Een wandeltocht waarbij deelnemers reflecteren en uitwisselen over wat uitgekozen passages uit het boek Handelingen voor hen persoonlijk betekenen.
Doelstelling
Betekenis geven aan/inspiratie halen uit het boek Handelingen voor het eigen (geloofs)leven.
Met de deelnemers komen tot (geloofs)gesprek en (geloofs)verdieping.
Doelgroep(en)
Jongeren, jongvolwassenen en volwassenen die tot een bepaalde geloofsgroep behoren.
Minimum/maximum aantal deelnemers
Afhankelijk van de coronacontext: tussen de 4 en wat maximaal toegelaten is binnen de coronamaatregelen die van toepassing zijn.
Context/activiteit waarin deze werkvorm kan toegepast worden
Deze werkvorm past bij de dynamiek van het thema ‘In de naam van Jezus, gebruik je voeten’: verdiepend aan de slag gaan met perikopen uit het boek Handelingen en komen tot geloofsgesprek/verdieping.
Voorziene tijdsduur
Al afhankelijk van het parcours 2 uur.
Benodigd materiaal
wandelparcours
6 perikopen uit het boek Handelingen
een werkboek (voor de gespreksleider of voor elke deelnemer)
een wandelparcours uitstippen dat met 6 stopplaatsen van ca 5 minuten en een afsluitende sessie van 30 minuten op 2 uur haalbaar is.
6 perikopen selecteren uit het boek Handelingen.
6 relevante reflectievragen opstellen.
Een praatstok voorzien.
Werkwijze
Bij het begin van de wandeling heet de gespreksleider de aanwezigen welkom en licht de activiteit toe. Hij kan desgewenst het thema ‘In de naam van Jezus: gebruik je voeten’ toelichten (zie inspiratiemap 1. c).
Bij elke stopplaats leest de gespreksleider (of een deelnemer) een geselecteerde passage voor uit Handelingen. Deelnemers die een werkboek bij zich hebben kunnen in stilte meelezen. Daarna geeft hij kort toelichting (zie voorbereiding).
Bij elke stopplaats krijgen de deelnemers een vraag als persoonlijke reflectie mee.
Tijdens de wandeling wordt niet gepraat noch uitgewisseld. Het is een meditatieve stiltetocht. Deelnemers kunnen alleen of per duo stappen.
Op het einde van de wandeling gaan de deelnemers in een kring staan. De gesprekleider geeft de praatstok aan een deelnemer die hem na zijn beurt verder doorgeeft. Elke deelnemer krijgt de tijd om te vertellen wat de siltewandeling met hem deed, welke inzichten/gedachten/gevoelens… zijn bijgebleven of om op één/meerdere van de reflectievragen in te gaan.
De gespreksleider kan de wandeling met een gebed afsluiten.