Heidi De Clercq is mijn naam. Sinds een vijftal jaar woon ik alleen in Hijfte, althans als je mijn vijf katten, Britse Kortharen, Jana, Jitske, Julie, Jesse en Jolien niet meetelt. In februari is mijn moeder, die lang zorgbehoevend was, onverwachts overleden. Na haar heb ik geen familie meer. Gelukkig heb ik wel een groep vrienden die mijn leven delen.
Destijds ben ik in Leuven Godsdienstwetenschappen gaan studeren, al waren mijn sterke vakken in de humaniora de natuurwetenschappelijke zoals biologie, chemie, fysica. Maar ik wou me verdiepen in de Bijbel en in ons christelijk geloof en dus begon ik mijn studie in de Deberiotstraat in Leuven. Tijdens mijn studie werd ik in mijn familie geconfronteerd met ziekte en sterven. Een zus van mijn moeder kreeg op jonge leeftijd kanker en is daaraan gestorven twee jaar na de diagnose. Kort voor haar overlijden stierf de broer van mijn moeder na slechts een paar weken ziekte. Beiden werden ze 48 jaar, te jong dus. Die ervaring maakte dat ik gevoeliger was voor het lijden van mensen en ook professioneel met zieken en hun familie op weg wilde gaan. Daarom heb ik een aanvullend jaar ‘pastoraal van de gezondheidszorg’ en anderhalf jaar verpleegkunde gevolgd.
Eén van de passages uit de Bijbel die me inspireert, is deze uit het boek Exodus, meer bepaald het moment waarop Mozes op de berg bij de brandende braamstruik komt en op heilige grond komt. Daar wordt hij gezonden naar de farao om de bevrijding van Gods volk te vragen. God spreekt Mozes toe ‘Ik heb de ellende van mijn volk gezien, hun klachten gehoord en Ik wil hen bevrijden’. Ook maakt Hij daar voor het eerst zijn naam bekend ‘Ik ben die ben’, wat we vrij vertalen als ‘Ik ben er voor u’. Heel frappant… die grote God die zo bewogen is door de miserie van mensen dat Hij zelf afdaalt om nabij te komen, om te delen in het lijden en te bevrijden. Dat is ook de beweging die we straks ultiem met Kerstmis zullen vieren: God daalt af in dat kleine weerloze mensje Jezus om te delen in ons leven en ons te bevrijden. Vanuit die spiritualiteit wilde ik met zieken en stervenden op weg gaan.
Aan het begin van mijn professionele loopbaan mocht ik twee jaar in het ziekenhuis in Tienen als pastor werken. Tijdens deze job verhuisde ik naar de pastorie in Herent waar ik conciërge was. Door de vele wachten die ik in het ziekenhuis moest opnemen, kon ik me niet engageren in de parochie. Er kwam een vacature in het naburige woonzorgcentrum waar ik pastor werd. Dat maakte het mogelijk om in de zorgpastoraal te werken én in de parochie actief te zijn.
Later kwam ik hier in de buurt wonen en werd beleidsverantwoordelijke pastoraal en ethiek in vzw Zorgsaam Zusters Kindsheid Jesu. Een taak die ik meer dan 10 jaar graag heb gedaan. Tot -door omstandigheden- het bisdom me vroeg parochieassistent te worden in deze parochie, de parochie waar ik toe behoor. In de voorbije jaren heb ik gepoogd me in te zetten voor de diaconie in de parochie: rouwzorg, ziekenzorg, zorg voor kwetsbaren… Op een bepaald moment is ook de rouwzorg in de crematoria als opdracht vanuit het bisdom in mijn takenpakket gekomen.
Toch bleef de pastorale zorg zoals ik die had leren kennen in het ziekenhuis en de woonzorgcentra en de specifieke professionaliteit van de zorgpastoraal in mij trekken (of mag ik zeggen ‘bleef Hij mij trekken?’). Recent kwam er een vacature voor een ziekenhuispastor in de UZ Gent waar ik mijn kans waagde en al op 1 december zal ik er deel uitmaken van een team van drie. Op de parochie blijf ik actief en zal verschillende engagementen als vrijwilliger blijven opnemen. Ik blijf o.a. lid van de Bavoploeg en zal op die manier blijven meewerken aan de opbouw van de Bavoparochie.
In de Kerk in Vlaanderen staan we merkbaar op een keerpunt: het aantal kerkgangers neemt af, er zijn weinig roepingen voor het religieuze leven, parochies krijgen een nieuwe invulling en organisatie, het is moeilijker om nieuwe vrijwilligers te vinden voor langdurige engagementen. Anderzijds zoeken mensen verstilling en zingeving, zijn er jonge mensen die bewust kiezen voor een gelovig leven en die vertrouwen op en mee willen bouwen aan Gods Kerk. Ook de Paus wil zich inzetten om het tweede Vaticaans concilie te doen landen en de vernieuwde visie die daarmee gepaard gaat: een kerk waar de gelovigen verantwoordelijk zijn en de gewijde bedienaren dienstbaar zijn. Daarom ook hecht hij veel belang aan de synodale weg met alle gelovigen over de hele wereld, een weg waarover het concilie in 2024 zal samenkomen. Het is boeiend in deze tijd van omwenteling in de Kerk werkzaam te zijn en samen de weg te mogen gaan met gelovigen en zoekenden. Uiteindelijk zijn de eerste christenen ook in een minderheidskerk begonnen met vallen en opstaan zoals we in het boek Handelingen kunnen lezen. Ze waren in elk geval gegrepen door de kracht die van de H. Geest uitging en de bevrijdende boodschap van Pasen! Dat is de kern van ons geloof en die moeten we bewaren en uitdragen in ons werken en ons leven.