Het is vooral een Nederlandse traditie om een ‘palmpaasstok’ te maken. Het is mogelijk om deze ‘stok’ stap voor stap (en dag na dag) samen te stellen.
Maak van twee stokken of dunne latjes een kruis van maximaal 80 cm hoog. Dit kruis doet ons denken aan Goede Vrijdag, toen Jezus zijn kruis droeg en ook stierf aan dat kruis. Het kruis is ook het teken van het nieuwe en eeuwige leven. Het kruis wijst naar beneden (de aarde), naar boven (de hemel) en naar links en naar rechts (de mensen om ons heen).
Draai papieren of stoffen linten rond het kruis. De linten hebben drie kleuren:
Paars als de kleur van de vasten; de 40 dagen voor Pasen die ons voorbereiden op dit grote feest van Jezus’ verrijzenis;
Wit als de kleur van Witte Donderdag en van het paasfeest;
Rood als de kleur van Palmzondag en Goede Vrijdag (verwijzend naar bloed en lijden).
Maak van groene palmtakjes een kransje en hang dat om het kruis. De groenblijvende palmtakjes verwijzen naar het eeuwige leven. Daarnaast verwijst de krans ook naar de doornenkroon van Jezus, die de soldaten op zijn hoofd drukten om Hem te bespotten.
Plaats bovenop het palmpaaskruis een broodhaantje. (Een broodje dat gebakken is in de vorm van een haan). De haan is het dier dat na de duistere nacht door te kraaien de morgen en het licht aankondigt. Het broodhaantje verwijst naar de komst van Jezus, die het Licht van de wereld is en met Pasen is opgestaan uit de duisternis van de dood. De haan is ook symbool van berouw. De haan kraaide toen Petrus op Witte Donderdag, de dag dat Jezus gevangengenomen werd, tot driemaal toe zei: “Ik ken die man niet!” Daarna had Petrus enorm veel spijt … Het haantje is van brooddeeg gebakken. Het verwijst naar het brood van Witte Donderdag, van het Laatste Avondmaal, dat Jezus met zijn leerlingen vierde. Maar het brood staat ook symbool voor het Brood van Pasen, het Brood van de Eucharistie, de Heilige Hostie.
Je kunt het kruis nog versieren met lintjes met daaraan: paaseieren, die symbool staan voor het nieuwe leven, voor de verrijzenis van Jezus.