Liturgische vieringen
Zie "misvieringen" elders op deze website
Zuster Rita stelt zich voor
In 2022 komt er een nieuwe Pastorale Eenheid met de parochies van Wingene- Ruiselede - Zwevezele, Beernem en Oedelem. Nieuwe gezichten zullen opduiken. Elke week proberen we de lezers van Kerk en Leven te laten kennismaken met de medewerkers van die Pastorale Eenheid. Deze week is zuster Rita aan het woord.
Voor sommige mensen van Wildenburg ben ik geen onbekende, maar voor het grootste deel van de mensen van de nieuwe pastorale eenheid wil ik me toch even voorstellen. Ik ben zuster Rita Kerckhof, parochieassistente, en behoor tot de congregatie van de Zusters van Liefde te Heule.
Roots en keuzes
Ik ben afkomstig uit Kortrijk en kom uit een gezin van 4 kinderen. Mijn lagere school doorliep ik in Heule Watermolen (zo heet het deel van Kortrijk). Het middelbaar onderwijs ging door in Spes Nostra te Heule en dan in de Sint -Nikolaasschool te Kortrijk. Eerst was ik 6 jaar werkzaam in het Sint-Nikolaas ziekenhuis te Kortrijk. In het jaar 1981 trad ik in het klooster bij de Zusters van Liefde te Heule die als spreuk hebben ‘Deo caritas est’ (God is Liefde). Dit was de rode draad van onze stichteres: de liefde tot God en tot de mensen is het belangrijkst. Eerst waren er zes maanden postulaat om het ritme van het kloosterleven te leren kennen, de gebedstijden en de stichtingsgeschiedenis van Congregatie te leren kennen en bestuderen.
De overgang naar het noviciaat verliep heel eenvoudig. Toen kreeg ik van de Algemene Overste mijn naam, maar dit bleef mijn doopnaam, zoals ik was gekend: zuster Rita. Daarna volgden 2 jaar noviciaat, dit was in Virgo Fidelis te Torhout. In het eerste jaar waren we met 9 jonge zusters die de lessen volgden, in het tweede jaar waren we met 6. Welke lessen kregen we? Er was Bijbelstudie, theologie, sacramentenleer, ethiek, moraaltheologie én liturgie. Een boeiende tijd! Al deze lessen werden gegeven door de professoren die ook de lessen gaven in het Seminarie, het opleidingshuis voor de priesters. Op het einde van ieder jaar moesten we één maand blijven en was er een retraite van acht dagen; de rest was studie. Na twee jaar mocht ik mijn tijdelijke geloften afleggen en kreeg ik de zending van de congregatie om te gaan studeren voor verpleegkundige.
Verpleegster
Tijdens het schooljaar verbleef ik bij mijn medezusters in het klooster dat verbonden was met het Ziekenhuis Maria’s Rustoord te Roeselare. Tijdens de vakanties en het weekend als ik geen stage moest lopen, keerde ik terug naar het vormingshuis. Na het behalen van mijn diploma kreeg ik de nieuwe zending om volledig te verblijven in Roeselare en te werken in het ziekenhuis. Het was een andere ervaring om als jonge zuster tussen andere collega’s te mogen werken en om een deel van het geheel te zijn. Ik werd er volledig in de groep opgenomen. Soms hadden zij vragen naar mij toe: ‘Waarom ben je naar het klooster gegaan? Uit vrije wil? Geen man, geen kinderen… Inderdaad ik was én ben nog altijd uit een vrije keuze naar het klooster gegaan en ben nog altijd met heel mijn hart zuster.
Parochiewerk en Sint-Amandus
Na 6 jaar kon ik mijn horizonten verruimen en werd me gevraagd om de communiteit in Wildenburg te gaan vervoegen, waar zr. Suzanne pastor was. Als medezusters ondersteunden we haar én ieder van ons kreeg een taak binnen het pastorale geheel. Voor mij was het de acolieten- of misdienaarswerking. Toen hadden we 17 misdienaars, een leuke groep.
Daarnaast ging ik werken als verpleegkundige in het P.C. Sint Amandus te Beernem op een gesloten afdeling schizofrenen en psychosenzorg: een heel boeiende wereld met supertoffe collega’s. Het was een heel eigen wereld om de patiënten te mogen ontmoeten, deel te zijn van hun soms zo triestige en eenzame wereld. Velen waren door hun ziek zijn verlaten door hun familie en vroegere vrienden. Op mijn afdeling kreeg ik de ruimte, om samen met de patiënten even stil te vallen, een gebedsdienst te mogen voorgaan. Vaak waren de patiënten heel blij om daar aan deel te nemen én op een vrije manier te kunnen spreken over hun geloof en twijfels.
Na 7 jaar vroeg de directie mij in het jaar 2000 of ik volledig in de pastoraal wilde meewerken. Met heel veel spijt in mijn hart nam ik afscheid van mijn collega’s, maar een nieuwe uitdaging wenkte mij.
Voorgaan in begrafenissen, gebedsdiensten zowel op de afdeling als in de kapel, veel luisterende gesprekken (wat zo belangrijk is voor deze mensen - te weten dat een gesprek in mijn bureau niet werd genoteerd in hun dossier ….. beroepsgeheim). Dat gaf hun de vrijheid om hun diepste zielenroerselen te kunnen en te mogen verwoorden, hun zoeken naar God, naar een God die liefde is, in al hun verlatenheid. Ik kreeg vanuit de directie ook de kans om met de patiënten en begeleidende verpleegkundigen een jaarlijkse meerdaagse bedevaart te ondernemen. We gingen naar Lourdes, Lisieux, Nevers, Rome, Montserrat, Maria Laach, naar de Zwarte Madonna van Czestochowa in Polen. Het doet me nog altijd deugd als ik patiënten die vroeger zijn meegegaan op bedevaart tegenkom en dat dan altijd hun eerste vraag is: ‘En wanneer gaan we weer op bedevaart?’
Nieuwe uitdagingen
De communiteit van Wildenburg was na de pensioenering van zr. Suzanne verdwenen. Toen bleef ik hier alleen in Beernem wonen. Na 17 jaar gewerkt te hebben in het psychiatrisch centrum werd het tijd om iets anders te ondernemen. De vacature was om parochieassistente te worden in de federatie Beernem beschouwde ik als een uitgestoken hand. Ondertussen ben ik al 10 jaar werkzaam als parochieassistente en mag ik nu ook meewerken in de nieuwe pastorale eenheid. Ik ben dankbaar dat ik dit mag doen, samen met de mandaatgroep. We hopen op een goede samenwerking. Het hertekende pastoraal landschap en de veranderingen botsen voor sommige mensen altijd op weerstand, maar laten we er positief tegen aankijken en dit alles zeker een kans geven.
Zr. Rita
Vasten
Vasten is geen zaak van uiterlijk vertoon maar van innerlijke omkeer, je openstellen voor het evangelie en de evangelische waarden. Een opdracht.
7 weken, 7 stapstenen
7 weken, 7 stapstenen naar een gedaanteverandering.
Voor elke week een andere vernieuwingsopdracht.
Vierde week: sta stil bij je zorg voor je innerlijk, voor je ziel.
Doe het bewust een week lang.
Vastenretraite voor diakengemeenschap

Jaarlijks – in de dagen na Aswoensdag – vindt in ons bisdom Brugge de diakenretraite plaats. Dit jaar kon dit, omwille van de corona-maatregelen, niet op de vertrouwde locatie in Groenhove, maar gebeurde dit online. Bijna 70 ingeschrevenen (diakens en echtgenotes) namen deel aan de sessies, waaronder – uit onze eigen federatie – Danny en Els uit Wingene en collega-diaken-op-rust Gaby en Christine Vanden Berghe – Seynhaeve uit Ruiselede.
Professor Rik Torfs, kerkjurist, hoogleraar voormalig rector van de KU Leuven, gaf zelf de aftrap op donderdagavond 18 februari. Hij verzorgde een korte duiding over de inhoud van de retraite en de te bespreken teksten. Aan de hand immers van enkele hoofdstukken uit zijn nieuwste boek ‘De Kerk is fantastisch’ werd de retraite georganiseerd.
Voor de verdere inhoud van deze retraite verwijzen wij naar het parochieblad dat deze week in uw brievenbus viel.
Diaken Danny
Zusters in de oorlog

Recent verscheen een boeiend oorlogsboek, niet- fictie, over WO II. ‘Zusters in oorlog‘. Geen verhaal dus maar een boeiend relaas over hoe kloosterzusters ook een belangrijke rol speelden in de oorlog, het verzet. Het boek bekijkt de oorlog vanuit een ander standpunt, dat van de kloosters. Oorlogsboeken worden vaak vanuit een mannenperspectief geschreven maar hier niet. Ik heb het in een paar dagen uitgelezen.
Lange tijd vormden kloosterzusters een onmiskenbaar onderdeel van het Vlaamse sociale weefsel. Ze waren aanwezig in scholen, hospitalen, rustoorden en weeshuizen, in de gehandicaptenzorg. Vele families hadden ook een tante nonneke in de missies. Zelfs in de jaren dat ze talrijk en alomtegenwoordig waren (2e helft 19e eeuw en eerste helft 20e eeuw), bleven vrouwelijke religieuzen voor een stuk onbekend, verborgen achter kloostermuren en achter een kap. Er waren de vastgeroeste stereotype beelden van gehoorzame, eerder naïeve, wereldvreemde onderdanigen van kloosteroversten, meneer pastoor of de bisschop.
Het boek toont een ander beeld en geeft antwoord op een aantal vragen zoals: hoe beleefden zij de aanloop naar de oorlog? Hoe stonden ze tegenover het opkomende nazisme, een goddeloze, wrede ideologie? Hoe reageerden ze op de chaos die de oorlog teweegbracht? Sloegen ze op de vlucht of weerhield de zorg voor kinderen, ouderen, patiënten, wezen hen daarvan? Welke aanpassingen van de strenge kloosterregels waren nodig? Hoe kwamen zusters aan voldoende voedsel, brandstof en kledij voor zichzelf maar ook voor Joodse kinderen die ze lieten onderduiken? Was de aanwezigheid van mannen- militairen, vluchtelingen, een bedreiging of een verleiding? Veranderde de oorlog iets fundamenteels aan het vrouwelijke kloosterwezen en aan de positie van zusters binnen de kerk en de maatschappij? Op deze en nog vele andere vragen biedt het boek een antwoord. Het is vlot leesbaar en zal over een paar weken beschikbaar zijn ook in de bib van Ruiselede.
Hoewel de zusters van Ruiselede niet vernoemd worden, hielden ook zij een paar Joodse meisjes verborgen: o. a. Flora Singer. Zuster Chrisostoma, Martha Lambrecht, de overste kreeg daarvoor na de oorlog postuum vanuit de Joodse gemeenschap het ereteken van Rechtvaardige der Volkeren. (zie foto) Flora Singer schreef zelf haar vluchtverhaal op in een boek ‘I was but a child’ in het Nederlands vertaald als ‘Op de vlucht’. Flora was kind van Roemeense Joden en geboren in 1930. Later zou ze uitwijken naar Canada. Ook zuster Consolata wist van de Joodse meisjes. Vaak wisten medezusters -uit veiligheid- niet meteen wie de kinderen waren. Er waren zoveel arme of weeskinderen die op de steun van de zusters mochten rekenen in de oorlogsjaren, die door hen opgevangen werden. Het was dus makkelijk om Joodse kinderen onder een nieuwe naam daar te laten onderduiken. Het is dhr. Erik Brabant, die mij attent maakte op het boek… Zr Chrisostoma was een groottante van zijn echtgenote.
De vier auteurs baseerden zich op archiefmateriaal, veelal bewaard in KADOC Leuven (Katholiek documentatie en onderzoekscentrum). Uit bewaarde brieven, dagboeken, gesprekken konden ze deze aparte geschiedenis reconstrueren. Er zijn nog een paar hoogbejaarde zusters die konden getuigen. Hoewel sommige kloosters dagboeken bijhielden, noteerden ze uiteraard weinig of niks over verzetsdaden. Uit veiligheid. Roeland Hermans is historicus, Kristien Suenens is historica en verbonden aan Kadoc Leuven, Ria Christens is historica en werkt als archivaris en erfgoedbeheerder van de Annuntiaten Heverlee. An Vandenberghe is ook historica en erfgoedbeheerder verbonden aan de zusters van Liefde.
Het boek is een aanrader en kwam ook op TV Eén aan bod in het nieuws.
Je kan deze TV uitending hier bekijken
Voor meer informatie kan u terecht op de website van Kadoc-KU Leuven
Gerda M.
Gebed van week + Hartverwarmend
Zie parochieblad dat deze week in uw brievenbus viel.
Ruiseleedse pennetrekken
Zie parochieblad dat deze week in uw brievenbus viel.