We gaan in gesprek met Elke en Liesbeth, twee nieuwe doopcatechisten uit Meldert.
Kunnen jullie jezelf even kort voorstellen?
“Ik ben Liesbeth Corthals. Ik ben getrouwd met Frank en heb twee dochters: Lemonie (10) en Emilia (7). We wonen sinds een 3-tal jaar in Meldert.
Ik ben freelance copy-writer en vertaler. Ik ken Elke via de kinderen die bij elkaar op school zitten. In corona-tijd kozen we elkaar als ‘bubbelgezin’ - je kijkt dan immers een beetje met wie de kinderen vooral spelen. We ontdekten dat het goed tussen onze gezinnen klikte en zijn vriendinnen geworden.
Op de foto zie je de doop van Emilia. Onze kinderen zijn gedoopt in Erembodegem door pastoor Frans, omdat we daar toen woonden. Ze droegen bij hun doop het doopkleedje dat mijn mama en ik nog gedragen hebben.“
“Ik ben Elke, de dochter van Frans Cleymans. Mijn papa is al heel lang actief op de parochie. Ik ben geboren en getogen in Meldert. We hebben even een tussenstop gemaakt in Gent en Asse en zijn dan teruggekeerd onder de kerktoren. Ik ben getrouwd met Tom en heb twee kinderen: Warre is 7 en Jenne is er 10. Ik heb 15 jaar als leerkracht in het secundair onderwijs gewerkt en gaf Frans en godsdienst. Sinds 2 jaar ben ik ondersteuner voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben, zowel in de lagere als in de middelbare school. Toen Marieken op zoek was naar doopcatechisten, kwam ze bij mij terecht. Ik zag zo’n engagement wel zitten, maar niet alleen. Je hebt kleine kinderen, het lukt al eens een zondag niet,… en dus heb ik Liesbeth gevraagd om dit samen te doen. Zij is heel creatief, het voelt veilig en fijn aan om dit samen te kunnen doen.
Op de doopfoto zie je mij als baby met mijn mama en papa, doopmeter en dooppeter en ook mijn neefje er bij. De priester is Louis Baert, familie van mijn mama. Hij deed in de familie alle trouwen, dopen enz.”
Water betekent leven, en in de Joodse traditie ook ‘wijsheid’, lezen we op p. 41 van het tochtboekje. Welke wijsheid willen jullie graag aan je kinderen doorgeven?
Liesbeth: “Waar ik spontaan aan dacht, is: liefde voor elkaar, en voor jezelf. Ook al is dat soms niet zo gemakkelijk. Van mijn ouders en grootouders heb ik dat meegekregen: liefde is alles, alles is liefde. Dat is voor mij de belangrijkste bron waaruit ik leef.
Als mijn kinderen ruzie maken, vind ik dat verschrikkelijk. Ze kunnen dan heel gemeen zijn voor elkaar en dan probeer ik ze te bedaren en zeg ik hen:
‘er is al zoveel leed en oorlog in de wereld, laten wij hier thuis alsjeblieft een beetje liefdevol met elkaar omgaan.’
Als ik voel dat er harmonie en liefde is in huis, dan kan ik echt zeggen: ‘ik ben gelukkig’. En dan kan ik ook liefdevol zijn voor mezelf. Als de dingen rondom mij in onevenwicht zijn, dan is er chaos in mijn hoofd. Dus ik probeer te streven naar die harmonie, maar dat is niet gemakkelijk, dat is een opgave.”
Elke: “Als ik aan water denk, maak ik altijd spontaan de link met de natuur. Ik leef enorm graag met de natuur, dat is de enige plek die me echt tot rust kan brengen. Het beekje naast ons huis, of zelfs het water van de douche kan me zo een rust geven: het water spoelt alles weg. De natuur geeft me ook ontzag voor wat er rondom ons gebeurt.
Aan mijn kinderen probeer ik mee te geven dat er zo een mooie wisselwerking bestaat tussen liefde geven en terugkrijgen.
Ik babbel heel veel met hen en probeer ook veel uit te leggen. Ik geef ze mijn mening mee, maar ze moeten er zelf mee doen wat ze willen. Ik denk dat ik veel meer met mijn kinderen praat dan er vroeger met ons gebeurde.”
Liesbeth: “Kinderen stellen zich ook veel meer vragen dan vroeger, denk ik. Ook over geloof worden er bij ons heel veel vragen gesteld. Dat zijn dingen waar ik vroeger als kind minder bij nadacht en die ik gewoon aanvaardde. Zij stellen terechte vragen en dan moet je uitleg geven.”
Elke: “Zij maken ons door hun vragen vaak ook bewust van bepaalde dingen. We moeten er dan zelf ook over nadenken, en dan komt er een antwoord. Dus misschien is het iets dat heen en weer gaat: we zetten elkaar aan het denken. Ik vind het ook belangrijk dat er openheid is zodat ze weten dat ze die vragen mogen stellen. Ik merk dat mijn oudste momenteel veel vragen heeft rond het geloof en Bijbelverhalen.”
Liesbeth: “Ik vind het belangrijk dat Bijbelverhalen gekaderd worden en vertaald worden naar nu. In de preek gebeurt dat soms, dat vind ik heel mooi. Als je de achterliggende betekenis hoort en een beetje geschiedenis, dan kan je dat zelf ook beter uitleggen aan je kinderen.”
Wie of wat is voor jullie de bron waaruit je leeft?
Liesbeth: “Als het moeilijk wordt, ga ik wandelen, soms samen met Elke. Of yoga helpt ook, daar kan je tot jezelf komen en nadenken over de dingen, want dat mis je misschien wel in de rat-race van het leven: de rust en de kalmte.
Dat kan ik ook in een kerk zo appreciëren: dat je daar in de stilte kan zitten.
Ik vind het jammer dat de kerk in Meldert overdag niet open is. In Erembodegem is dat wel zo. Vroeger, wanneer ik één van mijn kinderen afzette in Schotte, stapte ik regelmatig tot aan de kerk van Erembodegem en brandde ik een kaarsje. En dan kan je eens praten met wie er niet meer is, of tot jezelf komen. Daar kan ik energie uit putten: tot jezelf komen en inwendig een klapke doen.”
Elke: “Ik heb dat ook als ik de kerk binnenkom, die rust.”
Liesbeth: “ik heb daar meer aan dan naar de mis gaan: dat alleen zijn en tot rust komen. Ik vind het ook leuk om op vakantie in Italië elke kerkje binnen te stappen en een kaarsje te doen branden. Dat is iets symbolisch, ik heb dat van thuis uit meegekregen en dat maakt mij blij. Ik ben opgegroeid bij mijn grootouders, en ik herinner me niet bewust dat die naar de mis gingen, maar ik herinner me wel hoe het daar vol stond met beeldjes van de H. Antonius en andere heiligen en vooral hoe er kaarsjes werden gebrand. Dat licht vind ik heel belangrijk.
Jezus wordt het licht van de wereld genoemd (p. 42). Werpt leven als gelovige voor jullie een nieuw of ander ‘licht’ op het leven?
Liesbeth: “Ik denk dat geloven mij met mijn twee voeten op de grond houdt. Het maakt me nederig, want er is nog iets krachtigers, iets groters. Wat het is, zullen we weten als we er zijn, denk ik. Het houdt me bescheiden. En langs de andere kant stemt het mij hoopvol, omdat ik weet dat er iets is dat mij helpt. ‘Alles komt altijd goed’, zei mijn grootmoeder. En ik denk dat als je er op vertrouwt, dat dat zo is, en dat je daar hulp bij krijgt. Dat vind ik wel iets moois om in te geloven.”
Elke: “Het wordt nu stilaan lichter ’s morgens en het geeft een fijn gevoel als de dagen weer lengen. Ik kan daar van onder de indruk zijn: dat licht, de zon die ’s morgens opkomt.
Wat ik onthou van Jezus is: ‘Doe niet aan een ander wat je niet wil aangedaan worden.’ Dat is iets waar ik mij zoveel mogelijk wil aan houden. Dat is dan mijn lichtje dat meegaat met mij, waardoor ik me verbonden voel met Jezus en met christen-zijn. Ook dat nederig zijn en weten dat je bij een gemeenschap hoort, vind ik mooi. Dat ‘met twee voetjes op de grond’, daar kan ik me bij aansluiten:
ik ben een deel van het geheel, er is iets dat groter is dan ikzelf. Ook het gevoel niet alleen te zijn, weten dat er altijd Iemand met je meeloopt.
Dat vind ik wel belangrijk voor mezelf.”
De kindjes worden tijdens de doopviering ook gezalfd met chrisma (= een mengsel van olijfolie en reukwerk). Als je de betekenis op p. 48 leest, dan staat daar dat de gezalfde ‘op een bijzondere wijze naar Christus dé gezalfde gaat verwijzen en Hem gaat toebehoren.’ Hoe klinkt jullie dat in de oren, dat ‘toebehoren’?
Elke: “Warre, mijn jongste, is onverwachts 7 weken te vroeg geboren, dat was een heel moeilijke en intense periode. Ik wou hem zo snel mogelijk laten dopen, rond zijn normaal uitgerekende datum. Ik was bang dat ik hem toch nog zou moeten afgeven, dat er iets fout ging lopen. Daarom wou ik dat hij gedoopt en gezalfd werd, zodat ik een zekerheid had. Dat was heel belangrijk voor mij, dat hij zou ‘toebehoren’, dat hij die zalving had gehad, voor wat er nog zou kunnen gebeuren. Van waar dat kwam, dat weet ik niet zo goed, het was een gevoel dat in mij zat. Bij dat woord ‘toebehoren’ was dat het eerste waar ik aan dacht: dat ik toen wou dat Warre bij de gemeenschap van christenen zou horen.”
Liesbeth: “Dat geeft ergens een veilig gevoel, dat je bij een gemeenschap hoort die voor elkaar zorgt. Je maakt deel uit van een grotere familie, wat er ook gebeurt. Ik kan het niet anders uitleggen dan: dat veilige gevoel.”
Elke:
“Bij al deze symbolen: water, licht, olie, … gaat het vaak niet om verstandelijk uitleggen, het is vaak je buikgevoel dat spreekt: het voelt goed of niet goed. Je kan moeilijk uitleggen waarom.”
Liesbeth: “Ik was vroeger misdienaar en al die rituelen vond ik heel leuk. Iedereen zegt samen hetzelfde uit het hoofd op. Ik vind dat iets fantastisch, die samenhorigheid.”
Elke: “Die verbondenheid vind je niet zo veel meer in onze maatschappij, het is moeilijk om verbonden te blijven met andere mensen, en dit geeft wel een gevoel van verbondenheid. Dat vind ik mooi.”
Van harte dank, Elke en Liesbeth, voor jullie prachtige en doorleefde getuigenis! En dank voor jullie engagement in de parochie!