te vieren en het geconsacreerde brood te nuttigen. Om Jezus te gedenken, zoals Hij het vroeg bij het laatste avondmaal met zijn apostelen. Het waren 12 lange weken van (on)geduldig wachten geweest.
De aanwezigen hadden begrip voor het draaiboek van de Belgische bisschoppen om de veiligheid van iedereen te garanderen, alhoewel sommigen zich toch de vraag stelden of het geven van de communie nu werkelijk op zo'n ''afstandelijke'' manier moest gebeuren. Begrijpelijk, maar er waren nu eenmaal duidelijke richtlijnen gegeven door de bisschoppen en goedgekeurd door de veiligheidsraad met als enig oogpunt een verspreiding van het virus te voorkomen. Priesters en verantwoordelijken binnen de kerkgemeenschap werden gevraagd deze richtlijnen strikt te volgen. Voor mensen, die niet op deze manier wilden communiceren, werd in de nota verwezen naar de “communio spiritualis”. De term “communie in de geest, geestelijke communie” vond zijn oorsprong in tijden van christelijke vervolging of atheïsische staatsstructuren waarin geen godsdienstbeleving werd geduld (bijvoorbeeld ten tijde van het communisme). Periode’s waarin gelovigen onmogelijk de heilige Hostie konden ontvangen, maar zich toch verenigd wilden voelen met Jezus Christus. Zelfs anno 2020 duren deze vervolgingen onverminderd en wereldwijd voort. Misschien een moment om al die vervolgde gelovigen in ons hart op te nemen en te bidden voor sterkte in de geest.
Laten we dus in de eerste plaats blij zijn de eucharistie terug te kunnen vieren, zij het in beperkte gemeenschap. De vertrouwde ritus komt wel terug en misschien sneller dan we denken.
OL