2020 Open Avond Congo 60 jaar onafhankelijk en koloniale erfenis | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Attent

Attent

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Wat is Attent? Presentie
      Werkgroep presentie: visie en doelstellingenMeer weten over Presentie
      Migratie Diversiteit Gastvrijheid
      Werkgroep Migratie Diversiteit Gastvrijheid: visie en doelenMeer weten over MiDiGa
      Ecokerk Bisdom Antwerpen
      Ecokerkraad: Nieuwe samenkomsten en verslagenActiviteiten, aanbod en terugblik Ecokerk & Laudato Si Werkgroep Ecokerk: visie en doelen
      Rouwzorg Attent
      Werkgroep Rouwzorg Attent: visie en doelenMeer weten over verlies, rouw en verdriet
      Project Levensbeschouwingen over "Gastvrijheid" Project Levensbeschouwingen over "Zorg voor de aarde" Trefdagen - Terugblik sinds 2014 Andere thema's en publicaties door Attent
      Andere thema's AttentBoek 2023: Presentie. Samen mens wordenBoek 2017: Kerk, eigendom en de woonnood - Lees onlineWebinar diakonia in Boek Handelingen
      E-Brief van Attent E-Brief in jouw mailbox?
Peter Verlinden aan het woord over Congo © rb

2020 Open Avond Congo 60 jaar onafhankelijk en koloniale erfenis

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op maandag 21 september 2020 - 17:29
Afdrukken

Voor de Open Avond van Attent op 10 september jl. balden Peter Verlinden - tot 2019 VRT journalist - en zijn vrouw Marie Bamutese twee lezingen samen tot één. Ze voorzagen ook tijd voor interactie met het publiek. Omwille van het coronavirus maakten 27 aanwezigen de lezing live mee, terwijl een tiental mensen online volgde.  

Op 30 juni dit jaar was het 60 jaar geleden dat Congo onafhankelijk werd. We vroegen Peter Verlinden om de geschiedenis te schetsen van Leopold II tot Kabila en de effecten en gevoeligheden van vandaag erbij te betrekken. De hele geschiedenis schetsen is uiteraard onmogelijk in zo’n kort bestek. Maar kijkend naar de situatie vandaag, vanuit de vraag wat het koloniaal verleden betekent voor ons en voor de Congolezen trekt hij een aantal lijnen, ondersteund door verhelderend beeldmateriaal. Marie Bamutese haakt in bij de recente geschiedenis, waar ze bij betrokken was.

Kongo Vrijstaat, 1885-1908 

Het openingsbeeld is een kaart van Kongo Vrijstaat (ook omschreven als Onafhankelijke Congostaat). Koning Leopold II slaagde er in 1885 in om dit gebied - 77 x België - te verwerven. Hij had toelating van het Belgische parlement, dat wettelijk vastlegde dat de Belgische staat niets te maken heeft met Kongo Vrijstaat. Strikt genomen kan je in deze fase niet spreken van een kolonie, omdat dat een kolonie een overheersende andere staat veronderstelt.

Opvallend aan de kaart van Kongo Vrijstaat zijn de vele rechte lijnen. Men kende het gebied dus niet; enkel een aantal rivieren en de dorpen erbij. Op basis van deze beperkte kennis maakte Stanley een berekening van het totaal aantal inwoners en kwam uit op 42 miljoen inwoners. De demografische wetenschap is het er nu over eens dat er in die periode waarschijnlijk nooit meer dan 10 miljoen waren. Het veel grotere getal van Stanley leidde tot misverstanden over het aantal doden onder het regime van Leopold II. De koning is zelf nooit in Kongo geweest en gaf zijn ambtenaren, waarvan een groot deel geen Belgen waren, opdracht om profijt uit het land te halen door te handelen in ivoor, rubber en een beetje diamant. Om dit mogelijk te maken, werden spoorwegen aangelegd. Aan het centraal station van Kinshasa bevindt zich nog steeds een huldebetoon uit 1948 aan de pioniers die het leven lieten bij de aanleg. De getallen staan er bij: 132 Europeanen en 1800 Afrikanen en Aziaten.

Kongo Vrijstaat is ook  gekend door het verhaal van de afgehakte handen. Ook in Britse en Franse kolonies bestond deze praktijk. Militairen van het koloniaal leger moesten hun kogels nuttig gebruiken: voor het doden van vijanden. Als bewijs werd een hand afgehakt. In “Zwarte trots, witte schaamte? Over kolonialisme en racisme” brengt Peter Verlinden dit verhaal, gebruik makend van de best mogelijke bronnen. Vooreerst is er geen enkele twijfel dat dit systeem werd misbruikt: ook van nog levende personen werd de hand afgehakt. Een Britse lobbygroep, die zich fel verzette tegen het bewind van Leopold II, maakte in de periode 1904-19025 foto’s van levende personen met een afgehakte hand. Het staat buiten kijf dat het bewind van Leopold II kwaadaardig was en slachtoffers heeft gemaakt. Maar hoeveel slachtoffers dat waren, is een discussie geweest, waar men nu stilaan begint uit te geraken.

Hoogstwaarschijnlijk groeide de bevolking niet meer aan ten tijde van Leopold II. Jonge mannen, die gedwongen werden ingelijfd voor de rubberteelt of om dienst te doen in de Force Publique, konden niet bij hun vrouwen in de dorpen zijn.  Bovendien werd op weerbarstige dorpen jacht gemaakt, wat leidde tot ontheemding van mensen. Wie  op de vlucht ging, kan geen veld bebouwen, niet voor eten voor de kinderen zorgen, ... Zoals dat in het heden ook het geval is in Oost-Congo. Er gingen dus niet alleen mensen dood door ziektes of hongersnood. Er werden ook minder mensen geboren. De bevolkingsgroei had 2 à 2,5% moeten zijn. Maar er was stilstand. De meeste mensen kwamen om door de ontwrichting van de samenleving, door het regime van Leopold II. In verhouding werden niet zoveel mensen effectief gedood.

Ondanks alles is vandaag Leopold II nog zichtbaar aanwezig in het land. Zijn standbeeld staat wel niet meer in het centrum, maar op de Mont Ngaliema, destijds een prestigieus privédomein van Mobutu op een heuvel aan de rand van stad. Nu is het een park met een klein museum, dat eind jaren ‘60 door het museum van Tervuren werd opgezet en bevoorraad. Op de Mont Ngaliema bevindt zich ook het “Cimetière des pionniers”: de begraafplaats van eerst aangekomen blanken, die ook vrij snel stierven aan tropische ziektes. De begraafplaats wordt nog altijd in ere gehouden. Peter Verlinden besluit dat in Congo de discussie zoals wij die hier nu momenteel voeren, op zijn minst in de officiële omgeving -mensen die beslissen over standbeelden, musea, begraafplaatsen, … - niet wordt gevoerd.

Belgisch Kongo

In 1908 wordt Leopold II via onderhandelingen gedwongen Kongo Vrijstaat over te dragen aan de Belgische Staat. Als reden wordt vaak gewezen op het protest, vooral uit Groot-Brittannië -  met weerklank wereldwijd -, tegen de misdaden van Leopold II. Eén van die protesten leidde tot de naam “rood rubber”, omwille van de dwang en het geweld dat werd gebruikt in de rubberteelt. Maar het economisch aspect woog zwaarder. De eerste jaren investeerde Leopold II veel eigen geld in Kongo Vrijstaat. Meevaller was de uitvinding van de rubberen luchtband door John Dunlop in 1890. Daardoor wordt rubber plots echt geld waard en kan Leopold II op korte tijd veel geld uit Kongo halen. Hiermee financiert hij België prestigieuze gebouwen en urbanisatiewerken in Brussel.  De bedrijven die zich in Kongo Vrijstaat aan het vestigen waren, hadden liever gezien dat er in Kongo meer zou worden geïnvesteerd in infrastructuur, om het gebied economisch leefbaar te maken. Dat is pas gebeurd nadat Kongo Belgische kolonie werd. Tegen 1904-1905 stort de rubberprijs in en komt de koning in afbetalingsproblemen. Hij had leningen lopen bij de Belgische staat, die als voorwaarde had gesteld dat hij bij niet terugbetaling Kongo Vrijstaat moest overdragen. Dat is in 1908 gebeurd.

Peter Verlinden toont een tweede kaart. Die toont Belgisch Kongo ingedeeld in vicariaten. Het komt er op neer dat paters Franciscanen, Scheutisten, Jezuïeten, Witte Paters elk een regio wordt toebedeeld. Zij waren al actief in het land, maar nu werd hun missiewerk geofficialiseerd. In de missies namen ze de hele sociale sector en het onderwijs in handen, in opdracht van de koloniale overheid. Mobutu zaïriseerde alles, maar moest dat eind jaren ’80 terugdraaien, omdat het gewoon niet werkte.

Vervolgens toont hij enkele foto’s van de koloniale propagandadienst destijds. Ze geven goed weer welk ideaalbeeld de koloniale overheid voor ogen stond: de wijze blanke “vader” die aan de zwarte kindjes leert hoe het moet. Dat de blanke het beter wist, dat paternalisme is er in de koloniale tijd echt ingeramd. In die mate zelfs, dat het vandaag nog steeds niet volledig overwonnen is. Frappant vindt Peter Verlinden wat er gebeurde met de restauratie van een beeld in Kisantu, de stad van de jezuïeten destijds. De foto staat op de kaft van het boek “Zwarte trots, witte schaamte?”. Men had de priesterfiguur nu  perfect zwart kunnen kleuren, maar de witte missionarisfiguur en het opkijkende zwarte kind bleef behouden. Ook al gaat dit niet op voor alle Congolezen, voor Peter Verlinden spreekt dit beeld boekdelen over de zwaarste en moeilijkste erfenis uit de koloniale tijd: het blijven opkijken naar “de blanke die beter weet”. Vandaag slaat de slinger ook helemaal uit naar de andere kant, met een volledig verwerpen van alles wat wit, koloniaal, blank is. Beide houdingen zijn overdreven, stelt de spreker. Bovendien is het ook niet zo dat je mensen op een verkeerde manier ging behandelen, omdat je blank was.  

Het koloniaal systeem leerde de blanke levenswijze doorgedreven aan. Dat leidde tot het tot stand komen van een nieuwe klasse, de “évolués”.  In andere kolonies bestond dit in zekere mate, maar in Belgisch Kongo werd het geïnstitutionaliseerd. Wie slaagde in een proef voor een “commission  des mérites civiques”  - een commissie van burgerlijke verdiensten- kreeg een kaart uitgereikt. Ook in hun privéleven moesten zij het model van de kolonialen volgen. Ze werden maximaal omgevormd, inclusief “cercles des évolués”, clubs waar ze konden samen komen. Ze werden als succesvol beschouwd. Op termijn – men dacht aan een periode van 50 à 100 jaar – zouden zij het van de blanken kunnen overnemen Toen Jef Van Bilsen in 1955-1956 zijn plan voorstelde om Kongo op 30 jaar tijd voor te bereiden op onafhankelijkheid in 1985 (100 jaar na Kongo Vrijstaat) vond men dat nog compleet absurd, want veel te snel. Aan het systeem van de klasse van de évolués deden de priesterseminaries niet mee. Zo waren er al 600 zwarte priesters en een bisschop tegen de tijd dat de eerste universiteit opende.

Peter Verlinden toont enkele korte filmfragmenten. In  2010 -  50 jaar onafhankelijkheid – interviewde hij enkele évolués. Ook het land werd omgevormd naar Belgisch model. Daarvoor werden de beste Belgische en andere Europese architecten naar kolonie gehaald. Ze zetten prestigieuze bouwwerken neer, ontwikkelden de haven,…. Ook daarover toont Peter een filmfragment. De beelden tonen bovenal aan dat in de koloniale tijd op geen enkele manier met de Kongolezen zelf werd rekening gehouden. Ze werden totaal niet betrokken bij de opbouw van hun land.  Als je in zo’n situatie hals over kop overgaat tot onafhankelijkheid, is het niet verwonderlijk dat heel dit systeem in elkaar stort. Niemand in het koloniaal leidinggevend milieu in Brussel had gedacht dat de onafhankelijkheid er snel zou komen. Het eerste politiek bewustzijn is pas in 1958 in structuren gegoten. Patrice Lumumba stichtte zijn Mouvement National Kongolais en Joseph Kasa-Vubu vormde de sociale beweging Abako om tot een politieke partij. In 1959 was er de eerste vorm van volksprotest met geweld, dat zich ook richtte op de kolonialen: winkels werden geplunderd, auto’s in brand gestoken.

Verschillende andere landen in Afrika en nagenoeg alle Aziatische landen waren al onafhankelijk geworden. Op de dekolonisatiebeweging reageert de Belgische overheid met de vlucht vooruit. Ook al waren de Kongolezen niet voorbereid, ze gaan snel verkiezingen voor gemeentes organiseren. Eén van de sleutelfiguren die hierop inspeelt is Patrice Lumumba, die zich tussen 1956 en 1958 sterk uitsprak voor samenwerken met de België en daarna snel radicaliseert, grotendeels als reactie op de halsstarrige, onhandige en nogal denigrerende  houding van het Belgische koloniale bestuur en de Belgische politiek van toen. Peter Verlinden wijst er uitdrukkelijk op dat het de politici in België waren die beslisten, zonder naar de mening van de kolonialen die werkten in Kongo te vragen.

Van Leopold II tot Kabila: en wat nu? Lezing Peter Verlinden © rb

Congo onafhankelijk 1960

Zo wordt Congo onafhankelijk op 30 juni 1960. Koning Boudewijn is er bij en looft het heroïsche, visionaire werk van Leopold II. Lumamba haalt staalhard uit naar onder meer de rubberteelt, de onderdanigheid en het tweederangs burgerschap van de Kongolezen. Vijftig jaar later, bij het bezoek van koning Albert II en koningin Paolo, wordt een borstbeeld van koning Boudewijn ingehuldigd. Zijn imago heeft weinig geleden onder de turbulente onafhankelijkheid. Dat van Leopold II staat ook nog overeind. Recent kreeg hij nog een borstbeeld in een reeks nissen voor het nieuwe provinciegebouw van Lubumbashi. Ook Emile Wangermée, adjunct-gouverneur generaal onder Leopold II, die wordt beschouwd als stichter van Lubumbashi, kreeg er een plaats.

De onafhankelijkheid in 1960 leidt tot een sterke uitstroom van kolonialen. De helft van de 85.000 Belgen, missionarissen inbegrepen en 15.000 blanken van andere origine, verlaat het land op een maand tijd ongeveer. Peter Verlinden gaat hierbij even in op de situatie van de gewone kolonialen. Ook al zijn er die misbruik hebben gemaakt van de onevenredig grote macht die ze er hadden, toch zijn er bij hen en hun nakomelingen en familie heel veel met een groot hart voor Congo. Zij hadden ook al de mentale stap gezet van het paternalisme destijds naar respectvol omgaan met burgers van een andere cultuur, een ander land en origine en dus naar een vorm van gelijkwaardig omgaan met elkaar. Velen van hen zijn nu actief in wat heet “de vierde pijler”: kleine organisaties die een schooltje hier een ziekenhuisje daar proberen te financieren. De stem van de mensen die 1960 hebben meegemaakt, is bijna volledig verloren gegaan. “Daarom heb ik er in mijn boek ‘Weg van Kongo’ aandacht aan besteed”. Hij betreurt ook dat er tussen de mensen met een hart voor Congo en de jonge Congolezen in de diaspora die ijveren voor hun erkenning, een gigantisch grote breuk is, terwijl ze dezelfde doelstelling nastreven: een samenleving hebben bij ons en ginder een samenleving creëren met een  beter leven.

Postkoloniale tijd

In de postkoloniale tijd wordt Congo Zaïre. Mobutu, al actief achter de schermen sinds 1960, wordt president in 1965. Hij blijft het tot 1997. Mobutu maakt zich groot met gigantische projecten zoals de Ingadam in de jaren ’70. In vele gevallen hebben ze weinig baat gebracht. Peter Verlinden toont foto’s uit 2004 – 2005 die tonen hoe het land in elkaar is gezakt, hoe het sinds de jaren 80-90 een puinhoop werd, door corruptie en wanbeleid. Mobutu heeft het land, samen met een kleine elite, leeggezogen. Kenners zeggen dat je Congo niet gemakkelijk verarmd krijgt, omdat er onder- en bovengronds gigantisch veel mogelijkheden zijn.  Toch is de bevolking er slecht aan toe. De generaties van grote onderdanigheid zitten daar voor Peter Verlinden nog voor een stuk tussen. Tot 1960 zegt de blanke koloniaal hoe je het moet doen. Na 1960 kwam er de technische assistentie door blanken, de ontwikkelingssamenwerking… Peter Verlinden deed ervaring op met ontwikkelingswerk toen hij vanaf 1989 enkele jaren persattaché was bij André Geens, minister van ontwikkelingssamenwerking. Hij stelde er een bemeesterende, paternalistische houding vast, zowel bij de officiële ontwikkelingssamenwerking als bij de ngo’s.

De genadeslag voor Congo kwam er vanaf 1994 en vooral in 1996. De genocide in Rwanda in 1994 dreef anderhalf miljoen vluchtelingen de grens over, naar vluchtelingenkampen rond Goma en Bukavu. Ook Marie Bamutese vluchtte weg, samen met haar familie. In oktober 1996 werden de kampen aangevallen vanuit Rwanda door het Rwandese regeringsleger. De Congolese strofiguur was niemand minder dan Laurent Désiré Kabila. De facto heeft het Rwandese regeringsleger, aangevuld met Congolese kindsoldaten die onderweg werden ingelijfd en met gedeserteerde Congolese regeringssoldaten van Mobutu die al jarenlang niet meer betaald werden, heel Congo veroverd. Onderweg werden massaal Rwandese vluchtelingen vermoord en ook veel Congolezen, vooral zij die ervan werden verdacht Rwandese vluchtelingen te helpen. Volgens een VN rapport uit 2010 zou het gaan om 200.000 – 220.000 doden. Die oorlog destabiliseerde het land, want het leger zette zijn tocht in het hele land door.

Het boek “Marie. Overleven met de dood” gaat over die oorlog. “We hebben daarvoor ook gegevens proberen verzamelen over het aantal slachtoffers. Die tonen dat het over veel meer slachtoffers gaat, gemakkelijk het dubbele ervan.” Marie Bamutese neemt het woord. Ze kwam met haar familie in 1994 de grens over, op de vlucht uit Rwanda. “Ik heb ervaren dat er bij de mensen in Congo een grote wanhoop was. In plaats van vluchtelingen op te vangen, gingen ze er met stukken bagage van vluchtelingen vandoor. Als kind vond ik dat heel raar, maar achteraf begreep ik dat dit door grote armoede veroorzaakt werd.” Heel pijnlijk waren de aanvallen in 1996 door de Rwandezen. “Zij gingen erg gewelddadig te werk en dat heeft veel mensenlevens gekost. Ook Congolezen werden vermoord, want er waren er veel die vluchtelingen geholpen hebben,geprobeerd hebben om ze te verstoppen." Ook familieleden van Marie kwamen om het leven. Zelf is ze uiteindelijk via het Rode Kruis weggeraakt, eerst naar Bukavu en dan naar België.

Tot op vandaag blijft de situatie in de regio erg gespannen. De Congolezen zien de Rwandezen als moordenaars die hun land hebben aangevallen en Congolezen hebben vermoord. “Tshisekedi probeert vandaag op zijn manier de relaties te verbeteren, maar stoot op veel tegenstand. Men is niet vergeten wat de Rwandese president gedaan heeft. Het gaat dan niet alleen over degenen die werden vermoord, maar ook om al wie vervolgens is omgekomen door honger en uitputting, omdat alles werd vernield.”

Marie Bamutese vind het jammer dat men in deze geschiedenis iedereen over dezelfde kam scheert. “Men generaliseert en maakt geen onderscheid tussen een gewone Rwandees uit de bevolking en de Rwandezen die er waren om misdaden te plegen. Ik merk dat er ook in België veel polarisatie is tussen de jonge Congolezen en Rwandezen uit de diaspora. Ik maak me daar echt zorgen over. Er is nog veel werk aan de winkel om de relaties te normaliseren."

In Oost-Congo bevinden zich waarschijnlijk nog 200.000 Rwandese vluchtelingen. Het kunnen er 20 jaar later ook meer zijn. Ze zijn heel verspreid achter gebleven en leven er, zo goed en zo kwaad als kan. Nobelprijswinnaar dokter Denis Mukwege ijvert voor een Internationaal Strafhof om de schuldigen voor de gebeurtenissen tussen 1993 en 2003 voor het gerecht te brengen. Dat leidt rechtstreeks naar de Rwandese president Kagame, die voor niets terugdeinst, ook niet voor politieke chantage. Denk ook aan wat Paul Rusesabagina, die in 1994 meer dan 1000 mensenlevens heeft gered, door ze op te vangen in hotel “Des mille collines” is overkomen.  Hij werd recent ontvoerd en wordt nu in Rwanda aangeklaagd voor onder meer terrorisme.

In Oost-Congo zitten er ook nog steeds 1,1 miljoen vluchtelingen in grote vluchtelingenkampen. Voor heel Congo gaat het om meer dan 5 miljoen mensen, op een totaal van 75 miljoen inwoners, die in hun eigen land op de vlucht zijn. Ook de ontginning van coltan in Oost-Congo gaat gepaard met veel geweld en drijft mensen op de vlucht. Het overgrote deel van de 110-120 rebellengroepen is actief in Oost-Congo. Ze proberen allemaal om de rijkdommen van de ondergrond naar zich toe te halen. Ook het regeringsleger bezondigt zich dikwijls aan deelname aan dat soort plundertochten, met alle gevolgen van dien. Die rijkdommen worden vaak weg gesmokkeld naar buurlanden Rwanda en Uganda. Coltan wordt voor 95% naar Rwanda gevoerd. 

Mobutu werd in 1997 verjaagd door vader Kabila, die enkele jaren later in 2001 wordt vermoord.  Zijn zoon volgde hem op en slaagde er tot 2019 in om met allerlei maneuvers aan de macht te blijven. De huidige president Tshisekedi, verkozen na corrupte verkiezingen, gooide het op een akkoord met Kabila. De partij van Kabila heeft de absolute meerderheid in kamer en senaat. Kabila wil nu dat de volgende president niet meer rechtstreeks wordt verkozen maar wordt aangeduid door het parlement. Dat zou dan weer volledig in zijn kaart spelen.

Zwarte trots, witte schaamte?

Afrondend licht Peter Verlinden zijn recentste boek “Zwarte trots, witte schaamte? Over kolonialisme en racisme” toe. Het boek beschrijft niet alleen Kongo Vrijstaat en de koloniale periode, maar ook de relaties met Europa in de eeuwen voor Kongo Vrijstaat. En die verliepen op basis van een veel grotere gelijkwaardigheid. Het sterkt Peter om te stellen dat de voedingsbodem voor racisme eigenlijk maar eind 18de – begin 19de eeuw is gelegd, ondersteund door het evolutionisme, een filosofische strekking die volkeren onderverdeelde volgens hun graad van ontwikkeling. Daarop heeft het kolonialisme zich geënt. Racisme is niet een gevolg van kolonialisme, maar de oorzaak ervan. Racisme gaat dus dieper dan het doen verdwijnen van koloniale symbolen. Het boek reikt dan voorstellen aan over hoe we dan wel met het koloniale erfgoed zouden kunnen omgaan, en gaat ook in op het verhaal van  zwarte piet.

Marie Bamutese vertelt kort over haar vluchtverhaal  © rb
Een boek aanschaffen mét een persoonlijke noot © rb
Vorige Volgende

Interactie met het publiek

1. Een eerste toehoorder versterkt dat de kolonialen meer openstonden voor samenwerking en overdracht van het bestuur aan de Congolezen dan het bestuur in Brussel. Overigens waren de tijden toen overal paternalistisch. Belgen zijn niet paternalistisch geworden in de kolonie, maar zetten er hun cultuur door, met alle voor- en nadelen, en fouten die dat met zich kan brengen.

2. Een mevrouw vertelt vervolgens dat ze in 2001 terug kwam naar België na 31 jaar in Congo te hebben gewerkt. Ze werd geraakt door de TV- reeks “Kinderen van de kolonie”. “Er zijn natuurlijk twee strekkingen van kolonialen geweest. Maar de grote reeks – leken of missionarissen – was daar met één bedoeling: het land vooruit helpen, naar voor trekken. In de TV reeks wordt alles zo uit zijn context getrokken, dat ze er niet naar kon blijven kijken. 

Marie zegt vooreerst dat in haar ervaring de meeste mensen, de gewone Afrikaanse bevolking het goed voor heeft met de blanken die er wonen en dat ze willen samenleven en elkaar helpen, ondanks ongelijke situaties. Zelf is nu bijna afgestudeerd in de vergelijkende en internationale politiek. Dat heeft haar de werking van politieke belangen doen inzien. In Europa spelen geopolitieke factoren sterk. In Afrika heb je te weinig zicht op de context. Zelf probeert ze dingen te begrijpen, in hun context. Dat vraagt moed en kennis en die zijn er niet altijd in de geopolitiek. Ze gelooft dat de meeste kolonialen daar waren met goede bedoelingen. Tegelijk is het ook zo dat de zij het niet altijd beter wisten. 

Peter legt uit dat het programma “Kinderen van de kolonie” journalistiek deontologische fouten bevat. Reeksen zoals “kinderen van de collaboratie” lieten echt enkel "kinderen van collaborateurs" aan het woord en dat is in kinderen van de kolonie niet het geval. Maar dan gaat het niet enkel meer over “hoe hebben die kinderen dat beleefd, los van de vraag hoe de zaken nu echt in elkaar staken". Wanneer je mensen aan het woord laat en ze vertellen dingen, die ze gewoon niet konden weten, of die niet kloppen met de feiten, dan moet je dat als programmamaker minstens corrigeren. En dat gebeurt niet. En dan kan iemand zonder correctie verklaren dat zwarte kinderen in de koloniale tijd niet naar school mochten gaan.

Toen hij in 2002 aan een eerste reeks lezingen begon bij zijn boek “Weg uit Kongo” kreeg hij veel verwijten. Omdat hij kolonialen aan het woord liet, zou hij het koloniaal systeem verdedigen. Hij wou weten: hoe hebben zij geleefd, wat hebben zij gedaan, hoe stonden zij er tegenover? Elke lezing begon hij heel duidelijk met de boodschap: kolonialisme is gelijk aan bezetting. En van eind 19de eeuw tot 1956 was er zo goed als niemand die tegen het kolonialisme was. Dat was de context, de tijdsgeest van toen. Dat is niet: goedpraten. En we weten nu ook dingen die we toen niet wisten.

3. Een derde inbreng gaat over de manier waarop vandaag eerder denigrerend over de rol van missionarissen wordt gesproken. Hebben zij daar toch niet veel goed werk gedaan in opvoeding en gezondheidszorg?

Marie bevestigt en voegt toe dat wat geloof betreft, we ook de politieke factor niet mogen vergeten. "En die is anti-kerkelijk. Daarom moeten we dat blijven bewaken. Ook in Rwanda hebben missionarissen veel werk verricht. Ze hebben een soort verlichting gebracht, en bewustwording binnen de Rwandese samenleving, waar een dominante elite aan de macht was. Door het geloof en door mensen op te leiden hebben zij een beweging op gang gebracht". Haar grootmoeder stierd in Congo, de rozenkrans in haar hand. “Mijn grootmoeder heeft ons grootgebracht en ging met ons naar de kerk. Ze heeft me leren bidden.” Vandaag krijgt ze soms ook te horen dat gelovig zijn, ook een element is van kolonialisme. Dan antwoordt ze: “Ik ben heel katholiek. Ik ben er trots op”.

4. Een laatste inbreng gaat over het vernieuwde Afrikamuseum in Tervuren: “Ik heb gezocht of er iets van missionarissen wordt verteld. Heb ik niet goed gezocht?”

Ook hier speelt de gewijzigde visie op de rol van geloof een rol in de manier waarop het museum is opgevat. Maar het is er wel, bevestigt Peter Verlinden. Er zijn immers heel veel audiovisuele elementen aanwezig die je kan raadplegen. Alleen vraagt dat veel tijd en zoveel tijd brengt de doorsnee bezoeker niet door in een museum. Is het dan toch niet beter om op kort bestek al die dingen weer te geven, die het geheel kunnen representeren, ook de rol van missionarissen? 

Jef Van Hecken, voorzitter van Attent, bedankt Peter Verlinden en Marie Bamutese voor hun gedreven verhaal. "Dat hebben jullie gebracht vanuit jullie ervaring, beleving en zoeken naar hoe de dingen in elkaar zitten. Die insteek werkt verruimend, omdat ze de zaken in een context plaatsen en omdat ze zo perspectieven aanreiken. En dit zoeken is uiteraard niet af, want de discussies zijn volop aan de gang. Hartelijk dank voor jullie goede begeleiding.”

Enkele foto's uit het koloniale verleden kan je bekijken via onderstaande website : http://www.expocongo.be/ - sporen van een koloniaal verleden in het Rijksarchief.

Een lezing bijwonen in coronatijden © rb

Gepubliceerd door

Attent

Meer

Solidariteit
Artikel
diaconie
mens en maatschappij
DR Congo
Open Avond
kolonialisme
geschiedenis
koloniaal verleden

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Bisschop Lode Van Hecke © Bisdom Gent, foto Kristof Ghyselinck
readmore

Solidariteit volgens: bisschop Lode Van Hecke

icon-icon-artikel
Mgr. Lode Van Hecke, bisschop van Gent en referent diaconie voor de Bisschoppenconferentie van België  © IPID
readmore

‘Mensen zonder papieren niet vergeten!’

icon-icon-persbericht
Bisschoppenconferentie van België © IPID
readmore

Oekraïnecrisis: bisschoppen roepen op tot maximale solidariteit

icon-icon-persbericht

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook