Willem Jan Otten, essayist, dichter en schrijver,
schreef op Stille Zaterdag (31 maart 2018) in de krant De Standaard:
“Het was deze week de Goede Week, ik schrijf dit op de ochtend van Goede Vrijdag, morgenavond zal ik in de kerk, voor de negentiende maal in mijn bestaan als gedoopt katholiek, meehelpen om de rite van Pasen te voltrekken. Na afloop zal ik mijn medegelovigen de hand geven en zeggen: de Heer is waarlijk verrezen. Waarom weet ik niet goed….”
En de titel van het artikel is dan wel “De absurde belofte van Pasen.”
Maar de inhoud is zijn persoonlijke geloofsbelijdenis.
En naar het einde toe schrijft hij: “…en met Pasen stemt mijn onbegrip me, anders kan ik het niet zeggen, opgetogen. ‘De Heer is waarlijk verrezen’.”
Dat we het niet begrijpen, dat de verrijzenis een mysterie is, dat kunnen we niet ontkennen. Maar Otten heeft gelijk, het stelt ons opgetogen, blij en vrolijk misschien. De weg van Palmzondag over Witte Donderdag en Goede Vrijdag is heel bijzonder. Het is de innerlijke weg die elke Christen jaarlijks mag gaan als een soort zuiveringsproces, een terugkeer naar de kern van ons geloof.En daarin herinneren we ons het verhaal van die eerste getuigen bij het graf. Toen God doorheen het licht van die Paasmorgen hun geest en hart ontsloot, toen gingen zij op pad om het iedereen te vertellen. Hun enthousiasme werkte aanstekelijk. En meer en meer mensen volgden Jouw levensspoor.
Hopelijk mogen ook wij enthousiaste christenen blijven die dat Paas licht uitdragen in onze gezinnen, in onze geloofsgemeenschappen, en overal waar God ons brengt in de komende tijd.
Een Zalig Pasen nog!