Voor de parochiegemeenschap van Lichtaart is hij zeker geen onbekende, want bij een overvolle agenda van deken Lieven en pater David is pater Sooi steeds bereid om onze zondagsvieringen voor te gaan. Zondag 7 september was hij weerom “present” en ik was blij dat hij inging op de vraag om zich even voor te stellen in ons parochieblad. Hieronder lezen jullie de integrale tekst.
Beste mensen van Lichtaart,
Ik ben Sooi Augustijns, spiritijn, en ik heb al enkele malen het geluk gehad bij u in de parochie O.L. Vrouw van Lichtaart de Eucharistie te mogen voorgaan. Ik wil eerst jullie danken voor jullie goed en sympathiek onthaal en voor de mooie voorbereiding die jullie voor iedere viering opstellen. Dit is voor mij één van de tekens van eenheid onder alle gelovigen: een priester is steeds welkom, hartelijk welkom, vanwaar hij ook komt en naar welke parochie hij ook gezonden wordt.
En ik kom van ver, ik kom van Congo. En Omer vroeg me om mezelf in enkele zinnen voor te stellen aan alle lezers van Kerk en Leven, het parochieblad.
Mijn naam is dus Sooi Augustijns.Ik ben geboren in Wuustwezel in 1940. Ik ken Lichtaart al van de jaren 1950-1960, van toen wij met de chiro van Wuustwezel in Lichtaart op kamp kwamen. Als priester ben ik lid van de congregatie van de Heilige Geest, ook gekend als de spiritijnen. Onze congregatie is van Franse oorsprong en werd gesticht door een jonge rijke Bretoen. Claude Poullart des Places. Hij ging als seminarist op 24-jarige leeftijd samenwonen met 12 arme seminaristen, kandidaat priesters dus, om zich voor te bestemmen voor de meest verlaten plaatsen in de kerk van toen. Dat was in 1703.
En sinds dit begin heeft onze congregatie nog altijd hetzelfde doel: het vormen van priesters die bereid zijn te gaan waar de noden van de kerk het grootst zijn.
Toen ik 13 jaar was ben ik naar het Missiecollege van de Paters van de H. Geest in Lier gegaan en heb er mijn middelbare studies Latijn-Grieks gedaan. Tijdens die jaren werd daar ook mijn roeping missionaris te worden bevestigd.
Dan volgde nog 7 jaar opleiding en na mijn priesterwijding vertrok ik in 1966, op 26 jarige leeftijd naar Congo. Ik ben er 50 jaar gebleven, maar wel met om de 3 jaar een verlof van 3 maanden in België.
Van het begin af zijn het mooie jaren geweest. Alles intrigeerde me: het contact met een geheel ander land en volk dan ons klein Vlaams landje, een nieuwe taal leren en andere gewoonten en levenswijzen. En dan de vreugde overal goed ontvangen te worden tot in de kleinste dorpjes toe. Want dat was wel wat mij het beste lag en waar ik het meest van hield "reispater zijn" zoals dat toen heette, van dorp tot dorp de blijde boodschap van Jezus verkondigen, doopleerlingen onderrichten, leraren en onderwijzers van middelbare en lagere scholen ondersteunen en richtlijnen geven. En dan na een week of een tiental dagen terug naar mijn spiritijnse communiteit.
Toen ik wat ouder werd kreeg ik ook andere taken namelijk in het bestuur van onze congregatie in Congo en in de opleiding van toekomstige Afrikaanse spiritijnen.
En dan, na de viering van de 50ste verjaardag van mijn priesterwijding kwam de vraag van mijn overste in België om samen met 2 Afrikaanse confraters een nieuwe spiritijnse communiteit te beginnen in Turnhout en er in de Pastorale eenheid Clara van Asisi werkzaam te zijn als vrijgestelde priester.
Het scheen me een eigenaardig en uitdagend voorstel. Maar het was wel zinvol mijn jonge Afrikaanse confraters bij te staan in de eerste jaren van hun missionarisleven hier in België.
En we vormen een goede ploeg, die ondertussen al is uitgegroeid tot een communiteit van 5 confraters: Emmanuel uit Ghana, Vincent uit Oeganda, Colman uit Tanzania, Paulin uit Madagascar en Sooi uit Wuustwezel.
Hopelijk ben ik er op 27 september nogmaals bij in Lichtaart.
Pater Sooi.
Met bijzondere dank aan pater Sooi voor deze “warme” tekst. Wij wensen hem veel succes met de nieuwe communiteit in Turnhout en zien hem graag weer op zondag 27 september.
OL