Sneeuw
Waar ik soms zelden nog in slaag, de kleinkinderen versteld doen staan of laaiend enthousiast krijgen, lukt de sneeuw wel. Het is de eerste keer dit jaar en zeldzaam. Het is watersneeuw maar ze tovert het landschap om, geeft de struiken een witte muts en de kale bomen tekenen zich scherper af als donkere silhouetten. Ze komen dit keer te voet van school, de fiets is te glad. Ik hoor ze joelen, glijden… hun haren hangen in natte slierten, de neuzen en wangen zijn rood van de kou. ‘Waar is jullie muts? Waar de wanten?’ De winterse bui heeft hen verrast, hun sjaal hangt aan de kapstok thuis.
‘Ben jij blij met de sneeuw?’ Ik moet niet twijfelen. Ik ben blij. Herinneringen aan de kindertijd toen er meer sneeuwdagen waren en we ijsbaantjes gleden op de speelkoer, de slee bovenhaalden en een sneeuwman rolden. We kwamen na een uur wat verkleumd binnen en als ma dan pannenkoeken wou bakken of warme chocolademelk wou maken. Je voeten op de Leuvense stoof tot je benen doortrokken waren van warmte, de jas te drogen op de stoelleuning…
De sneeuw ontwrichtte soms even het dagelijkse leven. De boerenkinderen mochten te laat komen, door de sneeuw, van zo ver. De speeltijd mocht wat langer duren van de juf, voor die ene keer. Het grasveld thuis was zo smetteloos wit, met enkel een paar poezenpoten erin gestempeld. We strooiden extra kruimels op het voederplankje voor die arme vogels.
We moesten een opstel schrijven, met wat gemeenplaatsen vaak. In elk opstel werden sneeuwballen gegooid. Het ging soms moeizaam: de vlokken dwarrelen naar beneden, schreven we …Wat zouden ze anders doen. Hoe kan je de magie van sneeuw in woorden vatten. Dichters kunnen het. Het poëtische witte landschap zet aan tot weer eens een sneeuwgedicht lezen. Doe je mee.
Maité
Sneeuw
Het sneeuwt, niet jachtig, eerder tastend,
alsof het wit naar zwarte plekken zoekt.
Maar heel het landschap ligt al volgeboekt.
De dag staat zwaarbepakt om te vertrekken.
De bomen dromen rechtop in de sneeuw,
verwonderd en in hun verwondering verrast.
De vorst heeft ieder takje afgetast.
Het is windstil, er valt niets te ontdekken.
De laatste vlokken vallen, in de lucht
zweeft al wat zonlicht, geel en droog.
En vogels, eerstgeborenen van het oog,
haasten zich om de schade te herstellen.
Adriaan Morrien,
Walter met de schaal.
Het echtpaar.
Walter is de zoon van Oscar Staelens en Rachel Van Renterghem. Jammer genoeg zijn beiden jaren geleden overleden. Carine en Walter zijn al 43 jaar getrouwd. Ze kregen vier zonen, en negen kleinkinderen.
Ik weet niet wat het weelderigst is, de haardos van Carine of de baard van Walter.
Carine is opgegroeid in Lotenhulle, Walter is sinds zijn huwelijk aan de overzijde van de grote baan gaan wonen, een andere gemeente en een andere provincie, in een straat met bijna dezelfde naam.
Walter liep school in Ruiselede en nadien in Tielt. Hij werd schrijnwerker en werkte 45 jaar voor dezelfde onderneming van vader op zoon, in Aalter.
Carine kon te voet naar haar werk, bij Mayflowers. Ze zijn beiden met pensioen, maar helpen nog graag mee in dit bedrijf als flexijob. Walter haalt planten naar de groothandel, levert aan winkels en aan huis en helpt opkuisen.
Carine kent alle planten bij hun Latijnse naam. Ze lacht een beetje als ze zegt dat Walter overal werkt, behalve thuis. Ze bedoelt daarmee dat, als hij aan iets bezig is en er iemand opbelt voor hulp, hij zijn werk laat liggen en gaat helpen. Voor de zonen deed en doet hij ook veel karweien. Ze kunnen altijd op hem rekenen als er iets moet gebeuren. Carine en Walter hebben een grote tuin met heel veel verschillende bloemen. Er is ook een kleine serre met tomaten en sla.
Zowel binnenshuis als buiten is te zien dat Carine van decoratie houdt. Er hangen ook ontelbare nestkastjes voor de meesjes.
Naast de deur was er dertig jaar geleden een weide. De nieuwe eigenaar heeft er bomen geplant. Soms komt er gewoon een reetje de straat opgelopen, kijkt eens verwonderd rond en stapt dan weer parmantig naar het bos. Het is al gebeurd dat toevallige passanten schrokken: “Hè, kan het zijn dat ik daar een hinde gezien heb?”, Walter en Carine zijn dat heel gewoon.
Hobby’s
Toen de zonen nog thuis woonden, trok het gezin er jaarlijks op uit met de tent. Ze gingen naar Schouwen Duiveland op een boerencamping. Daar hebben ze een vriendschap met de campingverhuurder aan overgehouden. Deze familie komt hen nog regelmatig opzoeken. Later trokken ze jaarlijks samen met de fiets doorheen Nederland. Fietsen in Nederland is dan ook hun grootste hobby.
Walter benadrukt dat hun huis een thuis is waar iedereen zich welkom moet en mag voelen. Ze houden ook van dieren. Er komt zelfs regelmatig een zwerfkat aangewandeld. Zo hebben ze er al drie.
Eén van de zonen is ballonvaarder. Walter gaat soms mee als crew. Het mooiste moment dat Carine met deze zoon meemaakte, is een ballonvaart over de Alpen, prachtig en weids!
Ze breit ook heel graag. Tijdens het gesprek is ze de mouwen aan het inzetten van een pull voor haarzelf. Daarna wordt het kleedje voor een vijfjarige kleindochter verder gebreid, prachtig zalmroze en beige. Het meisje kan er bijna niet op wachten.
Op dinsdagnamiddag gaat Carine breien in Den Tap. Ze zijn met vijftien tot vijfentwintig dames. Iemand die verhuisd is, komt ook altijd langs, en zelfs iemand van Egem. Het is gezellig, en vooral ook een sociaal gebeuren, waar iemand al eens haar hart kan luchten.
Onlangs hebben ze met enkelen sjaals gebreid voor Oekraine. Er kwam toen een anonieme gift van breiwol.
......
Het volledige verhaal kan u lezen in het parochieblad dat deze week in de bus viel of op de online versie van Otheo
Anne Marie